fbpx

Pinar is corona buddy op de IC: ‘Ik ben trots om op deze manier een bijdrage te leveren’

Deze maand delen we elke woensdag een verhaal van een vrouw die in 2020 te maken kreeg met het nieuws. Deze keer vertelt Pinar Gezmen haar verhaal. Ze werkt als operatieassistent in ziekenhuis Tjongerschans, maar omdat veel operaties niet doorgaan vanwege het coronavirus, werkt zij nu op de Intensive Care als corona buddy, om haar collega’s te ondersteunen. Een enorm heftige baan, waar zij met haar eigen ogen ziet hoe ziek mensen kunnen worden van het virus.

‘De eerste keer dat ik op de COVID-afdeling kwam, was ik zenuwachtig. Het was er donker en warm. De eerste vijf minuten dacht ik dat ik geen adem kon halen. Ik durfde niet dicht bij de patiënten te komen. Ik stond heel onhandig om het hoekje te kijken, om te zien of ik iets voor collega’s kon betekenen. Om mij heen gebeurden allemaal indrukwekkende dingen. Overal hoorde ik geluiden van monitors en patiënten. Het was heel overweldigend. Een half uur nadat ik binnenkwam, kreeg een patiënt een hartstilstand. Ze moesten hem reanimeren. Gedachten schoten door mijn hoofd, waar was ik beland?’

Tweede golf

‘Tijdens de eerste coronagolf dacht ik dat het heftig was, maar toen zat ik er nog niet middenin. Ik vond het ook raar om geen visite te hebben op mijn verjaardag. Met de tweede golf dacht ik: we gaan toch niet weer in een lockdown. Maar sinds ik aan de zijlijn sta van de patiënten die er het ergst aan toe zijn door corona, snap ik het volledig. Ik spreek niet meer met vrienden af. Het is niet alleen om mezelf te beschermen, maar ook anderen. Ik heb momenten gehad dat ik een brok in mijn keel had. Met dat gevoel kom ik thuis, maar ik kan er met niemand over praten. Ze snappen het niet en denken dat het niet zo erg is. “Het is toch maar een verkoudheid”, zeggen veel mensen. Als je dit niet zelf hebt meegemaakt, vind je het overdreven. Dat dacht ik zelf ook.’

Hulp

‘Het ziekenhuis waar ik werk is klein. We helpen elkaar waar we kunnen. Door het coronavirus werden de operaties flink afgeschaald. Op een gegeven moment had ik geen werk meer te doen en zat ik urenlang koffie te drinken. De keuze was dan ook snel gemaakt, toen mijn werkgever vroeg of ik wilde helpen op de IC.

Op de COVID-afdeling sta ik samen met drie verpleegkundigen en een andere buddy. Er zijn totaal acht bedden, maar het aantal patiënten verschilt per dag. IC- verpleegkundigen werken per patiënt. Elk bed wordt een eiland genoemd. Als ze aan het werken zijn met een patiënt, mogen ze daar niet vandaan. Wij geven dan alles aan en doen ook basis verpleegtechnische handelingen. Ik kan meer dan andere collega buddy’s. Voor mijn baan als operatieassistent werkte ik namelijk als verpleegkundige. Ik kan een infuus verwisselen, help met het draaien van patiënten en help met de dagelijkse verzorging.’

Bloed, zweet en tranen

‘Op de IC werken we met twee teams die om de twee uur wisselen. Als we naar de COVID-unit gaan, moeten we speciale pakken aan, een masker en bril op en handschoenen aan. Ik ben dat wel gewend door mijn werk als operatieassistent, maar bij dit werk is het toch anders. We staan daar twee uur lang en het is veel warmer dan op de operatiekamer. We hebben een vest van ijs aan en nog steeds voel je de hitte. Het is lastig om adem te halen. De pakken die we aan hebben zijn heel groot, waardoor je onhandig loopt en minder soepele bewegingen kan maken. Vooral de mondkapjes zitten heel strak. Het is niet zoals de foto’s die je misschien dit voorjaar hebt gezien van de Italiaanse verpleegkundigen, maar het zit niet fijn. Na een uur zit mijn hele gezicht vol met rode strepen. Het doet ook pijn als ik de rode plekken aanraak. De spatbril beslaat door de warmte. Je mag er ook niet met je handen aanzitten. Door de muts zweet je ook heel erg. Ik douche ervoor en erna, anders is het echt niet te doen.’

