Ruud en Olcay

Interview met Ruud de Wild en Olcay Gulsen: 'Kanker heb je niet alleen'

In tijden van liefde en corona kreeg kunstenaar/radio-dj Ruud de Wild onverwacht de diagnose kanker. Wat deed dat met hem en zijn partner, Olcay Gulsen? In de serie Ruud & Olcay, die vanaf woensdag 26 mei te zien is op PowNed, komt onder meer het herstel van Ruud aan bod nadat bij hem in 2021 darmkanker was gediagnosticeerd. Ook komt de verbouwing van hun huis aan bod, net als een groot tuinfeest van het tweetal. 

Ruud de Wild ziet er goed uit. Blond haar, even weer wat anders, de lach nooit ver weg. Hij weegt ieder woord op een goudschaaltje. Geeft weinig directe antwoorden, koerst op eigen gedachten. Daar zit hij. Hij leeft.

Graaft in het recente verleden: ‘Ik maakte een reeks pos-casts, 30 MINUTEN R AUW, die ik had aangepast voor de week van KWF Kankerbestrijding: 30 MINUTEN RAUW, maar dan met een zwart randje: 30 MINUTEN ROUW. Het was de eerste week van september 2020. Ik interviewde steeds een andere gast, waaronder Simon Keizer. Hij had als vijftienjarige jongen zijn vader verloren aan kanker. In-eens zei Simon: “Eigenlijk vind ik dat iedereen zich steeds moet laten onderzoeken, anders kan het te laat zijn.” Ik begon te denken over wat Simon zei. Geen alarmbellen. En toch. Ik dacht: weet je wat, ik ga toch eens langs.’ Niet eens een stilte. ‘En ineens zit je met de diagnose. Kanker.'

Hoe ging dat dan?

‘Darmonderzoek, biopsie, MRI, CT. Het hele riedeltje. Er gebeurde van alles met me. Ik had dit allemaal niet ver-wacht, ik dacht: joh, ik doe zo’n onderzoekje, loop naar buiten en dat was het dan.’

Olcay zat naast hem. Ze had net een serie voor SBS opgenomen: BN’ers in het Ziekenhuis.Voor iemand die niet tegen bloed kan, was ze razendsnel vertrouwd geraakt met de dans tussen leven en dood, vreselijke beelden, grote emoties. Ruud: ‘Maar ja, ik was wel haar geliefde. Voor haar was het heel naar. Voor mij was het een zegen dat ze net dat programma had gedraaid. Omdat ze in zo’n korte tijd zo veel had gezien, reageerde ze enorm koel en adequaat. Stelde de juiste vragen. Zei de juiste dingen. Dat heeft me echt geholpen.’

Je nam haar meteen mee dus. Voelde je toch iets?

‘Nou... je gaat natuurlijk wel kijken in een gebied waar iets kan zitten. Darmen zijn altijd tricky. Ja, moeilijk dit, ik geef toe dat ik wel het gevoel had dat er ‘iets’ kon zijn. Je weet dat er in de darmen altijd wat te vinden is. Maar het kwam echt wel als een donderslag binnen.’ Olcay: ‘Ik moest huilen toen ik het hoorde. Ik had vooraf juist een houding van: komt goed, joh. Ruud is een beetje een hypochonder. Ik zei: “Joh, fluitje van een cent, dat onderzoek. We gaan straks lekker lunchen.” Maar het duurde zo lang. Ik dacht: dit is niet goed. Kwam hij in tranen naar buiten. Ik schrok me te pletter. Konden we niet weg? Ze hadden het vast tegen de verkeerde mensen. Wij hadden helemaal geen kanker. Toch?’

Vechter

Ruud, dacht je: dit gaat niet over mij, dit moet een vergissing zijn?

‘Nee, ik heb nooit gedacht: waarom ik? Het lijkt wel echt bij mij te horen. Ol en ik zeiden: “Dit kunnen we dan ook weer afvinken.” Dit hoort bij vechten. En vechten hoort bij mij.’ Hij kijkt in de verte. Een grijns, ergens tussen ongemak en verlegenheid in. Dan: ‘Na de diagnose moet je verder. We hoorden meteen: agressieve vorm.’

Hoe reageerde je?

‘Ja, oké wel eigenlijk. Ol zei dat ze niet had verwacht dat ik zo rustig bleef. “Dat jij zo’n vechter bent, joh,” zei ze. Blijkbaar zit ik zo in elkaar. Als het moet, dan moet het. Als ’t erom spant: dan ga ik ervoor. Ik ben geen janker, mijn wereld donderde gelukkig niet helemaal in elkaar. Ik dacht wel: waar gaat dit naartoe? Dat vond ik spannend. Waar ben ik morgen? Hoe moet dat met die scans, waar bestaat de molen uit waarover iedereen het heeft? Kanker is toch iets dat je wel kent, maar nooit zelf krijgt. Tot je het hebt.’ Zijn gezicht klaart op. ‘Maar! Ik ben geopereerd door een van de beste chirurgen. Ik ga verder niet heel erg opschep-pen over hem, anders krijg ik op m’n kop. Hoe dan ook: deze man was mazzel. Jurriaan Tuynman van het VUmc, een held. Hij zei: “Het wordt een heel zware operatie.” Daar had ie geen woord over gelogen. Meteen daarna zei hij: “En de volgende dag trap ik je al uit bed.” Ook dat was niet gelogen. Ik heb vijf hele meters gewandeld, het voelde als drie marathons.’

