Door haar ervaring bij Expeditie Robinson raakte Marion Pauw gefascineerd door groepsprocessen. Het werd de inspiratie voor haar thriller Tijgerlelie.
Had je voor je deelname aan Expeditie Robinson verwacht dat dit idee eruit zou rollen?
‘Ik ging erin met het idee dat ik mooie gesprekken zou voeren en vrienden voor het leven zou maken. Maar dat liep nogal anders. Ik vond geen aansluiting en werd al vrij snel verstoten. In Spanje leef ik als een soort kluizenaar op een berg. Als ik in Amsterdam ben, waar mijn vrienden zijn, ga ik naar feestjes, heb ik etentjes, dat soort dingen. Maar een nieuwe groep maak ik zelden nog mee. Het bracht me helemaal terug naar mijn jeugd, toen ik als zesjarig meisje uit Tasmanië naar Nederland ben verhuisd. Daar was ik ook een vreemde eend in de bijt. Ik sprak de taal niet en was gewend om in een rood geblokt school uniform naar school te gaan. Ineens kwam ik in een totaal andere wereld terecht. Op mijn vijftiende ben ik nog eens verhuisd van Leeuwarden naar Putten. Ik kwam wéér terecht op een nieuwe middelbare school, waar alles compleet anders was. Ik ben vaak in mijn leven de outsider geweest die zich in een groep moet vechten. Nu moest ik er wat mee doen.’
Viel het kwartje voor het boek al op het eiland?
‘Daar had ik toen niet de ruimte voor, ik was keihard bezig om te overleven. Niet fysiek, maar puur in psychologisch opzicht. Kort daarna kwam ik thuis in Spanje en besloten mijn man en ik met de daktent te roadtrippen. In de Pyreneeën zagen we een hotel aan het einde van de weg tussen twee bergwanden in; heel onheilspellend. De receptie vertelde mij dat het hotel in de winter gesloten was voor twee maanden. Toen vielen de puzzelstukjes samen en zag ik het hele boek voor me. Als je met een groep mensen op dit hotel moet passen kun je geen kant op als het mis gaat.’
Wat heb je geleerd over groepsprocessen?
‘Ik heb met heel veel experts gesproken over hoe het mis kan gaan in een groep. Mieke van Stigt die het boek Alles over pesten schreef, zei tegen mij: Het ligt niet aan de hoogste boom dat de bliksem inslaat. Pesten en buitensluiting ontstaat omdat er te veel spanning in een groep is en dat moet ergens naartoe. Je moet het dus niet persoonlijk opvatten. Wat ik zelf heb geleerd is dat je vooral niet je best moet gaan doen om tóch die aansluiting te vinden. Nooit proberen om bij mensen te horen, die niet bij jou horen. Zoiets moet organisch ontstaan.’
Je woont in Spanje, hoe is dat voor het schrijven?
‘Voor je het weet, heb je een hele volle agenda in Nederland. De hele vibe in de stad is anders; in Amsterdam heerst een drukke en gejaagde sfeer. In Spanje gebeurt er niks. Drie keer per dag rijdt er een boer langs naar wie ik zwaai, én dat is het. Het is daarom de ideale omgeving om in alle rust aan een boek te kunnen werken. Drie jaar geleden ben ik er komen wonen en ik vind het een heerlijkheid. In de zomer ben ik nog wel veel in Amsterdam, daar zijn mijn vrienden, kinderen en mijn werk. Als ik maandenlang in de tuin heb gewerkt en heb geschreven, heb ik zin in actie. Je kunt me niet blijer maken dan met een verkleedfeest met als thema sprookjeswonderland. De combinatie van ultieme rust en ultieme drukte werkt goed voor mij.’
In 2015 had je een korte stop, hoe was dat voor je?
‘Achteraf had ik toen een burn-out te pakken. Ik heb geleerd anders te schrijven. Ik had altijd te krappe deadlines en te veel afspraken. Alles was zo krampachtig. Het plezier in het schrijven verloor ik. Toen het niet meer hoefde, kwam het plezier weer terug. Dit is wie ik ben, een geboren schrijver. Dit is wat ik het liefste doe en aan de wereld te geven heb. Maar ik schep er wel andere voorwaarden omheen; meer rust. Ik laad nu op van schrijven in plaats van dat ik leegloop. Als ik lekker in de flow zit, ben ik het gelukkigste mens op aarde. Spanje heeft een enorm verschil gemaakt daarin.’
