In de serie Zonder jou vertellen mensen over het verlies van een dierbare. Elf dagen na de geboorte van hun dochter besluit de man van Nadja Ensink-Teich nog snel even de geboortekaartjes op de post te doen. Jeroen komt nooit meer terug. Vlak voor hun huis in London wordt hij neergestoken. Een intens rouwproces volgt, waarin reizen een grote rol speelt. Nadja beschrijft wat ze heeft meegemaakt in haar boek ‘Dag lieverd, tot zo’.
‘Het was zeven jaar geleden een gewone dinsdagochtend. Fleur was net elf dagen oud en Jeroen en ik zaten in onze happy bubbel. Onze goede vriend Seth kon ieder moment langskomen, maar Jeroen wilde per se de geboortekaartjes nog op de post gaan doen. “Dag lieverd, tot zo”, zei hij toen hij wegging. Seth zou om twee uur komen, maar om tien over twee had ik nog niets van hem of Jeroen gehoord. Ik zag dat Jeroen zijn telefoon op tafel had laten liggen, dus ik besloot Seth te bellen. Hij zei dat er vlak voor mijn huis iets was gebeurd en dat hij niet bij mij kon komen. Ik liep naar buiten met Fleur in mijn armen en zag toen een chaos. De straat was afgezet, overal liepen agenten en er stond een witte tent midden op straat. Ik ben op de eerste agent afgestapt om te vragen of Jeroen misschien in de menigte achter het afzetlint stond. Ik moest een beschrijving van Jeroen geven en ben toen met trillende benen terug naar binnen gegaan. Ik was nog maar net binnen, toen de bel ging. Er stonden drie agenten voor mijn deur. Op dat moment wist ik genoeg. Nog niet alle details, maar wel dat het om Jeroen ging en dat het verschrikkelijk mis was. Ik viel echt in een zwart gat.’
Overlevingsstand
‘Vanaf het moment dat de agenten binnenkwamen, is het voor mij een grote waas. Het concept van tijd verdween. Ik schoot meteen in een soort overlevingsstand. De zorg voor Fleur was voor mij prioriteit en ik ben meteen van alles gaan regelen. Gelukkig was er veel steun van vrienden en familie. Twee dagen na de moord liep ik met mijn broer buiten een rondje, er was niets meer te zien van het drama van twee dagen eerder. We kwamen bij de plek van de moord. Ik heb daar lang in de kou op straat gezeten. Ik voelde zo’n extreem verdriet, een deel van mij is met Jeroen gestorven.
Dankzij gesprekken met de politie en berichten uit de media, heb ik kunnen reconstrueren wat er gebeurd is. De moordenaar van Jeroen was een bekende van de politie, hij was al eerder veroordeeld voor het bezit van een mes en het aanvallen van een agent. Op de dag van de moord had de dader een psychose, hij moest een witte man neersteken. Jeroen was op het verkeerde moment op de verkeerde plek.
Pas vijf weken na het overlijden werd het lichaam van Jeroen vrijgegeven en was de uitvaart. Ik heb gesproken met Fleur in de draagzak. Na de uitvaart was er een memorial bij de universiteit waar Jeroen werkte. Honderden mensen waren aanwezig, het gaf veel steun om te zien hoeveel Jeroen voor mensen betekende. De dag na de uitvaart ben ik teruggegaan naar Nederland om “even” bij te komen bij mijn ouders. Vooral mijn moeder was een grote steun. Ze hielp met de zorg van Fleur, maar ze was er ook altijd om te praten. Ik kreeg steeds meer het gevoel dat ik niet meer terug wilde naar Engeland en begon rond te kijken naar huizen in Nederland. Jeroen en ik hadden altijd de droom om ooit een oude boerderij op te knappen. Zonder Jeroen wilde ik dat niet, die droom heb ik losgelaten. Ik vond een huis in het Overijsselse Overdinkel, vlak bij mijn ouders.
Tien maanden na het overlijden van Jeroen was de rechtszaak in London. De dader werd veroordeeld voor doodslag en kreeg ook tbs. Ik heb toen gepleit voor een onderzoek naar het handelen van de politie. Dit onderzoek kwam er, tweeënhalf jaar na de moord. Er zijn nu dingen aangepast in het Engelse rechtssysteem. De mentale gezondheid van verdachten en eerdere incidenten worden nu beter gecheckt. Ik krijg Jeroen er niet mee terug, maar ik hoop dat andere gezinnen hierdoor nooit hoeven mee te maken wat wij hebben meegemaakt.’
Op reis
‘Twee jaar na het overlijden van Jeroen keek ik thuis in de spiegel en herkende ik mezelf niet meer. Ik was niet meer de persoon en moeder die ik wilde zijn. Mijn moeder was kort daarvoor overleden en ik hoorde haar op dat moment tegen me zeggen: “Ga op reis, meid.” Reizen had Jeroen en mij altijd al verbonden, dit wilde ik ook graag met Fleur delen. Ik kocht twee retourtickets naar Bangkok, verder had ik niets gepland of geboekt. Ik wilde mijn gevoel gaan volgen.
Op reis ben ik mezelf echt tegengekomen. Thuis kon ik me nog verstoppen in het huishouden, maar dat ging nu niet. Ik heb mijn emoties heel intens gevoeld, het was het mooiste en zwaarste wat ik ooit heb gedaan. We hebben zoveel mooie mensen ontmoet en bijzondere plekken bezocht door heel Azië. De reis heeft echt geholpen in de acceptatie van ons nieuwe leven. Fleur en ik zijn nu met z’n tweeën, maar Jeroen is altijd bij ons. Dat voelde ik tijdens onze reis ook heel sterk. Zo vertelde ik tijdens een cruise tegen Fleur hoe graag Jeroen en ik nog ooit dolfijnen hadden willen zien. Precies op het moment dat ik dat zei, kwamen er dolfijnen langs gezwommen. Het kan eigenlijk niet, maar toch gebeurde het. Dat voelde als een teken van Jeroen. Ik ben heel dankbaar voor de reis die we hebben kunnen maken.’
Rouwen
‘Waar ik normaal alles probeer te beredeneren, heb ik in mijn rouw echt mijn gevoel gevolgd. Tijd heelt niet alle wonden, het gaat erom hoe je met die tijd omgaat. Ik heb altijd het mantra gehad om niet hard en bitter te worden. Dit heeft me veel gebracht maar ook veel gekost. Pas tijdens onze reis door Azië kon en durfde ik het om echt mijn emoties onder ogen te zien. Naast het reizen heb ik ook veel gehad aan massages. De rouw ging echt vastzitten in mijn lichaam, door de massages kwam dat los en dat bracht veel emotie mee. Het hielp voor mij ook om veel te praten, bijvoorbeeld met mijn moeder maar ook met een medium.
Het leven weer oppakken was moeilijk en kostte tijd. Het toelaten van een nieuwe man in mijn leven of het uitzoeken van Jeroens spullen, het heeft lang geduurd voordat ik dat kon. Ik ervaar nu nog steeds triggers. Ik vind het bijvoorbeeld moeilijk om op drukke plekken te zijn waar onverwachte dingen kunnen gebeuren, maar ik kan het nu beter relativeren en voel niet meer die paniek. Jeroen is altijd bij ons. We praten veel over hem, vieren zijn verjaardag en staan stil bij zijn sterfdag. In naam van Jeroen heb ik samen met de London School of Hygiene and Tropical Medicine, waar Jeroen werkte, een fonds opgezet dat strijd voor gelijke kansen. We zijn net terug uit Afrika waar we bij verschillende projecten van het fonds zijn langs geweest. In Malawi hebben we een deel van Jeroens as uitgestrooid met een mooie ceremonie. Rouwen is levenslang, het is nooit klaar. Maar ik kies ervoor om het leven weer in kleur te zien. Voor Fleur is haar realiteit dat ze een mama heeft en haar papa in haar hart zit. Soms is ze veel bezig met wat er gebeurd is en soms helemaal niet, het gaat in vlagen. Ze weet dat ze altijd alles aan me mag vragen, onze band is ontzettend sterk.’
Boek
‘Vanaf dag één wist ik dat ik een boek wilde schrijven. Het heeft een lange tijd geduurd voordat ik dit kon. Ik had de tijd nodig om veel te praten en te beseffen wat er allemaal gebeurd was. Ik heb het boek niet voor mezelf geschreven, ik wilde echt andere mensen helpen. Zelf kon ik geen boek vinden waarin ik herkenning vond in mijn verdriet. Ik wilde mensen geven wat ik zelf had gemist. Door mijn verhaal te delen, wilde ik laten zien hoe rouw eruit kan zien en dat je ondanks die rouw nog steeds een mooi leven kan leiden. Ik krijg veel berichten van mensen die vertellen hoe ze zich in mijn verhaal herkennen en dat het hun steun en hoop geeft. Dat doet me goed, want dat was juist de reden waarom ik het boek geschreven heb. Ik heb een groot deel van mijn boek geschreven op de locatie waar Jeroen en ik zijn getrouwd. De eigenaar van de locatie wist wat ik had meegemaakt en vond het goed als ik daar ging zitten werken. Het was fijn om terug te keren naar een plek die voor ons zoveel betekend heeft. Het heeft mij geholpen in mijn verwerking.’
Toekomst
‘Het gaat nu goed met me. Een paar jaar geleden zou ik me schuldig hebben gevoeld dat ik na het overlijden van Jeroen weer gelukkig zou kunnen worden. De afgelopen zeven jaar waren een duik in de rouw en een zoektocht naar wie ik ben als persoon en wat voor moeder ik wil zijn. Ik heb heel veel mooie lessen geleerd, zoals hoe kwetsbaar en kort het leven kan zijn. Als je iets wilt, moet je ervoor werken. Jij zit achter het stuur van je eigen leven. Ik geniet veel meer van de kleine dingen, zoals een wandeling in de natuur en dan een kopje thee drinken met een vriendin. Het leven draait niet om een groot huis of dure auto, het gaat om tijd en aandacht voor elkaar. Ik leef echt in het nu. Het geluk en de gezondheid van Fleur en mij staan bovenaan. Ik wil mijn gevoel blijven volgen en niet meer bang zijn voor het ‘wat als’.’