We weten het allemaal: water drinken is goed voor je. Maar hoeveel liter per dag was het ook alweer precies? En waarvoor is al dat water eigenlijk zo belangrijk? Behalve om uitdroging te voorkomen, uiteraard. We zetten de belangrijkste waterfeiten voor je op een rij. Dat jij dat leuk en handig zou vinden, voelden wij natuurlijk weer aan ons… juist – water.

1. Hoeveel water je moet drinken, verschilt per persoon

Om te beginnen: hoe zat het ook alweer met die hoeveelheid water per dag? Nou, dat verschilt per mens. De vuistregel is: hoe meer je weegt, hoe meer water je nodig hebt. Preciezer: een gezonde volwassene heeft ongeveer 35 ml water per dag per kilogram lichaamsgewicht nodig. Een persoon van 50 kilo heeft dus 1,7 liter water nodig. Weeg je 70 kilo, haal de jerrycans er dan maar bij: 2,8 liter. Enne, met water bedoelen we dus ook echt water. Geen frisdranken, geen koffie. Helaas.

2. Ja, je kunt te veel water drinken

Alles waar ‘te’ voor staat, kun je beter laten. Zelfs te veel water drinken. Ja, echt. Een overdaad aan water kan leiden tot watervergiftiging en zelfs tot acuut overlijden. Dat zit zo. Je nieren kunnen per dag zo’n 8 tot 10 liter water verwerken. Drink je meer dan dat, of héél veel water in een kort tijdsbestek, dan kan je lichaam dit niet meer verwerken. Je nieren kunnen het werk niet aan, en het evenwicht tussen het natrium in je bloed en het water in je lijf raakt verstoord, met eventueel gevolg dat er water naar de hersenen wordt gebracht. Met – zoals je begrijpt – alle gevolgen van dien.

3. Is kraanwater gezond? En hoe zit het met die reststoffen?

Volgens het Voedingscentrum behoort het Nederlandse kraanwater tot het beste ter wereld. En dat is op zich goed nieuws, want zo kun je voor maar 1 euro het hele jaar probleemloos water drinken. Met water uit flessen ben je 150 tot 500 (!) keer duurder uit én maak je het milieu zeer ongelukkig. Kanttekening bij ons kraanwater: hoewel drinkwaterbedrijven ons kraanwater zuiveren, blijven er altijd reststoffen achter. Voorbeelden van reststoffen zijn medicijnen, hormonen (en hormoonverstoorders), zware metalen, chemische stoffen, microplastics en fluoride. De toelaatbare hoeveelheid van reststoffen wordt door de overheid zorgvuldig vastgesteld, maar mocht je hier toch geen fijn gevoel bij hebben, kun je altijd een waterfilter aanschaffen.

4. En waar is water ook alweer allemaal goed voor?

Goed, gaan we. Even in de opsomming: water drinken verbetert je immuunsysteem, geeft je stofwisseling een boost, verbetert je slaapkwaliteit, vermindert je eetlust (en kan je dus helpen bij afvallen), schijnt zelfs een slecht humeur te helpen voorkomen, voorkomt blaasontsteking en nierstenen, versterkt je gewrichten en je kraakbeen, helpt bij spieropbouw, vermindert en voorkomt hoofdpijn, stimuleert je spijsvertering, verbetert je concentratievermogen, voorkomt vermoeidheid, en zorgt tot slot voor een energieboost, een mooie huid én glanzend haar. Nou – wat wil een mens nog meer. Hierrrrr, met dat water.

5. En tot slot: dorst is een alarmsignaal

Het overgrote deel van je lichaam bestaat uit water, daarom kun je zonder water maar een paar dagen overleven. Droge mond, droge keel? Dan ben je eigenlijk al te laat met drinken. Het hebben van dorst is niks anders dan een alarmsignaal van je lijf. Leuk wedstrijdje dus: altijd iets sneller zijn dan de dorst.

Als een paal boven water

Het staat als een paal boven water: die 1,5 tot 2 liter water per dag doet wonderen. Dus mocht je binnenkort een keer last hebben van concentratieproblemen, lusteloosheid, stress, hoofdpijn of vermoeidheid? Dan weet je waar je naar moet grijpen. Het is in ieder geval het proberen waard. Proost.