Sylvia Geersen

Sylvia Geersen: ‘Bij Special Forces heb ik al mijn trauma’s verwerkt’

Ze verwerkte alles tijdens haar deelname aan Special Forces waarin ze haar grenzen enorm verlegde. Model Sylvia Geersen (37), momenteel te zien in De Bachelorette, over haar fascinerende relatie met haar body en mind.

Sylvia Geersen is nogal veel. Knap, slim, geestig en totaal wars van ego, zo lijkt het, want iedere zin doopt ze in een fijne portie zelfspot. Als ze over haar leven vertelt, kan ze er zelf ook niet altijd bij, het is een film met vele wendingen en plots, een film zoals bijna geen mens ’m beleeft. Alles raast ook maar voort en dat is niet zo vreemd: ‘Mijn brein werkt non-stop op volle toeren. Als ik ergens aan begin, kan ik nauwelijks stoppen. Ga ik gedichten schrijven, dan stroomt het oneindig door. Zal ik er eentje voorlezen?’ En daar gaat het. Woorden rollen en buitelen over elkaar heen, ze schiet ze af als pijlen uit een boog.

Hoe was jij eigenlijk als kind?

‘Eigenzinnig en creatief. Jongensachtig vanbinnen, met een barbie-uiterlijk: poppenogen, bolle wangen, bolle lippen. Mijn hart ging uit naar de natuur, ik klom in bomen, was aan het vissen, bouwde hutten. One of the guys, bijzonder gelukkig. Ik was dol op dieren, tot aan insecten aan toe. Aan de andere kant was ik wel echt een meisje, want mijn moeder was altijd minimaal één hak van haar peperdure naaldhakken kwijt. Die lag dan in de tuin. En ook haar make-up was niet veilig voor me.’

Wanneer veranderde dat allemaal een beetje?

‘Niet. Ik heb die mannelijke en vrouwelijke kant altijd in mij verenigd. Als ik ergens iets ga drinken of eten, ben ik de man. Ik zorg voor de ander, ik reken af. Aan de andere kant heb ik dat extreem vrouwelijke, ik maakte al heel jong jurken. Dat was de creatieve kant die ik van mijn ouders meekreeg, met name van mijn vader. Die man kon schilderen. Niet normaal.’

Je werd model en bekend door Holland’s Next Topmodel in 2006. Had je in die tijd een goede relatie met je lijf?

‘Dubbel. Ik vond mezelf helemaal prima, als meisje heb ik ook nooit problemen gehad met mijn zelfbeeld. Ik merkte wel dat ik heel erg opviel. In die tijd, zo rond 2006, waren nog niet zo veel meiden volgespoten. Ik heb die dikke lippen altijd al gehad, tegenwoordig heeft iedereen ze. Toen ik rond de twintig was en een club binnenliep, keek iedereen om. En ik hield wel van die aandacht, dat is toch leuk, als alle mannen naar je kijken? Maar ik werd er ook heel onzeker van.’

Want?

‘Ik ben een flapuit, je merkt het. Mensen denken dan snel: die is dom. Ben ik niet, ik ben heel slim. Maar ik werd wel heel lang alleen maar beoordeeld op mijn uiterlijk. En ik heb altijd volop genoten van mijn modellenwerk, maar er zit een vervelende kant aan. Je moet lang en dun zijn en bepaalde maten hebben. Ik had die niet. Ik woog 55 kilo, dat is niks, maar het moest 52 kilo zijn. En mijn taille moest 60 zijn. Die druk heb ik heel erg gevoeld.’

Wat deed het in je brein met je, dat er zo veel extreme stemmen klonken?

‘Dat zeg je heel goed: er was heel veel bewondering én heel veel kritiek. Daar zat nauwelijks iets tussen. Dat deed wat met me. Ik ben heel perfectionistisch, maar ik hield ook van lekker eten. Als je dan afgewezen wordt omdat je te dik zou zijn, terwijl je superdun bent, is dat best heavy. Ik had er zelf nooit zo over nagedacht. Ik had een goed lijf, was daar enorm tevreden mee, maar natuurlijk ging ook ik alleen nog maar salades en crackers en gezond eten.’

