In deze leefstijlweek delen we ook een interview met Wendy zelf over haar weg naar gezondheid. Voor Wendy zelf zit het geluk van het leven voor een groot deel in gezond eten en bewegen. Maar hoe doe je dat binnen je gezin met al die verschillende behoeften? En wat heeft ze haar buurvrouw, tevens moeder, inmiddels geleerd? We spraken met Wendy over waarom gezond leven zo belangrijk voor haar is.
De hang naar het gezonde leven, heb je die van huis uit meegekregen?
‘Ik ben opgegroeid met sport. En met de leus: Een Van Dijk geeft nooit op. Bij zwemwedstrijden op school was ik bij lange na niet de beste, maar onder luide aanmoedigingen van mijn broer en vader tikte ik mooi als eerste aan. Alles op karakter.
Bewegen werd ons met de paplepel ingegoten. Mijn vader voetbalde, er werd getennist, ik sprong, danste en turnde door het leven. Extreem beweeglijk. Als mijn moeder door het raam keek, zag ze alleen maar benen. Van voeding hadden ze thuis minder kaas gegeten. Vader linkte het thema gezondheid alleen maar aan de tandarts. Hij had zelf een slecht gebit en daarom vond ie het heel belangrijk dat mijn broer Mike en ik bijna geen gaatjes hadden. Toen Mike zijn eerste gaatje kreeg, smeet mijn vader zo al het snoep in de prullenbak. Maar verder kregen we nooit de boodschap mee wat voeding nou eigenlijk doet voor je gezondheid.’
Wanneer werd dat zaadje geplant?
‘Die eyeopener kreeg ik pas echt toen ik het programma Obese presenteerde. Dankzij de voedingscoaches hoorde ik veel van wat ik nog niet wist en ben ik me erin gaan verdiepen. Niet te ingewikkeld, niet te moeilijk, je kunt als je alles tot je neemt er ook van in de stress raken en door de bomen het bos niet meer zien, maar ik ben wel heel erg naar de basis gaan kijken. Wat dat betreft is er nog een wereld te winnen. Veel mensen denken nog steeds dat het gezond is om hun kinderen appelsap mee te geven naar school, terwijl in heel veel van die sapjes vier klontjes suiker zitten. Vroeger wist je niet beter. Wij dronken in onze kindertijd gewoon cola en sinas, Spa Rood vond ik aanvankelijk helemaal niks, dat heb ik mezelf leren drinken totdat ik het echt lekker vond. Ik ging het drinken toen dansen belangrijk werd in mijn leven. Ik wilde erop gaan letten dat ik niet al die suikers binnenkreeg waar ik zo moe van werd. Melk, ook zoiets. Goed voor elk, zeiden ze. En: van melk word je sterk. Ja, dat zal best, maar voor mij ging die vlieger niet op. Melk paste helemaal niet bij mij, terwijl mijn broer er juist weer heel veel aan had.’
Als ik nu aan Wendy van Dijk denk, denk ik: die is echt bezig met gezondheid, bewegen, voeding. Waarin zit de kern van die drive?
‘Wat ik inmiddels heb geleerd: zoek een middenweg en bedenk wat goed past voor jou. Ik heb door een simpele prik in mijn vinger zo veel informatie gekregen over wat wel en niet gezond is voor mij. Uit die bloedtest bleek dat ik niet goed ga op lactose en tarwe. Ik had daar een intolerantie voor. Maar spelt kan ik wel goed hebben, daar krijg ik energie van. Nou, die stap van tarwebrood naar speltbrood is te behappen. Sinds ik daarop heb ingespeeld, voel ik me beter en is mijn huid veel stralender. Eczeem, uitslag, koortslippen? Altijd last van gehad en nu bijna nooit meer. Het is bovendien afhankelijk van je lichaamsbouw waar je goed op gaat. Ik heb veel koolhydraten nodig. Van alleen een salade word ik bloedchagrijnig. Als je al dit soort simpele dingen van jezelf weet, gaat er een knopje aan, het besef: zo, dit heeft effect! Het is vaak een kwestie van inspelen op de situatie. Als ik een megadrukke dag heb, moet ik geen pizza of pannenkoek eten, dan stort ik in. Maar op een vrije dag? Boeien. Dan doe ik dat gewoon, als ik er trek in heb.’
