fbpx

Zonder jou. De zoon van Helena had autisme en maakte een einde aan zijn leven: ‘Hij heeft zich nooit gehoord gevoeld’

In de serie Zonder jou vertellen mensen over het verlies van een dierbare. Helena Dousis verloor haar zoon Pepijn in 2019 door zelfdoding. Na zijn dood besloot Helena om Pepijn een stem te geven. Ze schreef zijn verhaal op en bundelde dit tot het boek ‘Uitzichtloos’.

‘Pepijn was een hele lieve, maar ook onzekere jongen die last had van zijn autisme. Hij begreep de wereld niet zoals wij hem begrijpen. De informatie kwam bij hem anders binnen en deze vertaalde hij vervolgens op een andere manier. Altijd al heeft hij zich anders gevoeld dan anderen en daardoor niet begrepen. “Jullie snappen mij niet”, zei hij dan. Hij was niet in staat om het filter aan te krijgen, op de momenten dat hij overvraagd werd. In het laatste jaar van de basisschool, een impactvol jaar, moest Pepijn naar het speciaal onderwijs. Dit gaf hem een enorme deuk in zijn eigenwaarde. “Zie je wel, ik ben anders.” Hij was heel slim en dacht veel na over hoe de wereld in elkaar zat. Hier had hij veel last van. Uiteindelijk kreeg hij veel discussies op school, waardoor hij werd weggestuurd. Tussen zijn 14e en 15e levensjaar kreeg Pepijn vrienden die blowden. Zelf wilde hij er graag bij horen, dus hij deed mee. Daarnaast zei hij dat het hem een soort rust gaf in zijn hoofd. Ik vertelde hem dat hij dit beter niet kon doen, omdat er betere opties zijn die daarbij kunnen helpen. Dan ging hij weer naar buiten, en deed hij het toch. Je kunt je kind tenslotte niet opsluiten. Het ging van kwaad tot erger.’

Briefje

‘Later raakte hij ook verslaafd aan harddrugs. Snuiven, spuiten of pillen: eigenlijk maakte het niet uit wat voor middel het was. Als hij maar verdoofd was. Thuis was dit ondragelijk. Voor mijn twee andere kinderen moest ik namelijk ook keuzes maken. Ik vertelde hem dat hij alleen thuis kon zijn als hij nuchter was. Dit kon niet anders. Hij heeft toen ook nog een tijdje op zichzelf gewoond. Vier maanden heeft dit geduurd. Hij bleef die jongen met een hart van goud, dus iedereen was welkom. Wel uit hetzelfde wereldje, dus drugsgebruikers die geen slaapplek hadden. Met hond, zonder hond: het maakte allemaal niet uit. “Kom maar gewoon bij mij”, zei hij tegen hen. Terwijl hij eigenlijk al meer dan genoeg aan zichzelf had, maar hij zag dit niet zo. Op een gegeven moment is hij wel naar een afkickkliniek gegaan. Na drie dagen belde Pepijn mij dat hij er weer uit was. Hij wilde niet meer verder met het traject, dus ze hadden hem laten gaan. Hij zat erg in strijd met zichzelf. ‘Dit ben ik met drugs, maar als ik stop dan blijft de ik over die ik voordat ik aan drugs begon was. Die ik wil ik ook niet zijn.’ Hij had voor zijn gevoel geen opties over. Toen had hij zoiets van, laat maar ik stop ermee. Deze gedachtes heeft hij wel altijd gedeeld met mij. De laatste twee jaar van zijn leven was hij dan ook echt met de dood bezig. Het leven was voor hem een lijdensweg. “Van mij mag het stoppen”, zei hij heel vaak. Op een gegeven moment kwam ik op een punt waarop ik zei: oké, als dit is wat jij wil… Maar, doe het dan wel waardig. We hebben de levensbeëindigingkliniek toen opgebeld, maar ze wilden hem daar niet helpen. “Wat denk je nou, je bent 22. Kom over twintig jaar maar terug”, lieten zij ons weten. Zelfs daarin werd hij niet begrepen. Daarna sloeg mijn gevoel om in angst. ‘Wanneer ga ik hem vinden’, dacht ik. Een half jaar heeft Pepijn het vanaf dat moment nog volgehouden. Negen dagen was hij vermist voor we hem vonden. Heel bewust heeft hij toen een overdosis genomen. Een vriend van hem vond hem op ‘Pepijns eigen plekje’ in het bos. In zijn pakje sigaretten vonden we een heel klein briefje waarop stond: “het spijt me, ik hou van jullie voor altijd.” Eerst konden ze hem niet identificeren, maar toen we het briefje vonden wisten we het zeker. Dat was zijn handschrift, dat herken je uit duizenden. Er schoof een gordijn dicht. Je bent er zelf ook niet meer op zo’n moment. Ik schoot in een andere modus. Een verdoofd gevoel trok over mijn lichaam en ik werd misselijk. Niks kwam meer bij me binnen. Het is alsof je lichaam je dan beschermt, omdat het te veel is.’

Hulpverlener en moeder

‘Ik zat zo met mezelf in crisis, hoe ga ik dit nou aanpakken? Naast Pepijn heb ik ook nog twee andere kinderen: een zoon van 16 en een dochter van 23. Voor hen moest ik verder, maar hoe kon ik nou ooit nog moeder zijn? Je raakt jezelf helemaal kwijt. Ik keek terug op wat er was gebeurd en ik dacht aan wat Pepijn altijd zei: “Je bent de beste moeder die ik mij kan wensen.” Dat brak mij keer op keer, en hem ook. Samen huilden we dan. De hele reis met hem was niet makkelijk. Eigenlijk stonden we altijd met z’n tweeën met onze rug tegen de muur. Omdat ik zelf hulpverlener ben, probeerde ik die rol naast het moeder zijn ook in te nemen. Ik was boos op mezelf, want waarom kon ik zoveel andere jongeren wel helpen, maar mijn eigen kind niet? Waarom glipt hij door mijn vingers heen? Zo probeerde ik altijd naar oplossingen te zoeken. “Wees nou eens gewoon moeder, laat de rest zijn ding doen”, kreeg ik destijds als advies. Je vergeet dat je als moeder ook fouten mag maken. Soms hoeft het ook niet ingewikkeld te zijn en wil je kind gewoon even een arm om hem/haar heen. Mijn moederstuk had ik terug totdat hij besloot uit het leven te stappen.’

Een stem

‘Op een gegeven moment ben ik gaan schrijven. Het hele leven van mijn zoon heb ik op papier gezet. Mijn hoofd moest leeg. Eigenlijk ben ik achterstevoren begonnen met schrijven, dus niet chronologisch. Eerst het ergste, de vermissing. Ik was heel bang dat ik mijn herinneringen zou vergeten. Tijdens het schrijven kwam van alles naar boven, ook van toen hij klein was. Wanneer was hij wel gelukkig? Ik herinnerde mezelf aan de mooie momenten. Zo gaf hij van kleins af aan kusjes op mijn voorhoofd als hij binnenkwam, of belde hij aan met in zijn hand een geplukt bloemetje. Het was heel zwaar en confronterend, maar ik kon het tenminste ergens kwijt. Het was ook een manier om Pepijn bij me te houden. Op een gegeven moment vroeg een vriendin aan mij of ze het eens mocht lezen. Het is absoluut geen leuk verhaal, zei ik. Toen ze het had gelezen zei ze: “Hier moet je iets mee doen.” In het begin twijfelde ik, want wilde ik dit wel met de buitenwereld delen? Je legt tenslotte alles bloot. Van de andere kant had ik zoiets van, mensen mogen dit wel lezen. Misschien kan hulpverlening er nog wat van leren, of mensen die zich in soortgelijke situaties bevinden. Als titel koos ik voor ‘Uitzichtloos’. Even heb ik getwijfeld tussen deze titel en de titel ‘Kansloos’, maar eigenlijk vond ik dat een te harde titel voor de jongen die hij was. Zijn situatie was echt uitzichtloos namelijk. Tijdens het schrijven heb ik het boek wel eens in de fik willen steken. Toch ging ik door en maakte ik het verhaal rond. Pepijn zijn verhaal moest en zou gehoord worden. Al kan ik er maar één jongere mee helpen. Dat idee gaf mij de kracht om door te gaan. Pepijn had tijdens zijn leven nooit het gevoel dat hij gehoord werd, dat wilde ik door dit boek wel bereiken. Je zal gehoord worden.’

Het boek ‘Uitzichtloos’ is te bestellen via deze link.

Uitzichtloos


WENDY Zomer special

Zomer op een eiland!


Een special vol eilandliefde en eilandinspiratie.


 

LAAT JE INSPIREREN DOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF