Letty van der Geest (73) was het buitenechtelijke kind van de slager en had daardoor een moeilijke jeugd. Het zorgde ervoor dat ze relatieverslaafd raakte en van de ene naar de andere man ging. Maar niemand kon het gat uit haar jeugd opvullen. Pas na haar vijftigste realiseerde ze zich dat ze een onrealistisch ideaalbeeld had van de liefde en vond ze rust in zichzelf.
‘Een man moest alles van me begrijpen en ik van hem. Hij moest voor me tot het gaatje gaan, net zoals een vader voor zijn dochter zou doen. In een relatie moest de passie oplaaien; alles moest gevoeld en uitgesproken worden. In mijn gedachten hoorden relaties in elkaar over te smelten, zoals in Hollywoodfilms. Daarin leken koppels voor en met elkaar te leven. Ik was steeds weer op zoek om datgene wat verkeerd is gelopen in mijn jeugd, alsnog goed te maken.’
Tweede natuur
‘De relatieverslaving is ontstaan in mijn jeugd. Mijn gezinssituatie was ingewikkeld, want mijn moeder had een geheime relatie met de slager en mijn vader was alcoholist. Ik ben het kind van de buitenechtelijke relatie. Hij kwam elke woensdag langs, maar toen ik vier jaar oud was, verdween hij ineens. De slager had een nieuwe vriendin. Op mijn twintigste vertelde mijn moeder dat hij mijn biologische vader is, maar toen was hij al dood. Ik vond hem heel leuk, noemde hem mijn vader en ik was erg gesteld op hem. Ineens was hij weg. Daardoor heb ik mezelf het idee aangeleerd dat mensen je alsnog kunnen verlaten, ondanks dat ze zeggen van je te houden.
Mijn moeder was ongelukkig in de relatie met mijn alcoholistische vader. Ik was erg bang voor hem en liep daardoor altijd op mijn tenen om maar niks verkeerd te doen. Ik voelde me verantwoordelijk voor de sfeer in het huis, dus gedroeg ik me schattig, lief en vrolijk. Dat werd mijn tweede natuur; ik voelde aan wat mensen van me verwachtten en dat gedrag vertoonde ik. Daar scoorde ik mee, maar ik moest hard werken voor aandacht en liefde.’
Ideaalbeeld
‘Daardoor zit er een gat in mijn jeugd, die ik mijn hele leven heb geprobeerd op te vullen door iemand anders. Ik zocht een man die me de liefde kon geven die ik als klein meisje nodig had, die me een ‘thuis’ kon geven, alles voor me deed en kinderen met me wilde. Uiteindelijk voldeed diegene net niet aan dat plaatje en ging ik weg. Ik ging vaak vreemd, omdat ik dan alvast opzoek ging naar een ander die mijn behoeftes misschien wel kon bevredigen.
Mijn eerste relatie was toen ik ongeveer twintig was. Dat was met een jongen uit de Jordaan. Dit duurde zo’n twee jaar. Ik vond het heerlijk dat hij uit zo’n liefdevol gezin kwam. Het ging daar thuis zo makkelijk en dat kende ik niet. Met die jongen heb ik ook samengewoond, maar hij was geen partij voor mij. Het enige wat ik van hem kreeg was dat gezinsgevoel. Na vijf jaar scharrelen ontmoette ik iemand waarmee ik vier jaar getrouwd ben geweest. Met hem was het heel leuk, maar hij wilde geen kinderen. Dat was mijn droom, dus ik kapte het af. Elke man had wel wat; met de een was het heel gezellig en met de ander was het weer spannend. Daarna ben ik vijftien jaar met de vader van mijn zoon en dochter geweest. Hij had een huis, een auto, droeg pakken en hij stak kaarsjes aan. Voor mijn gevoel kon hij een ‘thuis’ creëren en kon hij goed voor me zorgen. Dat leven wilde ik hebben, maar veiligheid, zorg en inkomen bleken toch niet genoeg te zijn. De relatie was intellectueel en spiritueel gezien té oppervlakkig.’
Marco
‘Toen ons oudste zoon tien jaar was, ging ik bij de vader van mijn kinderen weg. Op dat moment ging ik al een paar weken met Marco, een vader van de basisschool. Voor hem viel ik als een blok en daar kwam mijn relatieverslaving echt tot uiting. Hij maakte van alles in mij los, want hij was psycholoog en begreep daardoor alles. Ik dacht dat ik al mijn emoties en behoeftes voor de volle honderd procent met hem kon delen. Dat deed ik veel te veel. Ik stalkte hem zowat, waar hij het Spaans benauwd van kreeg. Marco was degene die ik nodig had in mijn jeugd en dus als man, want hij was een geweldige vader voor zijn dochters. Zijn kinderen waren het belangrijkste voor hem, maar die positie wilde ik hebben. Ik werd jaloers als hij zijn dochters boven mij koos. Daardoor werd ik ontzettend obsessief. Zelfs toen hij een nieuwe trui kocht, was ik jaloers. Ik moest degene zijn die hem warm hield. Als hij de kamer uitliep zonder iets te zeggen om naar de wc of de keuken te gaan, sloeg ik op hol. Als hij piano speelde, kon ik mijzelf er nauwelijks van weerhouden om over zijn handen te gaan hangen.
Na zo’n drie jaar werd Marco gek van mijn gedrag. Hij wilde dat ik wegging en juist dat kon ik niet verdragen. Ik had zo erg mijn best gedaan om hem bij mij te houden waardoor ik mezelf alleen maar meer verloor. Het leek een soort psychose. Dit was de eerste keer dat een man mij aan de kant zette. Ik dacht echt dat ik dood zou gaan. Dat was het moment dat ik bij psychiater Veltman terechtkwam, omdat ik bekaf was van het alsmaar mijn best doen voor aandacht en liefde. Sinds mijn zeventiende loop ik al bij psychologen, maar Veltman heeft me met beide benen op de grond weten te zetten.’
Verwachtingen en eigenwaarde
‘Veltman vertelde nooit dat ik een relatieverslaving had, want hij deed niet aan stempels. Hij was ontzettend hard tegen mij en juist dat had ik nodig. Door hem heb ik geleerd om genoegen met mezelf te nemen. ‘Het leven is niet veel soeps’, zei hij telkens tegen mij. Dat is uiteindelijk ook de titel van mijn boek geworden. ‘Iedereen is aan het juichen dat het fantastisch is, maar het is één grote worsteling.’ Hij liet me inzien dat het ideaalbeeld dat ik in mijn hoofd had gemaakt over het leven niet bestond. Veltman vond mijn visie op de liefde onvolwassen en gebaseerd op een Hollywoodfilm. ‘Je moet blij zijn als je vijftig procent van je emoties en behoeftes met je partner kan delen. Veel meer is niet gezond’, zei hij
Door boeken te lezen ontdekte ik dat ik relatieverslaafd ben. Ik ontdekte dat ik mijn geluk zocht bij iemand anders omdat ik ervan overtuigd was dat ik dat zelf niet in huis had. Veltman heeft me geholpen met het bijstellen van mijn verwachtingen. Dankzij hem besefte ik mij dat ik moest leren om op mijn eigen benen te staan. Hij was de eerste die ik genoeg vertrouwde om mezelf te durven veranderen. Ik vond het heel moeilijk om mijn verwachtingen bij te stellen en realistisch te zijn. Voor mij was het uiteindelijk wel een opluchting om genoegen te nemen met wat er wél was. Ik leerde om vertrouwen in mezelf te hebben. Het gat dat in mijn jeugd geslagen was, heb ik mijn hele leven geprobeerd op te vullen. Ik kende geen gelukkig gezin, maar dat wilde ik wel ervaren. Uiteindelijk heb ik geleerd om de behoeftes die ik had op te zoeken in mezelf door de natuur in te gaan of muziek te luisteren. Na acht jaar therapie, ontmoette ik de man waarmee ik nu al 22 jaar gelukkig samen ben. Al met al ben ik bijna dertien jaar in therapie geweest. Toen ik in deze relatie stapte, had ik niets meer nodig. Ik had mijn leven op orde en kende mijn eigenwaarde. Deze relatie is een toevoeging in mijn leven en geen aanvulling.'
Boek
‘Om iedereen kennis te laten maken met de nuchtere wijsheid van meneer Veltman, heb ik een boek geschreven. ‘Het leven is niet veel soeps en andere geruststellende zinnetjes van Meneer Veltman’, gaat over afhankelijkheid, loslaten, relaties, te hoge verwachtingen, vertrouwen, goede liefde en gelukkig leren leven’
‘Het leven is niet veel soeps en andere geruststellende zinnetjes van Meneer Veltman’ is verschenen bij Lifetimeprint door Ton Verlind Media en kost €22,99