Het is vaak een kwestie van: kleine aanpassing, groot geluk?
‘Ja, en in mijn geval ook: niet doorslaan. Ik heb een keer een histaminetest gedaan, nou, daar kwam me een lijst uit. Ik mocht eigenlijk niks meer. Als ik dat allemaal was gaan opvolgen, had ik geen leven meer gehad. En toch. Ik heb er wel degelijk wat dingen uit opgepikt. Zeg zelf, is het nou zo erg om aubergine te vervangen door courgette? En bij andere dingen dacht ik ook: is het nou zo erg om dat te laten staan? Die lijst kroop op een gegeven moment toch wel steeds meer in mijn hoofd en omdat ik me ook echt beter ging voelen door her en der wat aan te passen in mijn voedingspatronen, dacht ik: jaha, het is echt waar: meten is weten. Dat moet je jezelf gewoon gunnen. Er komt zo veel informatie uit alleen al je darmen. Dus mijn belangrijkste boodschap is: maatwerk. Want wat goed is voor mij, hoeft nog helemaal niet goed voor jou te zijn. De vraag die iedereen zich moet stellen is: wat werkt voor mij?’
Dus dat is de kern van jouw verhaal?
‘Mijn zendingsdrang voor gezond eten en bewegen komt vooral voort uit de grote transformatie die ik zelf heb ondergaan. Ik heb zo aan den lijve ondervonden hoe gemakkelijk sommige dingen zijn aan te passen en wat voor grote gevolgen dat dan heeft. Daarom wil ik het zo graag delen. Die wetenschap: als je nou maar weet wat voor jóú werkt, kun je er iets aan doen. En dan is het zo simpel. Het is een berg waar je tegenop kijkt, maar door kleine aanpassingen in je levensstijl kun je je zo veel beter gaan voelen.
Mijn missie is bewustwording te stimuleren. Als ik aan Obeseterugdenk: zo veel van de mensen die in dat programma zaten, waren zich er totaal niet van bewust welke groenten er allemaal bestonden. Of dat er pindakaas en pindakaas bestond, dat daar heel veel verschil in bestaat. Of dat je niet heel lang heel weinigmoest gaan eten, maar juist heel vaak en dan niet zo veel.Er valt nog zo veel kennis te halen. Wat dat betreft heb ik veel aan personal trainer Kelby Jongen, echt een expert is zij op het gebied van voeding en sporten. Zij werkte al mee aan Obeseen is nu ook een van onze deskundigen op wendyonline.nl.
De reden dat ik zo in haar geloof is doordat zij alles structureel aanpakt. Variatie is daarbij extreem belangrijk. Strakke diëten werken negen van de tien keer niet op lange termijn, je kunt beter je leefstijl aanpakken. En je moet ook niet gaan bewegen om af te vallen, dat is een fijne bijkomstigheid, maar als je veel sport komen er ook kilo’s bij omdat je spieren kweekt. Sporten gaat veel meer over je goed voelen, en energieker, zodat je meer aankunt.’
Dus jouw conclusie is…
‘Ken je lijf goed, wees bewust en blijf nieuwsgierig, merk de signalen van je lijf op. En accepteer dat je lijf in de loop van de jaren ook verandert. Neem mijn crush op koffie. Dat werkte vroeger veel beter voor mij dan nu. Ik werd altijd zo gelukkig van twee espressootjes ’s ochtends. Maar ik merk de laatste tijd dat het niet meer zo goed is voor me. Dat is niet leuk. Net als met alcohol. Ik ben nooit een drinker geweest, maar af en toe een goed glas champagne vond ik heerlijk. Het is gek, maar het smaakt me niet meer, die bubbels. En dat kan kloppen, dat zijn de hormonen. Van koffie en alcohol krijg je tijdens de overgang ook vaak opvliegers. Mijn hoofd is er nog niet aan toe, maar mijn lijf geeft dit wel aan. Alles draait om een voortdurende bewustwording. Je moet aanpassen en meebewegen. Mijn lijf verandert gewoon.’
De genen spelen natuurlijk ook een grote rol. In jouw geval: de tengere bouw?
‘Onlangs trok de schooldokter aan de bel toen mijn dochter Lizzy bij hem binnenkwam: “Jee meissie, ben jij niet een beetje te licht?” Maar toen kwamen oma en ik binnen en begreep ie het meteen: “Laat maar! Ik zie het al.” Mijn moeder en ik zijn heel slank gebouwd. Het zit in ons dna dat we kunnen eten wat we willen, we komen niet aan.’
Hoe vind jij dat zelf eigenlijk?
‘Ik zei altijd dat ik gezegend was. Hoewel, zo met de overgang in aankomst, merk ik wel dat de pondjes iets gemakkelijker blijven hangen inmiddels. Nou ja, so be it. Ik heb nu even minder koolhydraten nodig, dat zie ik.’
Dat is dus ook de tip die steeds terugkeert in jouw verhaal: goed blijven opletten hoe je lichaam verandert?
‘Superbelangrijk, dat je je lichaam goed kent, dat je het kunt lezen als het ware. En er dan op in kunt springen met je voeding. Daarin zijn we al zo veel verder dan vroeger. In mijn puberteit werd eten een worsteling. Ik slikte de pil, voelde me niet lekker in mijn lijf. Als ik toen had geweten, wat ik nu weet, was dat vast veel beter gegaan. Nog steeds wordt er op scholen en sportclubs zo slecht gegeten. Dat is toch ongelofelijk? Nog steeds kan ik in pretparken met mijn kinderen niet om pizza, patat, poffertjes en pannenkoeken heen. Er is een wereld te winnen. Als wij een boodschap willen doorgeven aan onze kinderen, moeten we daar toch echt eens iets aan gaan doen. We worden allemaal dol van al die veel te drukke kinderen en wat doen we? We triggeren ze nog eens extra met al dat slechte suikerrijke voedsel…
Wat ik ook zo apart vind, is dat nog zo veel mensen bij een broodje gezond denken dat ze dan het allergezondste broodje ooit eten. Maar dat is een bom aan calorieën en als je niet tegen een van de bestandsdelen kunt, omdat je er bijvoorbeeld een intolerantie voor hebt, ben je mooi klaar. Dus het is altijd de vraag: wat is jóúw broodje gezond?’
*
Omdat we nu zo veel meer weten dan vroeger, denk ik dat jouw moeder misschien meer leert van jou als het om gezond bewegen en eten gaat dan andersom?
‘Ja, daar zit wel wat in. Bij ons thuis waren mijn vader, mijn broer en ik de sportfanaten. Mijn moeder was druk met het huishouden en werkte in een lunchroom. ’s Avonds maakte ze schoon, ze had weinig tijd om te sporten. Maar nu woont ze naast ons en pikt ze steeds meer dingen van ons op. Zeker in coronatijd kwamen de muren op haar af en toen is ze gaan lopen. Eerst het dijkje op en af, 3,5 kilometer heen en 3,5 kilometer terug. Zo begon ze energiek aan haar dag en inmiddels wandelt ze zo vijftien kilometer op een dag weg. Ze is bijna 76 en fitter dan ooit. Ook is ze zich door ons bewuster geworden van haar voeding. Ze is geen snoeper, maar ik heb wel gezegd: “Mam, meer koolhydraten en eiwitten eten, anders blijft er met al dat wandelen niks van je over.” Ze merkt wat het doet met haar. Door al dat bewegen en beter eten zit ze zo veel lekkerder in haar vel. Die gaat met al die buitenlucht die ze nu opsnuift zingend en neuriënd door het leven. Ze zei laatst wel: “Ik denk dat ik een beetje verslaafd ben aan dat lopen.” Ze kreeg ook wat blessures. Mijn broer Mike zei: “Maar mam, je loopt ook veel te hard.” Dat zijn weer onze genen, typisch familie Van Dijk. Die drang om door te slaan. Zij had het totaal niet door: “Te hard? Dat valt toch wel mee.” Mike zei: “Ge-nie-ten! Mam, je moet blijven bewegen, maar ook ge-nie-ten.”
Hoe ging het met jouw kinderen in de lockdown-tijd? Hingen die niet met een zak chips steeds achter hun schermen?