Werd je ongelukkig?

‘Nee, het was alleen niet mijn wereld. En ik ben hoogsensitief, leef als een spons. Ik ben extreem gevoelig en daardoor ook extreem in wat ik doe. Als ik gelukkig ben, schreeuw ik het van de daken, dan moet ik dat delen. Als ik ongelukkig ben, kan ik ook zomaar extreem depressief worden. Dan lig ik zo een week lang in mijn bed. Ik probeer daarin nu de balans te vinden, een middenweg. Dat is mijn struggle. Hoe blijf ik op die middenweg, terwijl ik weet dat mijn grootste valkuil ook mijn sterkste punt is? Want dat is het. Ik ga overal vol in, dat brengt me overal, maar het put me soms ook uit.’

Hoe vertaalt zich dat dan?

‘Bewegen en sporten is gezond. Dat is mijn uitlaatklep. Met yoga heb ik niks, maar hardlopen vind ik heerlijk. Maar denk jij dat ik na vijf kilometer stop? Welnee, dan moet het weer twaalf kilometer worden. Tijdens het lopen kan ik de hele wereld aan. Daarna heb ik overal pijn en ben ik uitgeput, moet ik weer drie dagen herstellen. Dat is niet goed, hè. Ik ben mijn grootste vijand en beste vriend.’

Hoe probeer je de balans te vinden?

‘Door te bidden. Dat is mijn meditatie. Ik praat veel hardop, ik schrijf veel. Mijn brein draait overuren; omdat ik zo creatief ben speelt zich voortdurend een film af in mijn hoofd. Het is een komen en gaan van beelden. Die verwerk ik allemaal in mijn gedichten. Terwijl ik dus dít heb.’

Zelfdestructief

Dit. Ze laat het zien. Haar linkerarm. Enkele jaren geleden duwde een ex-vriend haar met geweld in een dik glas, ze bloedde bijna dood. ‘Ik heb nog maar 30 procent kracht in die arm. Dus typen is al lastig. Maar wat deed ik? Meedoen aan Special Forces.’

Dat is wel extreem, ja. Maar jouw hele leven, met heftige exen, vier miskramen en nogal wat plotwendingen, is extreem… Heb jij ooit iets als zelfliefde kunnen ontwikkelen?

‘Ja, maar dat heeft lang geduurd. Mijn probleem is dat ik verslavingsgevoelig ben en ik wil het niet meer uitgebreid erover hebben, maar ik heb daardoor wel een cokeverleden. Ik ben behoorlijk zelfdestructief. En als ik dan mezelf de vernieling in hielp, was ik daarna weer heel druk met alle rotzooi opruimen. Dus ja, ik ben veel bezig geweest met mezelf, en nee, zelfliefde ontwikkelen kwam aanvankelijk niet aan bod. Vanaf mijn 21ste heb ik jarenlang veel te veel gepikt van mannen die niet goed voor mij waren. Zelfliefde is ook zelfrespect, je grenzen aangeven, nou, dat deed ik niet. Ik verbloemde alles, ik was verliefd en ík was het maar.’

Ik was het maar…

‘Iets dat versterkt werd doordat ik met narcistische mannen ging. Die kunnen je geweldig goed manipuleren, zodat ik dacht: het ligt allemaal aan mij. Pas de laatste twee jaar sta ik in de goede stand: oké, het is klaar, ik kies nu voor mezelf.’

Hoe doe je dat dan?

‘Ook weer: bidden. Dat is mijn kompas, daarmee bewandel ik het pad van zelfreflectie. Door mezelf steeds af te vragen: wat wil ik? En vooral: wat wil ik niet? Wat kan ik verbeteren? Wat zou ik graag willen doen? Ik merk dat het mij heel erg helpt als ik uitspreek: “Ik wens dat…”. Daar haal ik kracht uit om toch maar steeds door te gaan. Ik zie de Bijbel als een schatkaart en ik moet naar de schat: het eeuwige leven. Dat is een vooruitzicht, dat stemt me rustig. Bidden houdt me stabiel en geeft me structuur. Dat is beter dan heel erg veel drinken, want dan is de structuur weer drie dagen weg.’

