Altijd al was Maaike Schmitz onzekerder dan de rest van de meiden uit haar klas. Maar op latere leeftijd nam de Body Dysmorphic Disorder haar leven over. Wat zich uitte in paniek, verdriet en depressie. Inmiddels heeft ze haar BDD onder controle en brengt ze haar boek uit waarin ze haar persoonlijke verhaal deelt: ‘Spiegeltje spiegeltje aan de wand.’
‘Na een lange werkdag kwam ik thuis. Jarenlang verfde ik mijn haar al donker en bij een van origine blondine zie je het goed als je uitgroei hebt. Mijn man Joël zat op de bank en grapte: “Je hebt gisteren een stukje gemist met verven.” Ik liep naar de badkamer en keek in de spiegel. Mijn donkere lokken haalde ik aan de kant. Wat ik zag was geen gemist stukje, het was een kale plek ter grootte van een dubbeltje. Er raasde paniek door mij heen. Het gaat wel weer over, denk je misschien op het eerste gezicht. Maar ik ging googelen en dat stelde mij niet tot rust.’
Continue negatieve gedachtes
‘Vijf jaar geleden ontdekte ik de kale plek op mijn hoofd. Dat was een trigger van mijn BDD, dat wil zeggen dat ik een te hoge waarde leg op mijn uiterlijk, waardoor het mijn functioneren in de maatschappij flink tegenwerkt. Iedereen vond dat ik even af moest wachten, maar dat drong niet tot mij door. Van de huisarts ging ik naar een haarkliniek. Het was voor mij dé manier om een oplossing te vinden. In eerste instantie greep ik elke spiegel aan om te controleren of ik meer haaruitval had. Maar doordat het steeds erger werd, ging ik de spiegel vermijden. Die angst werd alleen maar groter toen ik later ook niet meer in spiegelende oppervlaktes durfde te kijken. Het was verschrikkelijk. Als ik er nu aan terugdenk, is het gek hoe snel zoiets routine wordt voor jezelf. Als ik in de verte een glazen deur zag, keek ik naar beneden. Als er iets spiegelde, ging ik zo staan dat ik mezelf niet kon zien. Bij een beeldscherm moest ik even wegkijken voor ik hem dichtklapte. Het was voor mij zo normaal. De gedachten namen mij over. Er bestond niks anders meer in mijn leven dan BDD. Het zorgde voor paniek, verdriet en depressie, wat veel ruimte innam in mijn leven.’
Masker op, masker af
‘Iedereen is weleens onzeker, maar bij iemand met BDD neemt het het leven over. Op een gegeven moment kon ik niet meer functioneren hoe anderen dat van mij verwachtten. In de periode dat het slecht ging, bleef ik werken. Het was het moment van de dag dat ik er even niet mee bezig hoefde te zijn. Alhoewel, ik schaamte voelde voor de collega’s om mij heen. En als ik mijn hand door mijn haar haalde en een grote pluk haar vasthield, kwam er een gevoel van paniek in mij op. Zodra ik thuis kwam, was ik helemaal op. Het masker viel af. Vaak zat ik op de bank voor mij uit te staren en kwamen de paniekaanvallen op mij af. Mijn man was vanaf het begin af aan op de hoogte. Hij zag hoe ik af zakte en hielp mij waar hij kon. Ook mijn moeder, broer en vrienden hadden door dat het minder ging, maar zij hadden niet door hoe erg het was.’
Wake-up call
‘Destijds was mijn dochter Harper nog maar twee. Veel van mijn verdriet kwam eruit in de avond wanneer zij op bed lag. Voor haar probeerde ik het masker weer op te zetten, om haar niet te veel te laten merken. Wanneer we uitjes hadden in het weekend, deed ik een petje op, zodat ik minder angst had om een spiegel tegen te komen. Op een gegeven moment merkte ik dat de paniek het ook overnam als ik met haar was. Dan raakte ik in paniek, omdat ik bijvoorbeeld niet wist waar ze was in huis. Dat was voor mij een wake-up call. Er moest iets veranderen. Ik wilde niet de verantwoordelijkheid kwijtraken over haar.’
Diagnose
‘Destijds had ik niet door dat ik BDD had, ik dacht dat ik zwaar depressief was. De huisarts, praktijkbegeleider en psycholoog hielpen mij door middel van EMDR-therapie om weer zin in het leven te krijgen. Ook zij hadden nooit gedacht aan de diagnose BDD. Per toeval kwam ik een post tegen op sociale media waarin mijn gedachtes stonden verwoord. Vervolgens ben ik meer onderzoek gaan doen over BDD en heb ik een afspraak gemaakt bij het AMC. Door de diagnose kon ik gespecialiseerde hulp krijgen en vanaf dat moment accepteerde ik ook om langdurig medicatie te slikken. Ik wilde er alles aan doen om beter te worden.
In het AMC kwam er tijdens de therapieën naar voren dat ik al een langere tijd worstelde met BDD. Het kwam eerder niet op deze manier tot uiting. Als ik terugblik op mijn puberteit focuste ik mij erg op mijn huid. Het waren onzekerheden die ik kon verbergen met make-up. Zelfs tijdens mijn bevalling in het ziekenhuis had ik een tasje vol make-up mee. Een uur na de bevalling was ik weer opgemaakt. De felle zon vermeed ik, omdat mensen mijn slechte huid dan minder goed zagen. Ook ging ik vaak niet zwemmen als ik mee werd gevraagd. Pas toen ik mijn focus richtte op iets wat ik niet kon verbergen voor de buitenwereld - mijn haaruitval - ging het mis. Gedachtes zoals ‘nu gaat iedereen het zien’ en ‘iedereen vindt mij walgelijk’, waren normaal voor mij.’
Eerste bewuste moment
‘Het moment dat ik weer voor het eerst in de spiegel kon kijken, kan ik niet meer terughalen. Maar een ander bijzonder moment wel. Tijdens therapie hadden we een gezamenlijke pauze. In de ruimte stond een koffiezetapparaat. Ik liep erheen om koffie te zetten. Op het moment dat ik terugliep, maakten anderen de opmerking dat ik in de weerspiegeling had gekeken. Ik stond voor een spiegelend apparaat en had er niet bij stilgestaan. Op dat moment wist ik dat ik op weg was om weer normaal te kunnen functioneren.’
Acceptatie
‘Na de vier maanden therapie had ik de handvatten om mijn leven weer op te pakken. Toch zit BDD altijd nog in mij. Ik vind mezelf nog steeds niet mooi, maar ik heb de waarde verlaagd. Mijn haaruitval is al voor een langere tijd gestopt. Het kwam juist door de hoeveelheid stress die ik ervan had. Ondanks dat heb ik nog last van slechte dagen. Zwembaden blijven bijvoorbeeld lastig. Mijn make-up moet eraf en ik moet in een badpak. Daarmee is de veiligheid van mijn kleding verdwenen. Niet te vergeten dat er heel veel spiegels hangen. Op die dagen ben ik nog constant in gevecht met mijn gedachten. Voor negentig procent van de tijd gaat het goed. Als ik voor de spiegel sta, moet ik niet te veel focussen of inzoomen. Daar moet ik voor blijven waken.’
Spiegeltje spiegeltje aan de wand
‘Veel mensen vroegen aan mij waarom ik een boek uit zou brengen, omdat ik daarmee de publiciteit op zoek en op de foto moet. Als ik iets heb geleerd, is het wel dat je alle dingen juist aan moet gaan die je eng vindt. Zo zorg je ervoor dat je de BDD de baas blijft. Mijn doel is om de onbekendheid en het onbegrip van de ziekte weg te nemen. Het is een zware psychische ziekte die zorgt voor zwaar psychisch lijden. Het is niet zomaar iets. Hopelijk kunnen jonge meiden zich herkennen in het verhaal en daardoor sneller hulp zoeken. Het is dat ik de diagnose tegenkwam op sociale media, maar ik vraag mij ook weleens af waar ik terecht was gekomen als ik dat niet had gevonden.’