anorexia

Yvonnes dochter had anorexia: ‘Ze schreef ons een brief waarin stond dat ze niet meer durfde te eten’

Toen ze een jaar of 10 was, begon de eetstoornis voor Carmen Kroese. Op haar zestiende gaf via een brief toe aan haar ouders dat ze niet meer durfde te eten. Zo kwamen zij erachter.  In dit interview met WENDY vertellen Yvonne en dochter Carmen hoe anorexia impact heeft gehad op hun leven.

Carmen, kan je je nog herinneren hoe de eetstoornis ontstond?

Carmen: ‘Mijn lichaam begon te veranderen toen ik een jaar of tien was. Daarbij groeide ook mijn onzekerheid, waardoor ik steeds ongelukkiger werd. Ik raakte geïnteresseerd in boeken over eetstoornissen, waar trucjes in stonden om minder te eten. Ik ging bijvoorbeeld veel bewegen of zat altijd op het puntje van mijn stoel. Op een gegeven moment werd mijn gedrag heel obsessief. De gedachtegang, zoals ik beschrijf ik mijn boek, sloop er snel in. Jarenlang was ik me er niet bewust van. Tot ik op mijn zestiende zo bang werd dat ik niet meer durfde te eten. Toen wist ik dat er iets mis was.’

Yvonne, had jij iets door van de trucjes van Carmen of dat ze dunner werd?

Yvonne: ‘Niet dat het zo ernstig was! Thuis at ze gewoon mee aan tafel. Als ouders zijn wij niet  controlerend, dus we checkten nooit of ze haar broodtrommel had leeggegeten. We zagen wel dat Carmen veranderde, maar dat hoorde ook bij de puberteit. Toen haar lichaam veranderde, ging ze strakke truitjes dragen om haar borstontwikkeling weg te drukken. De juf zei dat veel tieners waargebeurde “zielige” verhalen lezen, als voorbeeld hoe om te gaan met problemen in het leven, om zich sterker te gaan voelen. Carmen las niet alleen over anorexia, maar ook over loverboys en vluchtelingen. Als ouder ga je dat niet verbieden. De tienermeiden waren ook allemaal bezig met gezondheid. Ze ging vegetarisch eten maar dat deden velen. En ook al zag ze er wat mager uit, ze zat ook midden in een groeispurt.’

Werden de signalen dan nergens opgepikt?

Carmen: ‘Op de basisschool hadden mensen niks door. Op de middelbare school was dat anders. Doordat ik steeds meer eten schrapte, kreeg ik weleens reacties te horen. Bijvoorbeeld: ‘Daar komt ze weer met haar wortels!’ De schijn ophouden, kon ik goed. Mijn lichaam wilde eten dus ik at naar basisbehoefte. Het werd steeds moeilijker. Na het eten kon ik huilen van ongeluk, omdat ik het zwak vond van mezelf dat ik had gegeten. Na een aantal weken niet te durven eten, trok ik aan de bel. Het overlevingsmechanisme in mij dwong mij een brief te schrijven. Ik liet hem thuis achter voordat ik naar school ging. Zodat ik niet meer terug kon.’

Ze schreef je een brief Yvonne, wat deed dat met jou?

Yvonne: ‘Het was pijnlijk. Maar ik had zo graag gewild dat ze het eerder had verteld. Ik vind het vooral zo verdrietig, omdat het voor haar een eenzame strijd is geweest. Nu konden we haar helpen. Hoewel dat ook niet altijd even makkelijk is. Je zegt niet: ‘Ga gewoon eten’. Het was voor haar te beangstigend.’

Hoe was het om je angst onder ogen te komen, Carmen?

Carmen: ‘In mijn hoofd kwamen er gedachten zo sterk alsof het stemmen waren op die tegen mij zeiden dat ik heel dik was en geen eetstoornis had. Het was moeilijk om mezelf met die gedachten te overtuigen dat ik echt hulp nodig had.’

Yvonne: ‘Ik wist dat ze niet wilde eten, maar het moest. Haar kritische stem maakte haar van alles wijs. Het was een slavendrijver die bezig was in haar hoofd. De angst deed zoveel met haar en ze was bang voor hulp vanwege die gedachten. Maar door de confrontatie is alles goed gekomen met haar.’

Waardoor genas je?

Carmen: ‘Eerst ging ik naar een diëtist. Daar leerde ik wat goed eten is en wat ik nodig had om te overleven. Het lukte mij de eerste keren niet om het eten naar binnen te krijgen. In mijn hoofd was er namelijk een tweestrijd gaande. De nare gedachte wilde ik niet meer aan het woord laten, maar hij was erg sterk. Door de psycholoog werd ik geconfronteerd met mijn eetstoornis, waardoor ik het moeilijk kreeg. Ik dacht soms nog: wil ik eigenlijk wel beter worden? In de spiegel zag ik een vertekend beeld. Er stond een slank meisje, maar ik zag een dik persoon. Dat beeld is er soms nog steeds, maar inmiddels weet ik beter. Door mijn oom leerde ik te focussen op een ander doel dan eten. Op die manier hoefde ik niet de strijd te voeren met de kwade stemmen. Beter worden voelde namelijk ook angstaanjagend. Dat andere doel werd voor mij windsurfen. Dat was al jarenlang mijn passie, maar kon ik nauwelijks meer uitvoeren omdat ik er de kracht en energie niet meer voor had. Ik moest daarvoor weer eten om mijn doel te bereiken. Na het eten voelde ik mij na een tijd niet meer slecht, ik voelde mij juist sterker en dat gaf mij kracht om door te gaan.’

Yvonne: ‘Als ouder moest ik ook strenger zijn. Ze moest weer gaan eten. Anorexia is een dodelijke ziekte en zover mocht het niet komen. Ik kreeg daardoor een dubbelrol van een zorgzame lieve moeder, maar ook iemand die haar dwong tot eten en vertelde dat haar gedachten onzin waren. Het was soms uitputtend, maar wij konden haar er ook van overtuigen dat het de stem van de slavendrijver was in haar hoofd die tegen haar zei dat ze niet meer moest eten.’

Wat zouden jullie anderen willen meegeven?

Yvonne: ‘Bij iemand met anorexia denken nog veel mensen aan een sterk vermagerd meisje. Dit klassieke beeld heeft Carmen nooit gehad. Ze was magertjes, maar nooit dat uitgemergelde. De waarden waren net binnen de normale normen.’

Carmen: ‘Je lichaam leeft lang op reserves. Iemand kan tekorten hebben, terwijl niemand dat door heeft. Ik dacht zelf ook jarenlang dat ik geen hulp nodig had, maar dit kan je niet alleen.’

Yvonne: ‘Aan alle ouders wil ik meegeven dat je je niet schuldig moet voelen, hoe moeilijk dat ook is. Je denkt dat je iets hebt gemist of niet goed hebt gedaan maar er is geen schuld. Het is het belangrijkste dat je hulp biedt.’

Carmen: ‘Als je aan je kind laat blijken dat je je schuldig voelt, stopt het kind met delen. Ik voelde mij ook schuldig dat mijn ouders wanhopig waren. Dan deed ik alsof het goed ging.’

Hoe gaat het nu?

Yvonne: ‘Het was ingrijpend voor het hele gezin. Vooral tijdens de herstelperiode ging er veel aandacht uit naar Carmen. Maar ik ben zo trots op haar dat ze zich op haar doelen heeft gericht. Ik ben heel blij dat het nu zo goed gaat.’

Carmen: ‘Ik vond mezelf veel dikker dan alles en iedereen. Mijn zintuigen ervaarden het anders. Ik kijk nu anders naar mijn eigen lichaam. In de spiegel zie ik wat realiteit is. Het kan zijn dat ik ooit nog terugval, maar ik ben sterk en kan de hele wereld aan. Inmiddels weet ik dat het leven zoveel mooier is zonder al die negatieve gedachtes. Geef niet op!’

Carmen schreef een boek over haar leven met een eetstoornis en het herstelproces. Hiermee wil ze lotgenoten steunen en hulpverleners inzicht geven over wat er zich afspeelt in het hoofd van iemand met een eetstoornis. Een lichaam tegen duizend gedachten is uitgegeven door Brave New Books en te koop voor 15,-

anorexia