In de serie Zonder jou vertellen mensen over het verlies van een dierbare. Wat betekent rouw, hoe vinden ze weer de kracht om door te gaan? Meggy verloor haar dochtertje van anderhalf aan een hersenvliesontsteking. Achteraf bleek dat Sammie niet tegen alle varianten van de Meningokokkenbacterie was ingeënt, doordat dit niet standaard in het Rijksvaccinatieprogramma is opgenomen.
‘Ik was 44 jaar oud, toen ik een relatie met mijn man Lennard kreeg. Hij had al twee kinderen, maar samen hadden we nog wel een kinderwens. Na een half jaar was ik plots zwanger. We waren ontzettend blij, en mijn moedergevoelens werden direct enorm sterk. Samen gingen we ervoor. Toen Sammie geboren was, waren we meteen verliefd op haar. Ze was prachtig, en zo energiek. Ook de kinderen van Lennard, Sammie’s zus en broer, waren gek op haar. De tijd waarin Sammie leefde, was prachtig. We hebben veel mooie herinneringen aan haar. Zo denk ik met een lach en een traan terug aan Sammie die met haar broer en zus op de trampoline speelde. Op anderhalf-jarige leeftijd, werd Sammie door de gevolgen van een hersenvliesontsteking uit het leven gerukt. We dachten dat ze voor alles ingeënt was, maar voor Meningokokken B blijken kinderen niet standaard te worden ingeënt. Het gevolg daarvan is het risico op een hersenvliesontsteking. Het vaccin is namelijk niet opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma, en moet op eigen initiatief worden aangevraagd. Veel mensen weten dit niet, zoals ik destijds. Ik hoop dat daar verandering in komt, en de bewustwording groter wordt. Dan nog was het natuurlijk nooit 100% zeker dat het vaccin Sammie had kunnen redden. De vaccinatie werkt voor 80%. Er was dus altijd nog een kans van 20% geweest dat ze het wel zou kunnen krijgen.'
Hersenvliesontsteking
‘Een paar weken lang liet Sammie merken dat ze een pijnlijk been had. Op 12 februari kreeg ze er ook hoge koorts bij. Voor de zekerheid zijn we toch naar de huisarts gegaan, maar hij vond het niet nodig om Sammie verder te onderzoeken. Later die dag kreeg ze stipjes op haar lijfje, waardoor we dachten aan een kinderziekte (de vijfde of zesde ziekte). Toen ik haar ’s avonds in haar bedje legde, was de koorts weg. Maar toen ze wakker werd, had ze toch weer hele hoge koorts. Ze begon over te geven. Lennards zoon wilde Sammie een emmer geven om in te spugen. Sammie dacht dat hij met haar wilde koken in het speelkeukentje. “Nee koken, kan niet koken”, zei ze. Ik besloot terug te gaan naar de huisarts. Deze keer stuurde hij ons toch naar het ziekenhuis. Lennard was op dat moment aan het werk. Ik paste thuis ook op zijn zoon, want hij had een oorontsteking. Ik probeerde een oppas voor hem te regelen zodat ik weg kon. In het ziekenhuis begon Sammie met haar ogen te draaien, en oer geluiden te maken. Haar lijfje verstijfde. In paniek schreeuwde ik om hulp. Ze was aangemeld, maar niet met spoed. Omdat ik voelde dat er heel snel gehandeld moest worden, beukte ik met Sammie in mijn armen tegen de dichte deuren om naar een arts te gaan. Samen renden we met Sammie naar de kamer vol artsen en assistenten, waar ze medicijnen kreeg toegediend. Maar wat heeft ze dan, vroeg ik in paniek aan de artsen. Eén van hen vertelde dat het om een hersenvliesontsteking ging. Daar was ze tegen ingeënt. Het ziekenhuis waar we waren is een regulier ziekenhuis en geen kinderziekenhuis, waardoor ze niet precies wisten wat ze moesten doen. Er ontstond paniek. Ze knipten haar kleertjes open, want uittrekken lukte niet meer omdat ze daardoor in de kramp schoot. Ik wilde helpen, en wat voor Sammie doen. Toen schoot door mijn hoofd dat Lennard hier moest komen van zijn werk, dus ik belde hem. Aan de artsen vroeg ik of Sammie hieraan zou kunnen overlijden. “Het zou kunnen, maar we doen ons uiterste best”, werd mij verteld. Sammie werd in de ambulance meegenomen naar een gespecialiseerd kinderziekenhuis, waar een CT-scan van haar hoofdje werd gemaakt. Er waren toen nog geen afwijkingen zichtbaar, dus werd gezegd dat we er op tijd bij waren. Sammie gaat hier niet aan dood, dacht ik. Het zou vast goedkomen.’
Dit kan niet waar zijn
‘De puntjes op Sammie’s lijfje bleek een bloedvergiftiging te zijn. De CT-scan gaf geen afwijkend beeld, maar we moesten ons van de artsen klaarmaken voor een hele lange periode in het ziekenhuis. Hoe zou Sammie hier dan uit kunnen komen, dacht ik. Er was namelijk een grote kans op blindheid, doofheid, verstandelijke beperkingen of het missen van ledematen. ’s Avonds kreeg Sammie een badmuts van electroden op. Ze had namelijk aardig wat epileptische aanvallen. Een kinderneuroloog nam testjes af. Hieruit kwam dat ze kritiek stabiel was. Inmiddels was het half één ’s nachts, en werd ons verzocht naar huis te gaan om te rusten. Dat wilden we niet, maar deden het uiteindelijk toch. Op een gegeven moment werden we ’s ochtends vroeggebeld, omdat Sammie’s hartslag niet meer in lijn lag met haar bloeddruk. Ze zouden een nieuwe CT-scan maken, dus snelden we weer naar het ziekenhuis. We waren erbij toen ze de scan inging, maar toen ze eruit kwam, werd het stil. De uitslag zou door een arts bepaald moeten worden. Een zuster drukte ons op het hart de kinderen te bellen. Het was op dat moment 08:00 ’s morgens. Dat was het punt waarop ik dacht, dit kan niet waar zijn. Ik sloeg huilend voorover op het bed. Lennard nam mij mee om even naar buiten te gaan. “Dit is de zuster, niet de arts. We wachten het oordeel van de arts af”, zei hij. Maar achteraf bleek dat de zuster in de gaten had hoe snel Sammie achteruitging.’
Hersendood
‘De arts kwam binnen, en vertelde dat Sammie voor tachtig procent hersendood was. Ze gaat vandaag overlijden, hoorde we hem zeggen. In shock hebben we onze familie en vrienden gebeld om afscheid te komen nemen van Sammie. We namen allemaal één voor één afscheid. Het was zo onbeschrijflijk, intens verdrietig. Je weet er totaal geen raad mee. Doordat ze aan de beademing lag, was ze nog in leven. Als ze daar werd afgehaald, zou ze overlijden. Er was geen kans meer op herstel. Toen iedereen was geweest, werd ons gevraagd hoe we afscheid wilden nemen. We gingen met Sammie tussen ons in op bed liggen zoals we elke ochtend deden. “Als jullie gereed zijn, halen we de beademing eraf”, zei de arts. Dit gebeurde, en dat was het moment dat het oversloeg. Het was zes minuten voor drie, Valentijnsdag. Het was schrijnend, ontzettend pijnlijk en verdrietig, maar tegelijkertijd zijn we zijn zo ontzettend trots op haar, en dankbaar voor haar bestaan en wie ze was. Sammie is mijn prachtige meisje, waar ik elke dag enorm van genoot en nu nog altijd onbeschrijfelijk mis.’
Het laatste Huys
‘Soms sta ik bij het stoplicht, waar ik met Sammie voorop mijn fiets vaak stond. Het ene moment het makkelijker dan het andere moment. Ik zie de wind namelijk nog steeds door haar haartjes strijken. Laatst keek ik omhoog en zag ik een hartje in de wolken. Bij alle ‘hartjes’ denk ik aan haar doordat ze op Valentijnsdag is overleden, ze met een te groot hartje is geboren, en in haar voetafdruk een hartje stond. Elke avond bij het naar bed gaan vroeg ik Sammie: wat ben jij van mama? Sammie zei dan: “mama’s hartje!” We hebben haar dood nog meer betekenis gegeven met ‘Het Laatste Huys’ op te richten. We helpen mensen door dit bedrijf om een persoonlijke uitvaartkist te maken. Mijn buik noemen we Sammie’s eerste huis. De kist die Lennard heeft gemaakt is haar ‘Laatste Huys’. Zo zijn we op het idee gekomen. De tijd na haar overlijden was zwaar. Ik kwam met moeite het huis uit, en moest alles weer opnieuw uitvinden. We beleefden voor het eerst belangrijke dagen, maar dan zonder Sammie. Het is nog steeds pijnlijk dat Lennard ‘papa’ wordt genoemd, maar ik geen ‘mama’ meer. Tuurlijk ben ik nog moeder, de moeder van Sammie, en houd ik van de kinderen van Lennard. Maar toch is het anders, ik ben nu een onzichtbare moeder. Wel weet ik dat we door dit alles als gezin sterker zijn geworden, en de relatie met Lennard nog beter is dan het al was. Zijn kinderen zijn de zus en broer van Sammie, waardoor ze direct familie van mij zijn geworden. Zo hebben ze ook Sammie’s schoen gezet tijdens Sinterklaas, dat raakte me. De urn staat naast een kunstwerk dat we hebben laten maken van Sammie’s profiel. Soms zijn we de urn kwijt. Dan kijk ik uit het raam en zie ik dat de dochter van Lennard ermee op de trampoline zit. Zij missen hun zusje ook elke dag.’