Je praat er vrij licht over, humor als medicijn?

‘Lachen en liefde hielden me op de been. Ik was rond de operatie zelf niet de allervrolijkste, een beetje down zelfs. Ik viel in die tijd flink af, er was niks meer van me over. Kwam Ol eraan, die schoof zo de lakens opzij: “Laat me eens bij je liggen, want je bent zo dun, daar pas ik wel naast.” Humor. Heerlijk. Hebben we samen de schone schijn opgehouden en in bed filmpjes gekeken. Ze zei: “Ik ben jouw Cliniclowns.”’ Olcay: ‘Jij zei tegen mij: “Je doet alleen maar lief omdat ik kanker heb.” Ik mocht in coronatijd niet bij de eerste operatie zijn. En ik had me helemaal zenuwachtig gemaakt omdat het zo lang duurde. Op een gegeven moment heb ik de auto gepakt en ben ik toch naar het ziekenhuis gereden, om daar verder te wachten. Toen ik je eindelijk mocht opzoeken en vroeg hoe het ging, zei je doodleuk: “Joh, ik heb zo’n leuke dag gehad.” We hebben elkaar erdoorheen geloodst met alle humor die we konden opbrengen.’ Ruud: ‘Weet je, alle clichés zijn waar. Kanker heb je niet alleen. Ol had al die zenuwen, het was natuurlijk best on-heilspellend. Eerst ga je al die trajecten in en het viel steeds tegen. Goed- of kwaadaardig? Kan het uitzaaiingen geven? Al die vragen. Tot Tuynman kwam.’

Wat deed hij precies wat hem voor jou zo goed maakt?

‘Hij was geen voorstander van chemo en bestralingen. Hij zei meteen: “Als ik kan snijden, doen we dat. Radicaal. Maar dan is het wel klaar.” Het lukte hem het tumorgebied te verwijderen. Het was echt een zware operatie, maar zo bijzonder dat er weer een aansluiting gemaakt kon worden op een van de moeilijkste plekken in het lichaam. Het leek onmogelijk, maar het is hem gelukt.’

Wat gebeurde er allemaal in jouw hoofd in die tijd?

‘Ik had een rotsvast vertrouwen in de chirurg en Ol gaf hoop. Maar ik wist ook dat als ik acht maanden later was binnen komen lopen ze hadden gezegd: niks meer aan te doen. Ik was blij dat ik op tijd was, maar de dokter zei: “Op tijd? Je was nog steeds te laat. Maar we gaan het fixen. Jij moet gewoon zonder kanker naar buiten.” En ik moet ook zeggen: de reconstructie die ze in mijn lijf hebben gemaakt is fenomenaal en bizar. Twintig centimeter aan bloedvaten, lymfen en darm zijn er verwijderd.Om terug te komen op je vraag: je moet erdoorheen. Je hebt geen keuze. Maar je bent wel helemaal op jezelf teruggeworpen. Dat revalideren is in het begin echt zwaar. Ol en ik zaten na de operatie in Lausanne en dan was het echt: van een paar kleine stapjes naar driehonderd meter lopen en uiteindelijk zes kilometer wandelen. Stap voor stap. Maar achteraf ging de progressie ook weer heel snel.’ Olcay: ‘Ik zag hem in het begin lopen als een oude man. Aan het eind van de straat al moe. Angstig. Hij had zo lang in het ziekenhuis gelegen dat het voorbijrazende verkeer hem bij de keel greep. Hij kwam van ver, maar stapje voor stapje werd het beter. Zo mooi om te zien hoe die kracht bij hem terugkwam. Ik had altijd een groot vertrouwen dat het zo zou gaan. Ik heb al het nodige gezien en meegemaakt, en ik ben gewend dat – hoe erg het soms ook is – de dingen weer goed komen in het leven. Positief blijven is het enige dat werkt, anders red je het niet.’

Zit er nog angst in je hoofd, Ruud?

‘Ik wil niet stilstaan bij het idee dat het terugkomt. Die kans is ook maar drie procent meer dan bij een ‘gezond’ iemand.’ Olcay: ‘Nee, je haalt nu dingen door elkaar. De kans is twintig procent.’ Ruud: ‘O? Kun je nagaan hoe ik hiermee bezig ben. Officieel ben ik schoon. Maar afgelopen vrijdag heb ik mijn eerste CT-scan alweer gehad. Dat is wel spannend. Om de aantal maanden word ik gecheckt en zal ik dus de zenuwen hebben. Aan de andere kant: als er dan weer wat zou zitten, zijn we er wel heel snel bij.’

Dit interview komt uit de herfstspecial van 2021.