Stoppen zit er dus niet meer in?
‘Nee, maar zodra dit boek uit is, ga ik een paar maanden andere dingen doen. Ik wil heel graag goed veganistisch leren koken en met mijn tuin wil ik een enorme stap zetten. Het verbouwen van mijn eigen groenten gaat nu nog wat knullig. De helft mislukt, haha. Komende maanden wil ik meer leren over de permacultuur en welke planten elkaar versterken. Daarna pak ik het schrijfproces weer op.’
Heb je alweer inspiratie voor een nieuw boek?
‘Normaal gesproken voel ik paniek nadat ik een boek af heb, ga ik ooit nog een goed idee krijgen, denk ik dan. Dit heb ik nog nooit eerder gehad, maar ik heb twee boeken op de plank liggen. Waarvan ik er eentje voor de helft af heb. Dat is heel riant. Ik voel wel dat ik nu nog niet de energie heb om eraan te werken. Ik laat mij leiden door zin. Op een gegeven moment krijg ik vanzelf weer zin om te beginnen. Daar kan ik altijd op vertrouwen, dat is nog nooit niet zo geweest. Het verhaal begint dan steeds harder aan mij te trekken. Ik wil dat ook dat soort dingen organisch doen, dan ga je uit flow werken.
Wat is je favoriete scène uit het boek?
'Lili heeft enorme bindingsangst. Tegen haar minnaar heeft ze gezegd dat ze getrouwd is, wat ze helemaal niet is, maar dat doet ze om hem op afstand te houden. Op een gegeven moment is ze in een hotel met een oude schoolvriend. Opeens stapt haar minnaar diezelfde lift in en denkt hij dat dat haar echtgenoot is. Dat vond ik zelf een hele grappige scène. Ik hou heel erg van dat soort kleine gekke vondsten. Mijn boeken hangen samen van allemaal kleine gekke ideetjes.’
Dus niet één van spannende momenten?
‘Normaal is dat wel zo, maar de meest heftige scène van het boek gaat over seksueel geweld. Dat heb ik nog nooit eerder beschreven en het was ook veel moeilijker dan een moord. Zelfs met redigeren vond ik het nog lastig om te lezen. Ik denk dat het iets is wat heel veel vrouwen overkomt. Ik heb zelf ook weleens te maken gehad met grensoverschrijdende situaties. Ik wilde daarom graag iets schrijven wat voor vrouwen herkenbaar is. Mijn hoofdpersoon bevriest helemaal, dat gebeurde mij ook toen het mij overkwam. Als slachtoffer heb je de neiging om jezelf de schuld te geven. Ik vond het daarom nodig om de scène te schrijven, zodat vrouwen weten dat ze niet de enigen zijn die zo reageren. ‘Waarom heb je niet gevochten?’ vragen mensen dan. Een freeze-reactie komt heel vaak voor.’
Het boek heeft dus veel verschillende boodschappen?
‘Er zit veel psychologie en thematiek in. Ik probeer wezenlijke boeken te schrijven. Je kunt het lezen als psychologische thriller voor vermaak, het is echt een page turner. Maar ik probeer ook altijd mensen aan het denken zetten. Hoe zit het bij mij in een groep? Welke rol neem ik in? Je hoeft er niet over na te denken, maar als je wilt, vind je ook die diepgang. Ik praat met veel deskundigen tijdens het schrijfproces. Voor dit boek sprak ik met iemand die gespecialiseerd is in pesten op scholen. Ook heb ik gesproken met een hoogleraar sociale psychologie. Ik probeer zoveel mogelijk kennis op te doen tijdens het schrijven van de boeken. Voor mijn eigen verwerking, maar ook omdat ik wil dat dingen kloppen.’
Tijgerlelie is uitgegeven bij Ambo|Anthos en te koop voor 22,99 via deze link.