Ik hoorde dat je zelfs Jehova’s getuige zou willen worden?

‘Ja, maar zover ben ik nog niet. Ik ben Bijbelwetenschap gaan studeren, want ik houd heel erg van dingen die bewezen zijn. Het is razendinteressant. Had je niet verwacht, hè.’

Trots

Ze moet lachen. En komt steeds weer in het gesprek terug op haar deelname aan Special Forces, waarin de grenzen van het lichamelijke kunnen worden opgezocht om ze fors te overschrijden. Het heeft een enorme impact gehad op Sylvia. ‘Ik ben ongelofelijk blij dat ik daaraan heb meegedaan. Dwars door die absurde opdrachten heen zie je iemands ware aard, omdat je tot het uiterste wordt gedreven. Dan zie je hoe je reageert, handelt, wat je rol is in een groep. Toen ik het terugkeek was ik zo trots.’

Ja, waar zat die trots in?

‘Ik kreeg enorm veel positieve reacties over mijn innerlijk, mijn karakter. Eindelijk zagen de mensen hoe ik echt ben. En het meest trots was ik op het feit dat ik alles deed met maar 30 procent kracht in mijn linkerarm. De overwinning van mijn leven. Wat fysiek feitelijk niet kon, deed ik toch. Mijn geest was blijkbaar sterker. Een moeder kan een auto optillen als haar kind eronder dreigt te komen, daarmee is het te vergelijken. Ik ben tijdens Special Forces bijna verzopen, zag weer de dood in de ogen, net zoals toen met mijn arm. Ik dacht: dit is televisie, maar ze maken een fout, ze vergeten me naar boven te halen. Ik ben zo dankbaar dat ik het heb gedaan; ik heb al mijn trauma’s bij Special Forces verwerkt.’

Daar zeg je nogal wat…

‘Maar het is waar. Daar heb ik voor het eerst verteld dat ik vier miskramen heb gehad. Die ik nooit had verwerkt. Ik ging gewoon maar door met leven. Ik was alles kwijt, mijn kindjes, mijn huis, ik was depressief, heb gedronken. Ik was 29 en kroop van de pijn over de vloer bij de eerste hulp. Daar bleek dat mijn kindje al drie weken dood in mijn buik lag. Vervolgens raakte ik weer zwanger. Maar ik zat in een periode vol stress met een gekke Mexicaan als partner. Weer een miskraam, maar daarna werden mijn borsten steeds groter. Hoe kon dat? Toen bleek er nog een baby in mijn buik te zitten, het bleek een tweeling te zijn geweest. En daarna heb ik nog een keer een miskraam gehad. Dat is niet normaal. Ik wist dat. Ik deed er niks mee. Geen therapie, geen psycholoog. Tot Special Forces. Ik zwoegde, vocht, sliep niet en daar flitste mijn hele leven aan me voorbij toen ik dacht dat ik verdronk. Maar ik zei tegen mezelf: “Syl, al die miskramen, bijna doodgebloed, ik geef nu niet op.” Die drie woorden heb ik nooit uitgesproken. “Ik geef op”, dat kwam niet over mijn lippen.’

De therapie was…

‘Er helemaal doorheen gaan. Het voorbijflitsen van mijn leven, het delen ervan met mijn medekandidaten. Special Forces was het grootste cadeau van mijn leven omdat er eindelijk naar mijn innerlijk werd gekeken. Eindelijk zag Nederland wie ik echt ben. En eindelijk is het nu voor mij ook tijd om voor de spiegel te staan: wat wil ik echt? Met mijn gedichten, een boek, achter de schermen bij televisie of film, wil ik verhalen vertellen. Dat gaat mij geluk brengen. Want in essentie ben ik een schrijver, daarin gedijt mijn creatieve brein het best.’

Fotografie: Moon Jansen