Tien jaar geleden brak Nathalie haar rug met paragliden. Nadat ze was hersteld zocht ze opnieuw de sensatie op en ging ze paragliden in de Himalaya. Weer ging het mis. Het deed haar inzien dat haar gezondheid het allerbelangrijkste was en dat ze op zoek moest gaan naar innerlijke rust in plaats van altijd weer een nieuwe kick. Yoga en meditatie hielpen haar daarbij.
‘Ik vloog voor een van de allereerste keren alleen, zonder radiobegeleiding, nadat ik een cursus had gedaan. De wind voelde anders aan dan normaal. Er gingen zoveel gedachtes door mijn hoofd. Ik kon niet meer helder nadenken. Hoe kom ik weer veilig met beide benen op de grond? Het landingsveld naderde. Ik reageerde te laat. Mijn harnas waar ik in zat, raakte de top van de bomen. Een paar lijnen raakten verstrikt in de takken. Door een windvlaag kwam ik eruit. Ik viel als een baksteen op de grond. Daar lag ik dan. Op de grond in Oostenrijk. De wereld om mij heen was even helemaal stil. In één seconde scande ik mijn lichaam. Ik voel mijn voeten nog, dacht ik, thank god! Ik heb geen dwarslaesie, het wordt geen rolstoel. Ik had geluk gehad. Maar mijn rug voelde vreselijk aan, dat kon niet goed zijn. Ik voelde me in paniek en ik begon te schreeuwen om hulp.’
Gebroken rug
‘Een vriend van mij was nog in de lucht. Hij was tandem aan het vliegen. Ik bleef om hulp roepen. Hij zag dat iemand gecrasht was én herkende mij aan de kleuren van mijn glider. Als een gek kwam hij naar beneden gespint. In een keer stonden er heel veel hulptroepen om mij heen. De helikopter werd gebeld en ik werd naar het ziekenhuis gevlogen in Innsbruck.
De arts leunde op mijn bed. Ga weg, dacht ik. Het deed ontzettend veel pijn. De tijd ging langzaam voorbij. Er spookten veel vragen door mijn hoofd. Hoe erg was het? Moest ik geopereerd worden? Maar gelukkig had ik een beschermengeltje bij me. De artsen kwamen naar mij toe en vertelden mij dat mijn rug was gebroken, maar dat ik niet geopereerd hoefde te worden.’
Nieuws brengen
‘Ik was helemaal alleen. Zo voelde ik me ook. Ik was erg kwetsbaar én sprak de taal niet. Bij de verzorgsters liet ik dan soms ook wel een traantje vallen. Bij hen had ik een fijn gevoel. Ik belde het thuisfront om te zeggen wat er aan de hand was. Mijn ouders waren bezorgd, maar ook verdrietig. Ze wilden graag helpen, maar dat kan natuurlijk niet op zo’n grote afstand.
De dagen gingen voorbij. Ik lag er een kleine week toen ik van de arts moest beginnen met lopen en volgens hem kon ik zelfs al naar huis. Dat wilde ik niet. Ik voelde me ontzettend breekbaar. Maar ik had geen keuze. Ik huurde op dat moment een appartement in Oostenrijk, maar ik moest een paar trappen naar beneden én dan kwam ik pas in mijn huis. Het ziekenhuis zei dat ze mij gingen leren traplopen en wanneer ik dat kon, moest ik gaan. Ze zeiden letterlijk: “Het is hier geen hotel”. Eenmaal in mijn appartement voelde ik me erg alleen. Gelukkig kwamen een paar dagen later mijn ouders. Ik werd op de achterbank gelegd en we reden terug naar Nederland.’
Himalaya
‘Ik ben altijd al erg sportief geweest én ik houd ontzettend veel van reizen. Er was dan altijd ook al één grote droom die ik had: paragliden in de Himalaya. Een paar maanden later zat ik alweer in het vliegtuig op weg naar India. Ik moest en zou vliegen, dat was het enige wat telde. Mijn rug was nog niet optimaal. Toen ik eenmaal op de take-off stond dacht ik ook echt: OMG, wat doe ik hier? Het was doodeng, maar ervaren pilotvrienden hielpen mij met hun raad bij de take-off en radiobegeleiding op het landingsveld. Ik deed het gewoon. De adrenaline was sky-high. Dít is pas leven.’
Keerpunt
‘Weer ging het mis. Tijdens het landen kwam ik verkeerd terecht en ik brak mijn arm. Dat was voor mij een keerpunt. Had ik dan niets geleerd? Ik wilde niet de rest van mijn leven pijn hebben óf sommige dingen niet meer kunnen doen. Ik moest rustiger gaan leven. Op dat moment besefte ik ook dat lichaam en geest écht verbonden zijn.
Vroeger als ik me slecht voelde, ging ik naar de sportschool en sportte ik er alles uit. Mijn hoofd raakte dan leeg, waardoor ik me beter voelde. Dat kon nu niet meer. Ik moest op zoek naar een andere mindset. Ik besloot 10 dagen naar een meditatiecentrum te gaan. Even stilte én even voelen, want ergens ging het niet goed. Zo heeft iedereen zijn lessen nodig en voor mij was dat dit. Je hebt maar één lichaam en daar moet je het voor de rest van je leven mee doen.’
Minder denken, meer voelen
‘Mijn gezondheid is mijn allergrootste geschenk. Ik ga het niet meer op het spel zetten door te vliegen. Ik zocht áltijd sensatie op. Het leven gaat niet alleen maar om gave en actieve ervaringen, maar ook om innerlijke rust en innerlijke vrijheid. Minder denken, méér voelen. Dat is mijn kijk naar het leven nu. Als je voelt dat je het kan, dan moet je het doen. Zo riepen alle artsen bij mijn bevalling dat ik een spoedkeizersnee moest, maar ik voelde écht aan mijn lichaam dat ik natuurlijk kon bevallen. Dat is me dan ook gelukt. Ik luister nu realistisch naar mijn gevoel.
Met yoga leer je die dingen voelen. Ik geef nu zelf ook yogalessen. Mijn leerlingen geef ik oefeningen, waarbij ze moeten voelen, het yogastandje op zich is niet belangrijk. Óf ademoefeningen, waar voel je dit, welke sensaties zijn er? Door mijn ongeluk ben ik niet minder gaan leven. Misschien zelfs wel meer, omdat ik weet dat het zó anders kan zijn. Ik zorg nu daarbij alleen beter voor mijn lichaam. Geen roekeloze acties ondernemen, maar voelen wat je lichaam je zegt. Minder nadenken. Je komt dan alleen maar in de twijfel, waardoor het misgaat én dat maakt je vrij.’