‘Nee, gelukkig niet. Sem heeft geleerd dat hij sport nodig heeft, met zijn adhd. Hij wilde geen medicijnen slikken, heeft ervoor gekozen zijn omgeving – lees school – en voeding aan te passen. Hij kreeg het zelf door: als hij trek kreeg en een snelle hap of chips nam, gebeurde er van alles in dat lijf. Dat moest anders. Zoals hij ook naar buiten moest, rennen. Sinds hij elke dag sport, wat ie echt móét, voelt hij zich tien keer beter. Lizzy werd wel bleekjes door al dat thuiszitten tijdens de lockdowns. Die kan het heel goed verwoorden: “Ik zit niet lekker in mijn vel.” Ze miste het turnen zo. Ik zei: “Kom op meissie, doe je pakje aan, we bouwen de hele huiskamer om tot turnzaal.” Een uur lang heb ik haar laten turnen. Je zag het verschil erna, ze straalde. Ze gaat nu ook mee met wandelen. Zegt ze: “Vind je dat niet bijzonder, mam, dat ik als tienjarig meisje met jou wandel?” Laat ik haar een muziekje uitzoeken en dan gaan we tijdens het lopen een TikTokje maken. Maar zij let ook heel erg op de natuur, benoemt alles. Ze groeit op met de wetenschap dat je van bewegen gezonder wordt.’
Hoe zit het met jouw man Erland? Die is ook heel gezond, maar even tussen ons: eet ie nog steeds pakken vol Bastognekoeken?
‘De familie Galjaard bestaat uit zoetekauwen. Dat krijg je er niet meer uit. Als je bij ons het ontbijt ziet: ik de geitenkaas, Er de gestampte muisjes. In Lizzy zat dat suiker-minnende ook altijd. Dol op chocoladekoekjes. En daarna: agressieve buien. Toen heb ik haar uitgelegd hoe het zit met de suikersoldaatjes. Want als zij zich zo voelde, begreep ze er niks van, was ze echt verdrietig. “Waarom ben ik zo boos, mama?” Dan zei ik: “Jaha, dat komt door de suikersoldaatjes. Die gaan in jouw lijfje marcheren.” Toen begon ze het te herkennen, kwam er bewustzijn: als ik andere keuzes maak, blijven die soldaatjes rustig in hun hok en voel ik me beter. Als zij nu met Sint-Maarten langs de deuren loopt, vindt ze het nog steeds fantastisch om al dat snoep te verzamelen, maar ze eet het niet meer op. Ze vond het op een gegeven moment echt te zoet, niet meer lekker.’
Klinkt als een sprookje en ergens ook heel logisch…
‘Ja, maar suiker is gevaarlijk, dat is echt afkicken en het sluipt er ook zo weer in. Er was een tijdje waarin ze iedere avond een appel en chips van mijn moeder kreeg. Toen merkte ik aan Lizzy dat ze meteen weer onrustiger werd. Dat kwam toch van die chips. Alles is gewenning, alles bestaat uit patronen. En je hebt die zelf in de hand, maar je moet wel sterk in je koppie zijn.’
Ja, dan komen we op iets heel belangrijks. Je brein, je wil. Daarin moet je sterk zijn?
‘Ja, maar ook heel verstandig. Wat verlangt het lijf, daar moet het brein goed naar kunnen luisteren. Weet je? Vroeger legde ik de lat heel hoog. In die levensstijl paste bikram yoga. Bloed, zweet, tranen. Ik vond het heerlijk. Ik ging hardlopen, en hup, dan moest het ook meteen een marathon zijn. Ik merk dat ik daar nu wel klaar mee ben. Ik word er moe van en krijg blessures. In deze fase van het leven werken andere dingen beter voor mij. Dat heel fanatieke ging weg. Ik voelde verzet. En toen ben ik gaan bijstellen. Ik ben niet gestopt met bewegen of yoga, maar ging het anders invullen. In plaats van hardlopen wandel ik nu heel veel. Dan kijk ik om me heen, luister ik naar de vogels of muziek, en ben ik zo twee uur verder. Variëren in vormen van beweging werkt ook goed voor mij. Op 11 september rijd ik samen met Anouk Smulders en Leontien van Moorsel met een vrouwenteam de Amstel Gold Race, daardoor fiets ik nu veel om me goed voor te bereiden. Maar skeeleren met Lizzy vind ik ook heel leuk. Voorheen was de periode van het strakke regime heel goed voor mij, nu maak ik andere keuzes. En daarop pas ik ook weer mijn voeding aan.
Als je steeds de signalen van je lichaam negeert, krijg je problemen. Als ik maar was doorgegaan met heel gedisciplineerd bikram en hardlopen, was ik misschien wel in een burn-out terechtgekomen. Daarom zeg ik: stel je prioriteiten. Wat is voor jou nu even echt het belangrijkste? En als dat iets anders is dan je normaal doet, doe dan maar even dat andere.’
*
Vanuit die wetenschap dat je individueel sterk moet kijken naar: wat is goed voor mij, hoe eten jullie dan thuis?
‘Ik heb me verdiept in ayurveda. Daar pik ik dan wat dingen uit. Dat vind ik wel leuk aan ayurveda: wat voor type ben je? Waar gedij je op? Voor de een is zwemmen goed, zoals voor Er, voor de ander is het yoga, zoals voor mij. En zo is het met voeding ook. Er zegt altijd tegen me: “Jij eet als een bouwvakker.” Grote maaltijden. Machtig. Hij houdt niet van warm en zwaar eten, hij wil koud en licht. Ik ben de man, hij de vrouw als het om eten gaat. Ik heb mijn bord soms al half leeg en dat zit hij nog niet eens aan tafel. Hij wil alles afgekoeld.
Je kunt niet één ding op tafel zetten dat voor iedereen goed is. Sem en ik willen zware speltpasta met sauzen, Lizzy en Erland eten paste liever licht, zonder saus. Nou, dan doen we toch een kleine aanpassing en eet iedereen vrolijk mee. Iets anders is dat je bij kinderen je bord ook zo kunt opmaken dat je ze daarmee uitnodigt lekker te gaan eten. We maakten er bij Lizzy vaak een gezichtje van. En: zélf laten opscheppen. Werkt ook altijd. Je hebt als gezin, als familie, samen de verantwoordelijkheid gezond te blijven. Je moet het met elkaar doen. Wij weten in ons gezin ook hoe belangrijk het is dat we ons sportmoment hebben, daarin nemen we onze kinderen mee.’
Jullie kinderen zien thuis het goede voorbeeld en dat doet goed volgen. Er zijn ook heel veel mensen die minder gemakkelijk zijn te inspireren. Hoe doe je dat?
‘Dat is wel grappig, dat je dat vraagt. Op mijn platform omarmen we ook júíst de mensen die misschien niet zo veel met sporten hebben. Wij kijken heel erg naar: wat is jouw wens, jouw doel? Wil je fit worden, je energiek voelen? We willen inspireren, tools en tips geven. De uitdaging te schetsen en samen die op te zoeken. We hebben een tijd lang nieuwslezeres Hannelore Zwitserlood gevolgd, zij had altijd een bloedhekel aan sporten en wilde toch de uitdaging aangaan, een triatlon voltooien. Ik vond dat nogal wat. Maar nu zegt ze: “Ik durf het bijna niet te vertellen, maar ik mis het hardlopen alweer.” Hannelore heeft een heel andere levensstijl ontwikkeld, andere patronen gekregen. En ze voelt zich er veel beter bij, hoe mooi is dat? Waarbij ik meteen zeg: wat zij als doel had was wel heel extreem, het kan ook met veel kleinere stapjes en veel kleinere doelen.
We willen daarin echt iets toevoegen met ons platform, we willen een brede doelgroep motiveren in beweging te komen. En dan gaan we echt niet zeggen tegen iemand die nog nooit heeft hardgelopen: ga jij maar even vijf kilometer lopen. Dat schiet niet op. We hebben inmiddels een heel team van experts op wendyonline.nl en die nemen je als het ware bij de hand om stapje voor stapje je eigen weg af te leggen.’
Hoe kijk je naar de generaties die na ons komen?
‘Als het om de jeugd gaat, maak ik me soms wel zorgen. Die jongeren hangen vaak alleen maar in de schoolbanken. Al dat stilzitten! Dat kan toch veel beter? Juist jongeren móéten bewegen. Sporten stimuleert het brein. Muziek en bewegen, dat is zo essentieel. Laat ze even dansen en bewegen, dan gaat die wiskunde er ook weer veel gemakkelijker in. Nu wordt de hele tijd een deksel op de ketel gehouden en als je dat te lang doet, explodeert het. Naar buiten met ze! Houd dat brein fris en dat lichaam fit!’