fbpx

Sandra overleefde ernstig auto-ongeluk op vakantie: ‘Thuis kwam ik er pas achter, dat ik een niet-aangeboren hersenletsel had opgelopen’

Sandra (53) kwam in 2017 in een ernstig auto-ongeluk terecht met haar vriend Arie. Het stel ging op vakantie naar Zuid-Frankrijk, toen ze op de snelweg onder een vrachtwagen terecht kwamen. Even lijken ze zo goed als ongedeerd er mee weg te komen, totdat Sandra in Nederland erachter komt dat ze een vorm van niet-aangeboren hersenletsel heeft opgelopen: Post Commotioneel Syndroom.

‘Het was zaterdagochtend, dag twee van onze autoreis, en Arie zat achter het stuur. We reden op de Franse snelweg, ter hoogte van Dijon. Ik was een beetje in slaap gedoezeld naast hem, denkend aan alle kilometers die we nog moesten rijden. Totdat ik wakker schrok van een harde klap, gevolgd door een schreeuw van Arie. Ik open mijn ogen en keek recht tegen de achterkant van een vrachtwagen aan. Ik kon de vrachtwagen bijna aanraken, zo dichtbij was hij. De neus van de auto was onder de vrachtwagen terecht gekomen. Mijn hart klopte in mijn keel. Hoe kom ik hier zo snel mogelijk uit?’

Samen op vakantie

‘Ik leerde Arie in mei 2017 kennen via een datingsite. We woonden beiden toevallig ook in dezelfde woonplaats, dus met elkaar afspreken was geen probleem. We hadden meteen een klik, en in juni kregen we een relatie. Hij had een zoon van zijn vorige relatie, en ik een dochter van mijn vorige relatie. Arie en ik deden al veel uitstapjes samen, maar die zomervakantie zouden we voor het eerst samen gaan kamperen in Zuid-Frankrijk. Ik vertelde mijn dochter over de vakantie, en die vroeg meteen: mag ik dan niet mee? Ik moest lachen. Het was totaal niet in mij opgekomen dat mijn, toen nog 19 jarige, dochter mee zou willen met ons. Alleen maar gezellig, dachten wij. Maar toen de zoon van Arie, leeftijdsgenootje van mijn dochter, hoorde dat zij mee mocht, wilde hij ook mee. Dus boekten we een stacaravan voor vier personen, voor twee weken in Zuid-Frankrijk. Dit was onze eerste vakantie samen als samengesteld gezin.’

Total-loss

‘Het was een vrijdagochtend, toen Arie en ik begonnen aan onze roadtrip naar Zuid-Frankrijk. De kinderen zouden zondagochtend over komen vliegen, maar wij konden niet wachten om alvast te vertrekken. Voor ons begint de vakantie al, als we met de volgepakte auto de straat uitrijden. Dan halen we de balletjes gehakt en gesmeerde broodjes tevoorschijn, en kon de voorpret beginnen. We namen beurten met rijden, en af en toe stopten we langs de snelweg om een bakkie te doen. ’S Nachts een paar uurtjes slapen op een parkeerterrein en door. Alles verliep zoals gepland.

Dit was tot op zaterdagochtend, toen we op de snelweg een auto-ongeluk kregen met een vrachtwagen. We kwamen onder de vrachtwagen terecht, door een misverstand tijdens het wisselen van rijstroken. Gelukkig schoten we ook weer los. Waarschijnlijk doordat de laadklep van de vrachtwagen ook los schoot. Onze auto was compleet total-loss, maar Arie kon hem gelukkig nog wel strak tegen de vangrail aanrijden. We moesten zo snel van de weg af zien te komen, om verdere ongelukken te vermijden.’

sandra auto ongeluk Sandra overleefde ernstig auto-ongeluk op vakantie: ‘Thuis kwam ik er pas achter, dat ik een niet-aangeboren hersenletsel had opgelopen'

Naar het ziekenhuis

‘Ik klom uit de auto, over de airbags, puinhoop en rotzooi heen. Ook de vrachtwagenchauffeur stapte uit, zijn gezicht helemaal wit weggetrokken. Meerdere mensen stopten bij de plek van het ongeluk, om ons te helpen. Het verkeer werd geregeld en iemand hielp met vertalen voor de vrachtwagenchauffeur. Zelf ging ik ook meteen over in regelmodus. Ik belde de ANWB op. Heel gek, maar door de adrenaline stond ik niet eens stil bij het feit dat we misschien ook een ambulance nodig hadden. Met Arie ging het namelijk helemaal niet goed: hij was heel benauwd en haalde moeilijk adem. Ik was op een gegeven moment echt bang, dat Arie dood zou gaan. Gelukkig belde iemand anders de ambulance voor ons op, want ik werd zelf opeens ook heel misselijk en beroerd. Ik had last van mijn buik, en ik was bang dat als ik ging zitten, ik out zou gaan. We hebben een uur op de ambulance moeten wachten.

Eenmaal in het ziekenhuis, werden Arie en ik uit elkaar gehaald. Hij werd onderzocht voor zijn benauwdheid, en ik voor de brandwonden die ik had opgelopen van de autogordel. Ik moest weer overgeven en werd met spoed naar een andere afdeling gebracht voor observatie. Daar kreeg ik medicatie tegen de misselijkheid toegediend, daar reageerde ik eigenlijk heel goed op. We kregen voldoende medicatie mee voor de gehele vakantie, en werden diezelfde dag nog buiten gezet.’

Herstellen in het zonnetje

‘Daar stonden we dan, op de stoep voor bij het ziekenhuis. Beiden nog in ongeloof van wat er die ochtend gebeurt was, maar tegelijkertijd ook heel euforisch. We begonnen zelfs even te lachen: we staan er nog. Als je de toestand van die auto had gezien, had je nooit gedacht dat je die dag nog ontslagen zou worden uit het ziekenhuis. Van de ANWB kregen we vervangend vervoer, en in plaats van dat we naar huis reden, besloten we gewoon onze reis naar de camping voort te zetten. Als we dan toch moeten herstellen, doen we dat liever in Frankrijk in het zonnetje, dan thuis op de bank. De dag erop haalden we de kinderen op van het vliegveld. We hebben er nog een leuke twee weken van kunnen maken, ondanks dat onze vakantie opeens helemaal aangepast moest worden.’

Niet-aangeboren hersenletsel

‘We waren terug in Nederland, en het was tijd dat we de medicatie moesten afbouwen. Ik dacht: ik stop een weekje met het slikken, en dan ga ik weer lekker aan het werk. Ik werkte als manager voor gezinshuizen in de jeugdhulpverlening, en ik vond dat fantastisch. Maar toen ik eenmaal terug aan het werk ging, merkte ik meteen dat er iets goed mis was. Lezen werd opeens een stuk lastiger. Als je me vroeg wat ik net had gelezen, kon ik het me niet meer herinneren. Zelfs een vergadering bijwonen kostte me teveel moeite. Ik kon mij simpelweg niet meer concentreren. Thuis werd het ook erger. Ik zat een keertje op een verjaardag, en kreeg daar opeens zoveel last van alle geluiden en prikkels om mij heen, dat ik in paniek op was gestaan en weg was gerend.

Ook fysiek ging het niet goed met mij. Ik had nog heel veel last van mijn rug en nek, en wilde daar een fysiotherapeut voor gaan zien. Maar elke aanraking van de fysio kon mijn lijf niet aan. Elke prikkel was teveel, en mijn lijf ging in een soort van alarmstand. De fysio adviseerde mij om naar de huisarts gegaan, en de huisarts verwees mij vervolgens door naar een neuroloog. De neuroloog gaf aan dat het verstandig was, om te beginnen aan een revalidatietraject. Tijdens dat traject stelde een revalidatie arts Post Commotioneel Syndroom vast. Dat is een vorm van niet-aangeboren hersenletsel. Van dat nieuws schrok ik wel een beetje. Door de medicatie had ik in Frankrijk niet eens door, dat ik in zo’n slechte toestand was.’

Niet meer aan het werk

‘Ondanks de problemen, wilde ik toch blijven werken. Maar uiteindelijk gaf de revalidatie arts aan dat ik tijdelijk moest stoppen met werken, zodat ik mij volledig kon richten op de revalidatie. Ik heb ongeveer een jaar revalidatie gehad, en bleef de strijd voeren. Op een gegeven moment mocht ik van mijn werkgever twee keer twee uur werken in de week, maar dat ging niet zo voorspoedig als ik gehoopt had. Als ik twee A-4tjes moest samenvatten, deed ik daar weken over. Die samenvatting sloeg dan ook helemaal nergens op. Het ging niet meer, dat zagen mijn collega’s ook. Ik werd door het UWV volledig arbeidsongeschikt verklaard. Daar heb ik het wel een tijdje heel moeilijk mee gehad, maar ik wist ook: ik heb gedaan wat ik kon.’

Sandra 2.0

‘Als ik praat over het ongeluk, spreek ik vaak over Sandra 1.0, en Sandra 2.0. Sandra 1.0 is wie ik was voor het ongeluk: stuiterde alle kanten op, ‘s avonds als laatste naar huis, liet het leven op haar afkomen en maakte er een groot feest van. Sandra 2.0 is wie ik ben geworden, Sandra na het ongeluk. Iemand die alles van tevoren moet uitdenken, haar rust moet inplannen, ze heeft zelfs doorzitplekken op de bank zitten, waar vroeger nooit gezeten werd. In het begin wilde ik niets te maken hebben met Sandra 2.0. Ik wilde de oude Sandra weer zijn, ik wilde weer gekkigheid uithalen en die spontaniteit voelen. Ik heb Sandra 1.0 nooit kunnen uitzwaaien, zij is mij ontnomen. Dat was erg frustrerend in het begin.

Inmiddels heb ik Sandra 2.0 wel kunnen omarmen. Misschien zal ik haar nooit 100% kunnen accepteren, maar het is gewoon wat het is, en daar moet ik maar het mooiste van maken. Ik ben ten slotte dankbaar dat ik er nog sta, want hoeveel mensen kunnen zo’n ongeluk nog navertellen? Arie en ik zijn dichter naar elkaar toegegroeid, en ik heb meer lief dan ooit tevoren. Dat geluk heb ik zelf moeten creëren en zelf moeten inzien. Maar dat heb ik wel mee kunnen nemen van Sandra 1.0: ik blijf nog altijd positief.’



WENDY Zomer special

Zomer op een eiland!


Een special vol eilandliefde en eilandinspiratie.


 

LAAT JE INSPIREREN DOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF