Steeds meer mensen worden besmet met de acute en levensbedreigende vleesetende bacterie. Tara de Bolle is een van de slachtoffers. In 2019 hing haar leven aan een zijde draadje toen het virus doorsloeg op haar hartkleppen. Nadat ze twee maanden in coma lag, moesten haar ledenmaten geamputeerd worden.
‘Kerst was net voorbij. Ik had ontzettend veel pijn aan mijn onderrug, moest braken, had diarree en hoge koorts. De griep heerste enorm, dus ik zocht er niks achter. Toch besloot ik in de avond voor de zekerheid naar de Spoedeisende Hulp te gaan. Met pijnstillers stuurden ze mij naar huis. Mijn dagelijkse routine zette ik voort. Ik merkte dat ik uitdroogde en de klachten niet verminderden. De pijn werd onverdraagbaar, waardoor ik de ambulance belde. Na een paar uur lag ik op de Intensive Care en werd ik in coma gelegd.’
In coma gelegd
‘Ik was een drukke gezonde vrouw. Samen met mijn man en twee kinderen deed ik in het weekend leuke dingen en door de weeks werkte ik fulltime. Mijn gezondheid was goed en ik was gelukkig. Toen de klachten begonnen, had ik een gezwollen voet door een wondje tussen mijn tenen. Maar dat het wondje een verband had met de pijn in mijn onderrug, had ik nooit verwacht. Bij de Spoedeisende Hulp was dit dan ook niet ter sprake gekomen. In het ziekenhuis werd mijn bloed onderzocht en na drie dagen kwamen de artsen erachter dat ik slachtoffer was van de vleesetende bacterie. De bacterie was via het wondje mijn bloedbaan binnengedrongen.
Twee maanden lang lag ik in coma. Mijn lichaam was enorm zwak en alles viel uit. Dit was de enige tijdelijke oplossing. Ik wist van niks. Voordat ik in coma werd gelegd, vertelden de artsen dat ze mij in slaap zouden brengen. Op dat moment wisten zij ook niet was er met mij aan de hand was. Het bloed moet namelijk eerst drie dagen op kweek, totdat je het kunt zien. Toen ik uit de coma ontwaakte, dacht ik dat ik in een zware brand terecht was gekomen, omdat ik was verplaatst naar het brandwondencentrum en mijn lichaam vol blaren zat. Dat was het dus niet. Dit was veroorzaakt door de vleesetende bacterie.’
Hartkleppen
‘Zelf had ik nog nooit van de bacterie gehoord. Ik probeerde mezelf bij te scholen via het internet, maar ook daar las ik er vrijwel niks over. De artsen vertelden mij dat de bacterie ook op mijn hartkleppen gevonden was. Wanneer dit gebeurt, is het eigenlijk voorbij. Door de antibiotica die ik kreeg tijdens mijn coma, is de bacterie daar plots verdwenen. Het was een wonder. Ik heb zó ontzettend veel geluk gehad, dat ik gek genoeg altijd positief tegen de situatie heb aangekeken. Ik kreeg een tweede, unieke kans van leven. Normaal gezien was ik er niet meer.’
Amputeren
‘Mijn huid op mijn benen en onderarmen werd steeds donkerder rood. Er ontstonden blaren en uiteindelijk werd het zélfs zwart. Ik kon er niks meer mee. Twee weken nadat ik uit coma was gehaald, werden mijn benen en onderarmen geamputeerd. Het was mijn enige mogelijkheid om in leven te blijven. En hoe erg ik het ook vond om mijn armen en benen te verliezen en voor altijd in een rolstoel terecht te komen, ik had geen keus. Het had geen zin om bij de pakken neer te gaan zitten. Eén jaar lang verbleef ik in het ziekenhuis.
De laatste paar maanden mocht ik in de weekenden weer naar huis. Ons huis was niet meer geschikt voor mij, dus er moest veel aangepast worden. Dat kost natuurlijk vreselijk veel geld. Onder meer Vzw Hart voor Tara heeft mij enorm geholpen om geld in te zamelen. Zo hebben ze paaseieren verkocht en een driedaags evenement georganiseerd met onder andere een muziekavond. Mijn gemeente heeft veel voor mij betekend en daar ben ik zo trots op. Door hen heb ik nu bijvoorbeeld een speciaal Japanse zelfreinigende toilet.'
Moeilijk om in de spiegel te kijken…
‘Dat ik mijn kinderen mag zien opgroeien samen met mijn man, is mijn grootste geschenk. Ook al heb ik geen armen en benen meer, zit ik in een rolstoel en kan ik niet alles meer doen zoals voorheen, ik kan nog voor mijn gezin zorgen. Dat is het enige wat telt. Ik geniet van alle momenten. Wanneer ze terugkomen van school óf als we samen op pad gaan. Ik heb geaccepteerd dat ik in een rolstoel zit en nooit meer kan lopen, maar dat mijn vrijheid is ontnomen vind ik vreselijk. De auto instappen om samen of alleen spontaan op pad te gaan, is onmogelijk. Je bent altijd van iemand afhankelijk.
Spiegels en foto’s ontwijk ik liever. Ik kan met de situatie leven, maar aanvaarden kan ik het nog niet. De confrontatie aangaan en mezelf zien, vind ik het aller moeilijkste. Alles om mij heen waardeer ik enorm, maar soms valt het zwaar en moet ik huilen. Ik zet dan altijd een vrolijk liedje op en na tien minuten is dat dan weer voorbij.’
Geef de moed niet op
‘Elke ochtend en avond komt er thuisverzorging. Twee keer in de week maken ze eten voor mij en maken ze het huis schoon. De rest van de dagen probeer ik het zelf te doen met mijn armprotheses. Zo zet ik de wasmachine aan en laad ik de vaatwasser in en uit. Ik zit zeker niet stil.
Alles laat ik achter mij, het is gebeurd. Voor alle mensen met een beperking of ziekte wil ik meegeven: geef de moed niet op, er zijn zoveel mooie dingen in het leven. Ik ben elke ochtend dankbaar dat ik mag opstaan. De oplopende meldingen van de vleesetende bacterie zijn wel schrikbarend, dus ik hoop dat er snel meer onderzoek naar gedaan wordt. Ik ben blij dat al mijn dierbaren bij mij thuis langskomen, in plaats van op de begraafplaats.’