fbpx

Jennifer uit Handen aan de couveuse miste haar eigen bevalling doordat ze in kunstmatige coma werd gehouden, zo gaat het nu met haar: ‘Om Vajén heb ik de minste zorgen’

Wie de serie ‘Handen aan de couveuse’ heeft gekeken, zal vast onder de indruk zijn geweest van het verhaal van Jennifer. Tijdens de zwangerschap werd ze ernstig ziek en het was onzeker of ze het ging redden. Jennifer beviel van haar baby terwijl ze in een kunstmatige slaap werd gehouden. Vajén kwam te vroeg en veel te klein ter wereld. In de serie zagen we dat Jennifer en haar baby het allebei boven verwachting overleefden, maar hoe gaat het nu?

Jennifer kwam tijdens haar zwangerschap op de intensive care terecht met corona en levensbedreigend hartfalen. Na een zwangerschap van nog geen zeven maanden, kwam de bevalling totaal onverwacht op gang. ‘Het was mijn lichaam dat aangaf dat het kindje eruit moest, omdat ik het anders niet zou overleven en de baby ook niet. Het is al eng als je ziek wordt tijdens je zwangerschap, maar dit had ik nóóit verwacht.’

Bevalling gemist

Na ruim drie weken in coma te hebben gelegen, komt Jennifer bij. Het laatste moment dat ze zwanger was én de komst van haar kindje, heeft ze niet meegemaakt. ‘Ik vond het verschrikkelijk. Na mijn twee dochters wilde ik heel graag nog een kindje en het allemaal nog een keer meemaken. Mijn moeder zou ook bij de bevalling zijn. Toen ik wakker werd, was Vajén al vier weken op de wereld. Ik vind het erg dat ik me niks kan herinneren, maar ik vind het nóg erger dat ik er in het ziekenhuis niet voor mijn baby kon zijn en niet voor mijn man. Hij heeft het daar allemaal alleen moeten doen.’

Als Jennifer na bijna acht weken uit het ziekenhuis wordt ontslagen, is zowel haar lijf als haar hart nog zwak. Haar dochter Vajén is op dat moment te jong om de couveuse te mogen verlaten. ‘Het was heel moeilijk om naar huis te gaan zonder kindje, maar ik was zelf nog niks waard. Ik was nog zo zwak dat ik me realiseerde dat ik dit er niet bij kon hebben. Het ging gewoon nog niet. Tegen de tijd dat we Vajén uit het ziekenhuis mochten ophalen, was ik wel iets aangesterkt. Het was mooi, maar vooral héél spannend om haar mee naar huis te mogen nemen. We waren voorzichtig. Vajén dronk nog niet goed en ze was natuurlijk kleiner dan andere baby’s. Bovendien had ze de sondevoeding nog nodig en ikzelf moest ook nog regelmatig naar het ziekenhuis.’

Hoe het nu gaat

‘Het was dus een spannende tijd en nu zes maanden later eigenlijk nog steeds. Als ik nu iets voel, dan weet ik dat het komt doordat ik iets heb aan mijn hart. Volgens de artsen ging mijn hart al achteruit voordat ik zwanger was van Vajén. Ze denken dat de combinatie van mijn derde zwangerschap en corona, mijn hart te veel is geworden. Ik voel me kwetsbaar. Mijn hart is nog altijd even slecht als toen ik ontslagen werd uit het ziekenhuis. Ik ben snel moe en vaak benauwd. Ik slik veel medicijnen en daar krijg ik ook weer bijwerkingen van. Ik voel me heel anders dan hoe ik me ooit heb gevoeld. Nu kan ik het nog aan en ben redelijk stabiel, maar wat nou als het achteruitgaat? Ik ben soms wel bang dat het weer mis zal gaan. Het is dan ook belangrijk dat ik binnenkort meedoe aan een hartrevalidatieprogramma van tien weken, om zo te herstellen en met mijn hartaandoening om te leren gaan.’

In een vingerknip voorbij

‘Tegenwoordig denk ik veel meer na over het leven en dat het in een vingerknip voorbij zou kunnen zijn. Als je zo jong bent, sta je hier niet bij stil. Toch denk ik dat ik het allemaal nog niet verwerkt heb. Ik praat erover alsof het niet over mij gaat. Toen ik Vajén voor het eerst zag, heb ik hard gehuild. Maar om mezelf zo terug te zien in de serie, deed me eigenlijk weinig. Het voelt niet alsof ik mezelf daar zie liggen. Ik weet wel dat ik het ben, maar ik heb het niet meegemaakt en ik kan me er ook niets van herinneren. Het is niet niks wat er gebeurd is, dus het plan is dat ik er binnenkort met iemand over ga praten. Dit is natuurlijk niet iets wat je volledig achter je laat, maar ik moet het een plekje gaan geven. Het is ook niet goed als het ergens aan de oppervlakte blijft liggen en dat het later opeens tien keer zo hard binnenkomt.’

Gewoon moeder zijn

‘Tijdens de eerste weken van mijn revalidatie thuis kreeg ik hulp in het huishouden, maar eigenlijk wilde ik het gewoon allemaal zelf doen. Daarnaast moest ik in een rolstoel naar de school van mijn dochters geduwd worden. Dat vond ik vreselijk. Ik wilde gewoon zelf achter de kinderwagen lopen. Nu kan dat gelukkig weer. Met Vajén gaat het heel erg goed. Om haar heb ik echt de minste zorgen. Pasgeleden mocht ze van de sondevoeding af. Dat was echt een verademing en een enorme mijlpaal. Ze drinkt weer goed en is gezond. Als je haar ziet, zou je niet denken dat ze te vroeg geboren is. Ze doet wat haar zussen op die leeftijd ook deden, dus het is niet dat ze ergens in achterloopt. Vajén is de vrolijkste baby ooit. Ze lacht alleen maar en huilt bijna nooit. Ik vind het leuk als de fysio bijna verbaasd is als Vajén iets nieuws doet, zoals omrollen. Dan denk ik: Zie je wel! Ze kan het allemaal gewoon.

Het moment dat we allemaal weer thuis waren, kan ik me nog maar al te goed herinneren. Ik was blij dat we eindelijk weer compleet waren. Vanaf dat moment voelde het alsof we weer konden beginnen aan het normale leven en dat het niet meer om het ziekenhuis zou draaien. Het enige wat ik nog wens, is dat we volgende zomer lekker met zijn vijfjes naar Italië kunnen. Dat zou me enorm gelukkig maken en is dan ook mijn grote doel. Maar dat het me lukt om het gezin draaiende houden, geeft me al een trots gevoel. Ik ben zó blij dat ik weer gewoon moeder kan zijn.’



WENDY Zomer special

Zomer op een eiland!


Een special vol eilandliefde en eilandinspiratie.


 

LAAT JE INSPIREREN DOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF