In de serie Zonder jou vertellen mensen over het verlies van een dierbare. Wat betekent rouw, hoe vinden ze weer de kracht om door te gaan? Op 25 juni 2017 overlijdt het enig kind van Elsbeth. Al voor het overlijden van haar dochter gaat het gezin gebukt onder Sara’s onvermijdelijke dood. Als het moment daar is begint Elsbeths rouwproces, maar de verbinding met Saar zal ze nooit verliezen.
‘We lopen naar boven om te gaan slapen. Het valt me op dat haar kamerdeur ver openstaat; dit doet ze nooit. Voorzichtig stappen we haar kamer in. Geen Sara. We zoeken verder, maar ook in de badkamer is ze niet te vinden. Dan besluiten we om ook op zolder te kijken. Omdat ik niet zo’n held ben, vraag ik Frans om voorop te lopen. Onze harten bonken steeds harder, bij elke stap die we zetten. Daar treffen we haar halfzittend aan op de slaapbank, met haar rug naar ons toegekeerd. Frans neemt haar meteen in zijn armen. Ik durf dit niet en blijf op afstand. Meteen schiet ik in de regelmodus en bel ik in een roes 112. De hulpdiensten waren snel ter plaatse en begonnen haar te reanimeren. Sara had een wilsverklaring van drie kantjes, dit wil Sara niet, dacht ik. Als een leeuw vecht ik voor mijn welp om haar wens in te willigen. Daarbij moet ik er niet aan denken dat Saar als een kasplantje terugkomt. De hulpdiensten negeerden dit. De situatie van een wilsverklaring van een zeventienjarig kind in combinatie met zelfdoding was ook voor de hulpverleners nieuw en zorgde voor twijfel. En omdat ze twijfelden, hebben ze de reanimatie toch doorgezet. Dit begrijp ik achteraf heel goed. Later kwam ik er ook achter waarom Frans zo rustig bleef. Hij had namelijk direct door dat Sara niet meer in ons midden was.’
Onze Saar
‘Sara was een heel vrolijk meisje. Ze deed aan klassiek ballet, was zeer creatief en behoorlijk eigengereid. Af en toe kon ze erg eigenwijs zijn. Ze was heel intelligent maar ook heel gevoelig. Niet altijd een fijne combi voor haar. Zo kon ze enorm verdrietig en boos zijn, vooral om onrechtvaardigheid. Hier bleef ze niet in hangen, maar tot het einde van haar leven heeft ze veel ballast van anderen op zich genomen. Haar docenten gaven vaak terug dat ze dit meer mocht loslaten, maar voor Sara was dit heel moeilijk. Tot de laatste dag heeft ze voor anderen gezorgd en zichzelf weggecijferd.
Aan de ene kant vond ik haar een vlinder: heel lichtvoetig, aan de andere kant vond ik haar een soort bordercollie die de kudde schapen bij elkaar probeert te houden. Dat laatste stuk werd steeds groter. Verder was Sara een heel zelfstandig autonoom persoon. Zo stonden we vierkant achter haar in haar persoonlijke keuzes. Tot het laatste moment.’
Dunne lijn
‘Sara heeft zich bij ons niet suïcidaal geuit. Maar op het moment dat dit toch bovenkwam bij de hulpverlening, werd ze meteen opgenomen op een gesloten afdeling. In haar dagboek schrijft ze dat ze, wanneer ze eindelijk openhartig durft te zijn, ze meteen achter slot en grendel werd gestopt. Voor Sara was dit heel pijnlijk: ze was de regie kwijt. Het voelde ook alsof ze werd gestraft voor haar openheid. Pas veel later komen Frans en ik erachter dat je ook op een gesloten afdeling niet veilig bent, want ook bij gesloten opnames vinden zelfdodingen plaats. Tijdens de laatste maanden van haar leven hebben we er bewust voor gekozen haar niet meer te laten opnemen op de gesloten afdeling, omdat we koste wat kost wilden voorkomen dat ze alsnog op een ruwe wijze zou gaan, helemaal uit verbinding. We moesten onszelf hierbij vaak aan de kant zetten, wat absoluut erg moeilijk was. Het is schrijnend om je kind te zien lijden, wetende dat je er niets aan kunt doen of veranderen. Constant waren we eigenlijk bezig om het dunne lijntje met Sara niet te laten verbreken, want uit verbinding raken is het laatste wat we wilden.’
Verbinding
‘De moederrol is veruit de fijnste rol die ik vervul, maar naast moeder ben ik ook echtgenoot, zus, dochter, vriendin, psycholoog, wandelmaatje, tennismaatje en schrijfster. Daardoor ben ik veel meer dan alleen moeder, wat ervoor zorgt dat ik in evenwicht blijf.
Sara en ik hadden een hele diepe verbinding. We gingen veel samen op reis, bijvoorbeeld naar de Sinaïwoestijn en haar favoriete plek Wenen. De laatste twee jaren waren zwaar en ze kon moeilijk doen. Die verbinding met Sara voel ik na haar dood nog steeds, zoals laatst toen ik op een congres stond en misselijk werd. Aan Sara vroeg ik of we er samen toch nog een mooie middag van konden maken, waarna er een sereen gevoel over me heen kwam. Sara kan eigenlijk overal zijn in mijn leven, maar ze is er het vaakst als ik alleen ben. Dit zijn de momenten waarop het gemis het hardst binnenkomt, maar ik de liefde het sterkst voel. Liefde en verdriet zijn verweven bij mij. Dit vind ik fijn want het maakt dat ik niet in het verdriet blijf hangen; ik kom weer in verbinding. Dat troost mij. Op Sara’s geboortedag, 28 november, vieren we de verbinding. Het is altijd een mooie dag. We vieren de goede herinneringen die we hebben. Het is ook de dag waarop ik moeder werd, dat mag je vieren’.
Rouw
‘Mijn leven is veranderd, maar ik ben wel degelijk gelukkig. Ik kan namelijk terugvallen op een deel dat er al was. Zoals mijn intrinsieke geluk en de goede relatie die ik met Frans heb. Al van jongs af aan heb ik een mechanisme ontwikkeld om mezelf te herpakken in lastige situaties. Daardoor lukt het mij om te weten wat ik moet doen als ik in het verdriet zit. Alleen wandelen bijvoorbeeld. Ik kom in een bepaalde staat van overgave.
Frans en ik hebben voor een gedeelte gezamenlijke ervaringen met Sara, daarin kunnen we elkaar vinden. We rouwen allebei even hard, maar wel op onze eigen manier. Hij laat mij in de dingen die voor mij belangrijk zijn, en ik hem. Dat komt doordat we de laatste fase van haar leven intens in verbinding waren. De crisisfase met Sara was toen eigenlijk al over. Als ze in deze fase overleden was, weet ik niet hoe het gelopen was. Er was namelijk sprake van manipulatief gedrag van Sara, en Frans en ik verschilden in sommige standpunten.
Het psychisch lijden van Sara kreeg voor mij erkenning toen ik hoorde dat mentaal lijden hetzelfde hersengebied betreft als fysiek lijden. En sterker nog: mentale klachten uiten zich ook in fysieke pijn. Sara wilde waardig sterven en voeg euthanasie aan, omdat ze ondraaglijk leed. Ze kon er niet meer op wachten… Je wil niet dat je kind geen andere keuze ziet dan zelfdoding, maar ook niet dat je kind constant zo uitzichtloos moet lijden.
De dood mijn enig kind inspireerde mij tot het schrijven van het boek ‘Moederhart vol rouw en liefde’. Sterven is afscheid nemen, achterlaten en achtergelaten worden. Ik zou wensen dat dit boek bij heel veel mensen binnen mag komen: ouders, dierbaren en vrienden die afscheid hebben moeten nemen van iemand die sterft door zelfdoding, mensen die worden geconfronteerd met psychisch lijden en lijden aan deze wereld, maar ook hulpverleners die zoeken naar uitkomst voor menselijk lijden. Het is getuigenis van leven, ook al gaat het over sterven.'
Saar is niet gek
‘Terwijl ze zelf in behandeling en opgenomen was bij de ggz, was Sara bezig met een mentaal gezondheidsproject voor jongeren. Uit het project van Sara is de stichting Saarisnietgek voortgekomen en het eenmalig magazine voor kinderen 10-12 jaar over mentale gezondheid. Sara vertelde dat kinderen op de basisschool al bepaalde gevoelens hebben, die ze niet durven delen. Bang om raar of gek gevonden te worden of dat je er dan niet meer bij hoort. Sara wilde bereiken dat het voor kinderen vanzelfsprekend is dat alle gevoelens en gedachten er mogen zijn. Dat het wél goed is te praten en dat ze leren hiermee om te gaan. Levenslessen meegeven om stevig in de wereld te staan met zelfacceptatie en vertrouwen. Sara sprak zelf veel te laat over haar diepste gevoelens, ze was bijna 16. Haar mentale problemen zijn te groot en onbeheersbaar geworden. “Mam, ik had veel eerder moeten praten”, zei Sara.’
De laatste nacht
‘Saar ligt er rustig bij. Een agent haalt op aandringen van mij haar dekbed op om haar warm en netjes te houden. Decency first, zou Saar zeggen. Zonder pottenkijkers krijgen we ruim de tijd om afscheid te nemen van onze Saar. Frans en ik gaan ieder aan een zijde van haar lichaam liggen. De stilte vult de ruimte en het lijkt alsof de tijd stilstaat. Een moment dat eeuwig had mogen duren. Wij met onze geliefde dochter tussen ons in. We fluisteren lieve woorden en strelen door haar lange blonde haren en over haar wangen. Ik leg een arm om haar heen en vertel haar dat ik trots op haar ben. Dat het haar uiteindelijk toch gelukt is zo waardig mogelijk waardig te sterven, iets waar Saar zo naar verlangde. Voor mijn gevoel blijven we eindeloos liggen en ik voel een intense vrede over me heenkomen. We geven haar terug aan waar ze vandaan is gekomen.’