Moeilijk werk

‘Maar dat is niet het ergste. Het is vooral heftig om de patiënten op deze manier te zien lijden. Als operatieassistent gaan mensen niet dood op mijn tafel. Op de IC heb ik zulke heftige momenten meegemaakt, dat ik het bijna niet aan kon zien.

Een paar weken geleden kwam er een man binnen. Hij lag al aan de beademing. Hij leed heel erg aan het virus. De overlevingskans was minimaal. Je probeert je best te doen om 100 procent zorg te bieden. We waren hem aan het verschonen en aan het draaien. Het ging opeens heel snel achteruit. We moesten stoppen. De man had namelijk aangegeven dat hij niet gereanimeerd wilde worden. Je wilt je best doen om hem te helpen, maar als je ziet dat het steeds slechter gaat en je niks meer kunt doen… Dat vond ik heel eng. Het is misschien cliché om te zeggen, maar dan zie je pas wat het virus met de mens doet. Je voelt je machteloos. Ik had toen ochtenddienst. De middagdienst heeft hem zien overlijden. We hebben alles gedaan wat we konden doen, maar helaas. Als ik eraan terugdenk krijg ik er kippenvel van. Als ik rapportages over hem lees, was er vijf weken daarvoor nog niks met hem aan de hand. Hij had wat onderliggende problemen, maar hij kon nog lopen en praten. Het is een verschrikkelijke gedachte dat hij lopend naar het ziekenhuis kwam en nooit meer lopend terug gaat.’

Veranderingen

‘Elke keer als ik op de afdeling kom zie ik veranderingen. Mensen met nog heftigere klachten, mensen die zwaar lijden of nieuwe patiënten met nieuwe klachten. Inmiddels kan ik het gelukkig bespreken met mijn collega’s, maar dat betekent niet dat ik sommige dingen niet meer meeneem naar huis. Vorige week zondag was er een man die zich veel beter voelde. Hij kon antwoord geven en hij kon zijn armen en benen weer bewegen. Opeens ging hij heel snel achteruit. Ik snapte niet wat er op dat moment gebeurde. De dag ervoor lachte hij nog en nu was hij bijna dood. Ik vraag me dan toch af hoe het met hem gaat als ik thuiskom en vraag mijn collega’s de volgende dag er dan ook naar.

De corona meldingen stijgen steeds, dus ik ben zeker voorzichtig. Ik ga niet meer naar winkels om kleding te kopen en spreek niet meer met vrienden af. Ik wil zelf niet ziek worden. Ik weet ten slotte hoe erg je eraan toe kunt zijn. Daarnaast heb ik een vitaal beroep. Als ik ziek word, komt het niet goed. Ik moet mensen kunnen blijven helpen.’

Waardering

‘Ik hoop dat andere mensen ook bewuster worden. Het liefst wil ik ook op de markt chocolademelk drinken met vrienden. Maar als wij zo doorgaan, gaat dit nog jaren duren. Zolang wij patiënten binnenkrijgen, zal ik daar blijven werken. Natuurlijk zou ik ook graag weer vaker in de operatiekamer staan, maar de operaties kunnen niet allemaal meer doorgaan. Het gaat niet alleen over mij, maar ook over mijn collega’s. Het is fijn dat er extra hulp is en ik ben trots om op deze manier een bijdrage te leveren.’

Lees meer inspirerende levensechte verhalen:

Mayra Louise is op Instagram een boegbeeld voor body positivity: ‘Zoveel vrouwen voeren een strijd met hun lichaam’

Semra verloor haar vader en mag niet in haar ouderlijk huis blijven wonen: ‘Tijd om te rouwen heb ik niet’

Cindy’s zoon van 8 raakte door zinloos geweld ernstig gehandicapt: ‘Ik blijf vechten voor een goed leven voor Jelte’

Heb jij ook een verhaal dat je op wendyonline.nl zou willen delen? Stuur dan een mail naar redactie@wendymultimedia.nl



WENDY Zomer special

Zomer op een eiland!


Een special vol eilandliefde en eilandinspiratie.


 

LAAT JE INSPIREREN DOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF