Kickbokser Rico Verhoeven (28) had een heftige jeugd. Zijn moeder was er niet, zijn vader voedde hem met harde hand op. Rico zette het om in kracht en dat maakte hem tot een wereldkampioen.
Thuissituatie
‘Ik heb tot mijn zesde bij mijn moeder gewoond, die eigenlijk drukker met zichzelf was dan met mij en m’n halfzus. Ze had een drankprobleem waardoor ze niet in staat was goed voor ons te zorgen. Op een gegeven moment heeft ze gezegd: “Ga maar naar je vader”, wat natuurlijk heel heftig is, maar op die leeftijd weet je niet beter. Vanaf dat moment ging ik nog maar eens in de twee weken naar haar toe. In die weekenden was ze vaak weg of zei ze dat ze op een bepaalde tijd thuiskwam en was ze er weer niet. Dan ging ik bellen van: “Hé, je zou toch zo laat thuis zijn voor het eten?”, maar dan zat ze in de kroeg.”
Fanatieker
‘Voor mijn zus, die zes jaar ouder is, was het nog heftiger. Die had geen andere plek om naartoe te gaan, dus zij kreeg de volle laag.
Bij mijn vader thuis voelde ik me veiliger, ik had daar een goede basis. Alleen was hij wel iemand die een harde en strenge mentaliteit had. Zo is hij altijd voor zichzelf geweest – hij deed op hoog niveau karate – maar ook voor anderen. Vanaf het moment dat ik bij hem ging wonen, ben ik met hem gaan trainen en dat werd steeds serieuzer en fanatieker. Ik brak een keer mijn hand tijdens het spelen en kwam thuis met een dikke hand. Hij zei toen: “Dat gaat vanzelf wel over.”’
‘Natuurlijk hebben we ook een heleboel leuke dingen gedaan: vakanties, samen naar de film, weg op de motor, maar hij heeft het me wel lastig gemaakt. Onze band werd moeizamer vanaf mijn zeventiende, achttiende, toen ik een relatie kreeg. Dat zag hij als een bedreiging voor de sport. We hebben jarenlang af en aan wel en niet contact gehad, pas een week voor zijn dood vorig jaar hebben we het echt bijgelegd. Mijn moeder spreek ik nog wel; ze weet hoe ik denk over de dingen die ze gedaan heeft en is daar zelf natuurlijk ook niet trots op.’
Knuffelen
‘Een probleemjongen ben ik nooit geweest. Juist doordat ik altijd aan vechtsport heb gedaan, leerde ik al jong wat discipline is en hoe ik me rustig kon houden. Wel heb ik heel lang met een boosheid rondgelopen en kon ik soms onredelijk reageren. Het was mijn vrouw die op een dag zei: “Of je vergeeft je moeder, omdat ze nu wel haar best doet, of je verbreekt het contact en laat het daarbij.” Dat was een goede les, die ik nodig had. Ik ben vanaf dat moment alle negativiteit om gaan zetten in kracht. Ik geloof wel dat mijn harde opvoeding me heeft gevormd tot de persoon die ik nu ben en me geholpen heeft in mijn tak van sport. Ik heb veel meegemaakt, dingen gezien en als ik iets had, ging ik door. Daardoor heb ik zowel emotioneel als fysiek een hoge pijngrens opgebouwd.’
Goede les
‘Het is ook een goede les geweest in hoe ik het als vader vooral niet wil doen. Ik ben zeker streng en ik probeer mijn kinderen te leren dat ze hard hun best moeten doen als ze iets van hun leven willen maken. Maar ik wil de dingen die ik zelf gemist heb anders doen. Ik probeer zoveel mogelijk tijd met mijn kinderen door te brengen, ze altijd naar bed te brengen, huiswerk met ze te maken. Ik kan me niet herinneren dat ik heel veel ben vastgehouden. Nou ja, behalve met wedstrijden, dan pakten mijn vader en ik elkaar weleens vast. Maar met mijn dochters ben ik nu continu aan het knuffelen.’
Benieuwd naar de rest van het interview? Dit artikel is afkomstig uit WENDY, de ’Somebody’s watching you’ editie. De editie ligt in de winkel van 25 april t/m 12 juni. Wil je niets meer missen van WENDY? Neem een abonnement. Je kunt nu kiezen uit één van deze abonnementen.