fbpx

Lisette (31) is ongewenst kinderloos en wil bewustwording creëren rondom het onderwerp: ‘Het leven is geen sprookje’

Als de dokter aan Lisette van den Berg vertelt dat haar grote droom om moeder te worden niet uit zal komen, zakt de grond onder haar vandaan. Ze voelt zich verslagen en zou het liefst niemand erover vertellen. Wanneer ze dit toch doet, krijgt Lisette pijnlijke vragen en opmerkingen als “aan wie ligt het?” en “dan adopteer je toch?” Het raakt haar diep en ze voelt zich niet begrepen. Lisette begon zich dan ook af te vragen of mensen zich wel kunnen inleven in hoe het voelt om ongewenst kinderloos te zijn en welke impact bepaalde vragen en opmerkingen hebben. Door hier aandacht aan te geven tijdens de week van de Vruchtbaarheid, wil Lisette bewustwording creëren rondom het onderwerp.

‘Mijn man en ik wilden allebei heel graag kinderen. Sterker nog, het was mijn grote droom. Na een halfjaar zonder succes te hebben geprobeerd om zwanger te worden, begonnen we ons zorgen te maken. We wilden ons er niet bij neerleggen en gingen hoopvol naar een huisarts. Daar kregen we het advies om het nog een jaar te proberen, maar er veranderde niets. Vervolgens werden we door de huisarts doorgestuurd. We hebben allerlei artsen gezien en onderzoeken laten doen. Na twee jaar onzekerheid kregen we de boodschap: “Het spijt ons. We kunnen niets voor jullie doen.” En dat was het dan. Verdere behandeling was niet mogelijk. We moesten er maar mee leren leven.’

Zwart gat

‘Je denkt altijd dat jou zoiets nooit zal overkomen en dat dit soort dingen alleen gebeuren bij anderen. We leven in een maakbare maatschappij en gaan er snel vanuit dat problemen gemakkelijk opgelost kunnen worden. Ik werd met mijn neus op de feiten gedrukt en weet nu dat dit absoluut niet is hoe het leven in elkaar zit. Het viel bij ons niet op te lossen. Iedereen heeft een bepaald toekomstbeeld. Ik had dat ook. Toen ik hoorde dat mijn toekomst er compleet anders uit zou gaan zien, viel ik in een zwart gat. Ik moest vanaf dat moment mijn hele leven opnieuw vormgeven en inkleuren. Dat is een heel intens en lastig traject. Ik had geen idee hoe ik ermee moest omgaan.

Ik heb heel veel gehuild en lag twee dagen lang alleen maar in bed. Op het werk meldde ik me ziek en bleef de dagen daarna ook nog thuis. Toch heb ik niet lang toegegeven aan mijn verdriet. Binnen een week besloot ik het normale leven weer op te pakken en aan het werk te gaan. Eigenlijk dwong ik mezelf om dat te doen. Ik stond mezelf niet toe om in bed weg te kwijnen, ook al wilde ik dat wel het liefste doen op dat moment. In mijn hoofd was het de enige optie om mijn leven op te pakken en te doen alsof er niks aan de hand is. Als ik er nu aan terugdenk, zie ik dat ik mijn verdriet aan het verdringen was.’

Confrontatie

‘Het lastige is dat ik in het basisonderwijs werk. Ik werk de hele dag tussen andermans kinderen. Dat vond ik in het begin erg confronterend. Het is zwaar om dagelijks voor de klas te staan, naar 25 kinderen te kijken en te denken: dit is niet voor mij weggelegd. Ik heb dan ook getwijfeld of ik nog wel juf wilde zijn. Op het schoolplein kreeg ik vragen van ouders, zoals: “Je doet het zo leuk met die kinderen. Wordt het voor jou niet eens tijd?” Dat vond ik echt heel erg pijnlijk. Ze doen het natuurlijk niet expres, maar ik vind het wel naïef. De maatschappij heeft een beeld van dit onderwerp dat niet overeenkomt met de werkelijkheid. Mensen denken dat het vanzelfsprekend is dat iedereen kinderen krijgt. Ze staan er niet bij stil dat dit niet voor iedereen het geval is. Het is pittig, maar ik blijf wel in het onderwijs. Ik krijg ieder jaar de kans om voor een hele klas te mogen zorgen. Ze gaan niet met me mee naar huis, maar het zijn wel ‘mijn kinderen’ dat jaar.’

Taboe

‘Sommige mensen wilde ik het nieuws graag vertellen en anderen moésten het gewoon weten, vond ik. Dit ging vaak om mensen uit onze nabije kring die betrokken waren geweest bij onze pogingen om zwanger te worden. Zij waren er voor ons. De reacties die ik kreeg van sommige kennissen, collega’s of zelfs mijn toenmalige leidinggevende, waren minder fijn. Om eerlijk te zijn, vond ik hun vragen en opmerkingen echt bizar. Ik kreeg vragen als: “Aan wie ligt het?” Hiervan denk ik: wat maakt het uit aan wie het ligt? Ook kreeg ik allerlei goed bedoelde adviezen, waaronder adoptie. Mensen begrijpen niet dat adoptie niet voor iedereen een optie is en dat je er duizend procent achter moet staan voordat je een dergelijke keuze maakt. Het is niet een logische vervolgstap, maar een keuze die je maakt en die is voor iedereen anders. Ik vatte deze adviezen op als: er zijn zoveel opties, waar maak je je nou zo druk om? Ik voelde me totaal niet begrepen en niet gezien. Dit is een belangrijk onderdeel van het taboe dat er – in mijn ogen – heerst. Het houdt me tegen om onze situatie met mensen te delen, omdat ik weet dat er bepaalde opmerkingen kunnen komen die mij zullen kwetsen. Er heerst een onveilig klimaat rondom het onderwerp, dus dan ga je dat vermijden. Dat moet anders, vind ik.’

Burn-out

‘Als je net het slechte nieuws krijgt, denk je eerst op de korte termijn. Ik dacht: dit is nu het slechtste wat ons ooit had kunnen overkomen, wat een vreselijke dag. Pas later realiseer je je wat het betekent voor de toekomst en dat moment brak bij mij aan tijdens de feestdagen. We zaten met familie aan het kerstdiner, toen er een gedachte bij me insloop: hoe ziet dit eruit over twintig jaar? Ik had graag een stoeltje naast me gehad met een kindje erin. Dat was mijn rooskleurig ideaalbeeld wat ik al die jaren heel graag had gewild. Op dat moment voelde het als een klap in mijn gezicht en toen kwam het besef: dit is niet hoe ons leven eruit gaat zien. Aan de ene kant gaf het rust, omdat we eindelijk wisten waar we aan toe waren. Maar het was het eindpunt met een uitkomst die wij niet wilden. Er was geen hoop meer. Toen gaf mijn lijf het op. Ik kreeg een zware longontsteking en stortte tegelijkertijd ook emotioneel in. Ik raakte burn-out. Nu moet ik eraan toe gaan geven, is wat ik dacht. Tot hier en niet verder.’

Zee van zinnen

‘Tijdens mijn burn-out ben ik begonnen met het schrijven van gedichten. Op het moment dat ik in bed lag en klaar was om mijn ogen te sluiten, maakte mijn hoofd overuren. Doordat ik zoveel maalde, kwam ik moeilijk in slaap. Door te schrijven, kon ik mijn gedachten verzetten. Ik zat ’s nachts regelmatig beneden met een notitieboekje of met mijn telefoon waarop ik aantekeningen maakte. Mijn gevoelens waren moeilijk te bevatten. Met gedichten kon ik woorden en betekenis geven aan deze gevoelens. De gedichtenbundel ‘Zee van Zinnen’ werd dus mijn houvast en mijn manier van het verwerken van deze ingrijpende gebeurtenis. Afgelopen zomer is mijn bundel uitgegeven. Met deze gedichtenbundel wil ik bewustwording creëren en erkenning bieden aan andere stellen die dit meemaken. Mensen hebben geen idee wat het inhoudt en hoe het voor iemand voelt om ongewenst kinderloos te zijn. Dat is logisch, want bepaalde dingen weet je ook niet tot je het meemaakt. Het is een rouwproces. Evenals dat je een persoon moet loslaten, moet je deze droom en ideaalbeeld loslaten. Je begraaft niet iemand, maar je begraaft wel iets. De gedichten zijn mijn vertaling geworden van hoe het is om dat te moeten doen. Dit is mijn manier om het uit te leggen.’

Geen sprookje

‘Ik hoop dat mensen meer stil zullen staan bij de dingen die ze zeggen en vragen. De vragen en opmerkingen die ik kreeg, hebben mij diep geraakt. Mijn verhaal heeft geen romantische afloop en dat vind ik ook goed om te laten zien. Als mensen dit lezen, dan lezen ze de realiteit. Ik heb veel verhalen gelezen over vruchtbaarheidsproblemen met bijna allemaal een goede afloop. Dat gun ik een ander van harte, maar in veel gevallen loopt het niet goed af. Het leven is geen sprookje. Dat moeten mensen weten.’

Zee van zinnen is uitgegeven door Boekscout en kun je voor 19,50 bestellen via deze link.



WENDY Zomer special

Zomer op een eiland!


Een special vol eilandliefde en eilandinspiratie.


 

LAAT JE INSPIREREN DOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF