Onze gasthoofdredacteur Nicolette leerde haar kennen door het programma 'In de voetsporen van dr. Pol' en werd stapelverliefd op de jonge dierenarts Manon. ‘De leukste, de liefste, de knapste!’ Wij zochten Manon op en mochten een dagje met haar meelopen. ‘Ik word blij van blije beesten en blije baasjes.'
Een goed begin is het halve werk
In Nieuw Houten, waar alles van nieuwheid blinkt, lijkt het leven zich af te spelen op een filmset, maar we zijn de dierenkliniek nog niet binnen of we staan met een haarnetje op en een mondkapje om, het echte leven aan te staren. Op tafel ligt hond Mick, naast ons staat dierenarts Manon Jochems secuur te scheren, te snijden en te hechten. Mick ligt helemaal voor pampus en krijgt er niks van mee. ‘En dat is maar goed ook, want hij wordt vandaag gecastreerd.’
Zo krijgt uw verslaggever – op een nuchtere maag – precies hetzelfde voor zijn kiezen als Manon tijdens haar opleiding overkwam. ‘Het beeld van dierenarts is voor kinderen heel romantisch. Maar als student krijg je meteen, in de allereerste week, te zien dat het ook bloederig en vies is. Boeren leveren bij de opleiding doodgeboren biggen aan en dan mogen studenten meteen oefenen. Snijden dus. Er zijn er bij die meteen hun hele levensdroom uiteen zien spatten.’
Ze kan er hartelijk om lachen. Manon doorstond de test glansrijk en is inmiddels heel wat jaartjes dolgelukkig als afgestudeerd dierenarts. ‘Ik ben bevoegd alle dieren te behandelen. Een keizersnee bij een koe: ik zou het mogen doen. Maar ik ben liever hier, in de kliniek, tussen de honden en katten. Ik word het gelukkigst van kleine beestjes.’
Meerdere beroepen
We volgen Manon een dag, te midden van haar collega’s en alle patiënten met hun baasjes. Zoals Donna, die een gebitsreiniging krijgt. Voor uw verslaggever een tweede beproeving; het geluid van instrumentaria op tanden en kiezen gaat door merg en been. De Welsh-terriër is als was in haar handen bij het verwijderen van al dat tandsteen. Manon glundert: ‘Het leuke aan dit beroep is dat ik alles tegelijk ben: chirurg, tandarts, dermatoloog, huisarts en zelfs psychologe.’
Manon is voortdurend scherp in haar geest, stelt de juiste vragen, geeft de juiste antwoorden en stelt vooral heel veel gerust. En ze kent echt iedereen. Als ’s middags het spreekuur begint en eerst Mila een vaccinatie komt halen en even later Bob de eenogige mopshond verschijnt, is het ouwe-jongens-krentenbrood. ‘Ik weet vaak alles van de dieren die langskomen, hun geschiedenis, hun eigenschappen, hun gedrag. En ook dat van de bazen. Ik vind dat heel leuk, word blij van blije beesten en blije baasjes.’
Levensdroom
Nee, het is niet verwonderlijk dat Manon nu dierenarts is. Niet alleen heeft ze er alle kwaliteiten voor, ook haar jeugd was bepalend. ‘Ik kom uit Chaam in Brabant, waar het thuis echt een beestenboel is. Honden, katten, pony’s, schapen, vogels, vissen, alles. Een paradijs om in op te groeien, alleen al die tijden van geboorte: lammetjes, kuikentjes, magisch. Ik wist het al heel snel: later word ik dierenarts. Mensen zeiden altijd: “Geen grotere dierenvriend dan Manon.”’
De droom kreeg een extra dimensie door een bepalende gebeurtenis. ‘Ik zat bij mijn ouders in de auto, we waren bijna thuis na mijn allereerste meeloopdag op de dierenkliniek. We hoorden een enorme klap, de auto voor ons ging heel hard op de rem. Die auto had Bo, onze herdershond, aangereden. Ze was er slecht aan toe, veel bloed, in shock. Wij zijn in paniek meteen teruggereden naar de kliniek. Toen kwam er een heel jonge meid, dat was dus de dierenarts. En die bleef zo rustig, wist ons te kalmeren, deed precies het goede. Bo is nog vele gelukkige jaren meegegaan. Die jonge vrouw was mijn heldin. Ik dacht alleen maar: hoe gaaf als je dit kunt...’
https://www.instagram.com/p/BxCSk8pD3b5/
Dierenliefhebber
‘Heb jij een snotneus, jongen?’ Bob de eenogige mopshond is een hartendief en Manon gaat kijken hoe het staat met snotterige Bob, bij wie ze vorige week vijf tanden heeft getrokken. Bob is er zo te zien niet rancuneus van geworden, hij begroet het kroelen van Manon met een intens tevreden gebrom. ‘Het klinkt gek, maar je wilt dat ieder dier een fijne herinnering aan het bezoek overhoudt. Zodat ze niet bang zijn als ze weer terugkomen.’
Ze is geen hondenfluisteraar, lacht ze, maar een band heeft ze wel snel met een dier. ‘Vroeger, als meisje, heb ik er veel aan gehad dat ik altijd mezelf kon zijn bij mijn honden. Als ik verdrietig was, vond ik troost bij ze. Ik heb geleerd gebruik te maken van alle zintuigen. En hun houding, die verraadt veel over hun gevoel. Je leert ze lezen, een gevoelskwestie. Ik probeer dieren altijd het voordeel van de twijfel te geven. Laatst kwam er een Rottweiler, die niet al te vriendelijk was geweest tegen andere dierenartsen. Maar ik vind het heerlijke beesten. Ik knielde op mijn hurken, hij plofte meteen neer. De eigenaren zeiden: “Wat gebeurt hier?” Geen muilkorf? Werd hij niet bang en boos? Ik gaf hem eerst de tijd en toen een knuffel, niks aan de hand.’
Vol energie
We kijken met bewondering naar de 26- jarige blondine, lief en kordaat tegelijk, we kunnen ons zomaar voorstellen dat een bezoekje aan zo’n leuke dierenarts een prettig uitje is. En ze blijft maar doorgaan. ‘Ik ben nog jong hè, het zou wat zijn als ik hier halverwege de dag al moe rondloop. Als ik ’s avonds thuiskom, heb ik nog veel energie over, ga ik lekker sporten. Ik vind de opbouw fijn: ’s ochtends opereren, ’s mid- dags de gesprekken. Bij het opereren moet je op en top fris zijn.’
Dieren zijn maatjes voor het leven
Toch, daar ontkom je als arts niet aan, kan het leven zwaar zijn, zeker als de dood nadrukkelijk meedoet. ‘Ik weet wat mensen dan voelen. Kan in hun schoenen staan. Ik kreeg een pup toen ik één jaar was, die is negentien geworden. Mijn hele jeugd was die hond mijn maatje. Toen kwam de dag dat ik haar moest laten inslapen, daar heb ik het nog heel lang moeilijk mee gehad. ‘Vaak is de vraag: laten we een dier in leven of verlossen we het uit z’n lijden. Wanneer is euthanasie goed en wanneer nog niet? Het is gevoel versus verstand. Ik zeg altijd: ze moeten nog kunnen genieten van het leven. Zelf kunnen eten, drinken, plassen, poepen en dat de goede dagen de slechte blijven overheersen.’
Ze peinst even. ‘Mensen hebben soms al heel lang een beestje en dat moet je goed afsluiten. Soms is het echt heftig. Er was een keer een heel oude hond en die liet steeds zijn ontlasting lopen. Zijn baasje, een oude vrouw, was zelf ernstig ziek. Op een dag werd haar man plots dood aangetroffen in huis. Hij was het die altijd alles oploste, wie ging nu de ontlasting opruimen? Mevrouw kwam toen bij me om de hond te laten inslapen. Dat ging vredig en rustig, maar ik brak toen ze vertrok. Het maakte zo veel indruk op me, want ik dacht: eerst haar man, nu haar hond. Maar je moet sterk zijn en het hele proces zo mooi mogelijk laten verlopen.’
Mijn steentje bijdragen
Het is een bont gezelschap. De dieren die langskomen, hun baasjes, never a dull moment. ‘Mijn werk is dynamisch en onvoorspelbaar. Dieren houden zich niet aan een planning. Je kunt de dag nog zo mooi inrichten, als er plotseling een zwaargewond dier wordt binnengebracht, heeft die wel prioriteit.’
De komende jaren blijft ze hier in de kliniek, zegt Manon, hier is ze op haar plek. ‘Ik leef mijn droom.’ Wellicht dat ze met haar grote liefde Pim, dierenarts aan huis, over een jaar of vijf wel de wijde wereld in trekt. ‘Ik heb altijd de droom gehad dieren zonder stem te helpen. Dieren zonder baasje die om ze geeft. Dieren die leven in de natuur, of katten en honden die op straat leven. Ik heb vrijwilligerswerk gedaan bij een zwerfdierenopvang in Thailand. Hartverscheurend, terwijl iedereen zo zijn best doet. Maar door een tekort aan tijd, geld, middelen en juiste kennis is het zo moeilijk. Ik zou dieren wereldwijd willen helpen, dit soort projecten willen omarmen, mijn steentje bijdragen. Dat zit er zo diep in bij mij.’
https://www.instagram.com/p/Byh353lirG4/
Lees hier meer over Manon en haar team.