OCD

OCD beheerste jarenlang Dominique haar leven: 'Ik ben super alert dat ik mijn angst niet op onze kinderen projecteer'

Dominique lijdt aan de angststoornis OCD. Een combinatie van angst en dwang, beheerste jarenlang haar leven. Eind 2010 werd ze dan ook opgenomen in een angststoorniscentrum. Momenteel is Dominique 34, en sterker dan ooit; ‘Als mij toen was verteld dat ik nu sta waar ik sta, dan had ik je niet geloofd.’

Ze was 14, en kwam voor het eerst terecht bij een psycholoog voor haar angststoornis. Helaas ging dit niet zoals gehoopt. ‘Hij ging veel te snel, daar was ik nog niet klaar voor.’ Een grote angst die Dominique als klein meisje had, was het tikken van de regendruppels op haar dakraam. Dit was angst op heel jonge leeftijd. ‘Ieder kind kent wel eens angst, alleen ik was volledig obsessief bezig met het weerbericht en bij iedere druppel was ik volledig in paniek’. Niet wetende dat haar angststoornis zich aan het ontwikkelen was. Na een periode waarin haar angsten zich steeds verder hadden ontwikkeld, kwam Dominique met haar man Stefan uiteindelijk bij een psychiater terecht. “Je bent moe he?”, zei ze ‘Ik brak direct, want ik was inderdaad doodop. Dat kon ook niet anders, want door de angsten sliep ik amper. Deze angsten onderdrukte ik namelijk door een dwanghandeling uit te voeren.’ Bij OCD kunnen angst en dwang samengaan, zo ook bij Dominique. Ze onderdrukte haar angsten door te tellen; teldwang. ‘Bij bijvoorbeeld het getal acht zou er iets ergs gebeuren, iemand zou bijvoorbeeld doodgaan. Als ik een willekeurige handeling drie keer uitvoerde, was alles veilig. Onbewust voelde ik mij extreem verantwoordelijk voor ieders geluk, en dat geluk wilde ik voor iedereen behouden. Mijn grote angst was dat ik anderen ongelukkig zou maken en door te tellen zou ik erge dingen kunnen voorkomen. Echter was ik mijn angst juist aan het voeden doordat ik indirect tegen mijzelf zei dat het tellen essentieel was.’ Hierdoor kwam Dominique in een vicieuze cirkel terecht; het werd steeds intenser. ‘Diep van binnen voelde ik dat dit niet normaal was, maar ik wist niet beter en zag het grotere geheel niet omdat ik zó in de angst zat. De angsten hadden zich geleidelijk ontwikkeld gedurende mijn jeugd.’

Angst om te stikken

Als kind was Dominique ook extreem bang om te stikken in voedsel. Vlees at ze daardoor bijvoorbeeld niet meer. Daarnaast was ze bang voor de kleur rood. Rood is bloed, bloed is ziek, ziek betekent dood, en dat betekent dat een ander ongelukkig zou zijn. ‘Ik was erg gefocust op allerlei soorten vlekjes met de angst dat het bloed zou zijn en maakte zelfs oneindig veel foto’s van vlekjes die ik per ongeluk had aangeraakt. Op deze manier kon ik later nogmaals zien dat het niks engs is.’ Naarmate de tijd verstreek, ontwikkelden zich steeds meer angstbronnen. Na veel therapie heeft ze geleed waar de essentie van haar angst lag: anderen ongelukkig zien of maken. ‘Wanneer ik zou stikken door vlees te eten, zou ik mijn familie ongelukkig maken.’  Toen haar ouders haar ov-chipkaart betaalden die zij nodig had voor haar opleiding als directiesecretaresse, checkte Dominique constant of ze de haar pas nog wel had. ‘Stel dat ik de pas kwijt zou raken, zouden mijn ouders een nieuwe kopen.  Dat zou ik erg rot voor ze vinden.’ De consequentie was dat ze extreem vaak controleerde. Zelfs zo erg, adat ze er extreem laat van kon slapen. Naast het stikken in vlees, was Dominique ook bang om in iets anders te stikken; de anticonceptiepil. ‘Ik was bang dat de pil zou blijven hangen, waardoor ik liters water dronk. Daardoor moest ik natuurlijk snel naar het toilet om te plassen, en ging ik mijn bed uit. Van goede nachtrust wist ik niks meer, maar ik moest en zou alles onder controle houden.’ De vraag van haar psychiater, “je bent moe he?”, was voor Dominique daarom een verademing. Eindelijk erkenning van iemand die er op professioneel vlak veel vanaf wist. In het centrum waar ze vrijwillig werd opgenomen, ontmoette ze meer mensen met angststoornissen. ‘Het gevoel dat er anderen waren die met hetzelfde te dealen hadden, gaf mij een gevoel van geruststelling; ik was hierin niet de enige.’

Keerpunt

Het belangrijkste voor Dominique was, dat ze uit eigen kracht geruststelling vond. ‘Ik moest het echt zelf gaan doen. Want hoeveel anderen ook hun best deden om mij gerust te stellen, werkte dit eigenlijk averechts. Door de geruststelling had ik vaak het gevoel dat de angsten er mochten zijn; ze waren dus reëel.’ Haar partner Stefan, die ze al sinds haar 15e kent, heeft haar angsten erg zien groeien. Iedere dag speelden er veel angsten, maar op een dag kreeg Dominique zo’n erge angstaanval dat ze allebei het besef hadden, ‘dit gaat zo niet langer’. Angst werd steeds groter, Dominique werd steeds kleiner. ‘Ik zag de realiteit niet meer. Angst was mijn wereld.’ Dat was het moment waarop ze realiseerde dat ze intensere hulp nodig had. Deze hulp kreeg ze. ‘Om mijn angsten te beheersen, moest ik datgene doen waar mijn irreële angst ligt. In een groep gingen we bijvoorbeeld naar een zwembad. Iedereen had zo zijn of haar eigen angst. Mijn angst was rood, en ik moest daarom de roestvlekken aanraken. Ik walgde ervan, maar het hielp. Zo gingen we bijvoorbeeld ook naar een ziekenhuis om mijn angst voor bloed te overwinnen. Alleen al de trapleuning aanraken, vond ik erg heftig. Stukje bij beetje kwam ik terug in mijn eigen kracht; de oefeningen hielpen.

Roze olifant

‘Na 10 weken opname voelde ik mij als herboren’. Enorm veel therapie, zelfreflectie en oefeningen verder. Ondanks dat ze zich heel sterk voelde bij haar ontslag, wist ze heel goed dat angst bij haar hoorde, en het voor haar geen kwestie van ‘genezen’ is. Naarmate de jaren verstreken, leerde ze zichzelf nóg beter kennen. Het is een stukje acceptatie, en altijd blijven reflecteren. Ik vind het vooral heel fijn om er open over te zijn. OCD is namelijk onderdeel van mij, en ik heb geaccepteerd dat het er nou eenmaal is.’ Dominique vergelijkt het met de zogeheten roze olifant; hoe minder je eraan probeert te denken, des te groter de olifant wordt. Het ontdekken van de essentie van de angst, was een proces om haarzelf beter te leren kennen. ‘Ik zie het als een verrijking, want het heeft mij ontzettend veel zelfreflectie gebracht. Ik werd gedwongen om naar mezelf te kijken. ‘Als ik kijk naar waar ik nu sta, kan ik zeggen dat angst mij niet meer in zijn greep heeft. Als ik nu angst voel, dan is dat vaak een teken dat ik wat beter voor mijzelf moet zorgen. Een avondje vroeg naar bed, bewuster eten of sporten. Ik neem mijn ruimte weer in, niet de angst.’ Het vinden van balans is voor Dominique een belangrijk thema. ‘Mijn triggers ken ik nu goed. Wanneer ik weinig balans heb, heb ik soms geen tijd voor mezelf. Het is een illusie dat ik altijd maar in balans ben, maar als ik weet dat ik angstig ben vanuit disbalans, dan kan ik het heel vaak al een plekje geven zonder iets met de angst te doen. Dan is het extra belangrijk dat ik mijn voeding en slaap op peil houd. Zie het als een weegschaaltje; drukte, voeding en slaap moeten in balans zijn. Als dit uit balans raakt, weet ik dat de angstgevoelens opkomen. Daarbij zie ik angst als een keuzemoment; ga ik erin mee, of ga ik mij ertegen verzetten.’

Trots

‘Ik ben trots op wat ik heb bereikt. Ik ben moeder van drie kinderen, Stefan en ik zijn gek op elkaar, we hebben een prachtig gezin en ik hou van ondernemen met mijn twee eigen bedrijven (recruitmentbureau en freelance interimmer). Angst is mijn struikelblok, niet dat van de kinderen. Daarom ben ik super alert dat ik mijn angsten niet op onze kinderen projecteer. Soms vervloek ik mijn angsten echt nog wel eens, maar na mijn opname ben ik mijn angsten gaan omarmen. Nog steeds trek ik niet voor mijn plezier een rode trui aan, en bloedprikken vind ik minder fijn. Toch belemmert het mij niet meer in mijn dagelijkse bezigheden. Het masker is af; ik weet dat ik goed voor mezelf moet zorgen.’