Het verhaal achter de tattoo van Gaby Blaaser

Uit liefde, om een verdrietige periode af te sluiten, omdat je het mooi vindt. Er zijn talloze redenen om een tatoeage te laten zetten. Wat vertelt een tattoo over de drager ervan? Deze keer: actrice en presentatrice Gaby Blaaser.

Gaby: ‘Mijn ouders zijn alles voor mij, en ik voor hen. Ik ben enig kind en we zijn altijd al heel close geweest. Ik heb ook geen betere band met óf mijn vader, óf mijn moeder, ze zijn allebei mijn beste vrienden. Mijn basis voelt zo jn en veilig, tegen die relatie kan geen man, geen vriendinnen... daar kan helemaal níets tegenop.

Ik weet niet beter dan dat mijn vader altijd ziek was, hij had de ziekte van Crohn en heel veel pijn en andere klachten. Tien jaar geleden werd het zo erg dat hij geopereerd moest worden. Aanvankelijk besefte ik nog niet eens hoe ernstig het was. Totdat ik op een dag aan zijn bed stond en hij zei: “Ik weet het niet meer, ik voel me zo slecht.” Toen besefte ik voor het eerst dat het leven eindig is; het maakte me op dat moment heel angstig. Je gaat ook gesprekken voeren met zijn drieën vlak voor de operatie, omdat je weet dat het mis kan gaan. Mijn vader kwam er goed uit, maar we kregen te horen dat nog niet alles weg was, waar- door hij opnieuw onder het mes moest. Weer zaten we in de stress. Gelukkig is de tweede operatie wel geslaagd – ze hebben alles eruit gesloopt – en gaat het sindsdien goed met hem. “Ik had dit tien jaar eerder moeten doen,” zei hij na afloop.

Eigenlijk ben ik me vanaf dat moment pas écht gaan realiseren hoe bijzonder onze band is, en dat lang niet iedereen zo’n speciale relatie met zijn ouders heeft. Ik zei: “Ik wil jullie graag op mijn lijf laten tatoeëren.” Niet eens per se voor hen, maar vooral voor mezelf. Ik heb er heel lang over nagedacht wat ik dan wilde. Hun namen Denis en Monique? Nee, ik heb nooit gezegd: “Hé Denis, mag ik dit?” Het was altijd “papa” en “mama”. Ook wist ik nog niet welke stijl ik wilde, dus ben ik naar mijn tatoeëerder gegaan om te overleggen. Hij is toen een beetje gaan krassen en ineens had hij “papa mama” in een soort doktershandschrift geschreven. Dat vond ik zo cool dat mijn twijfels meteen weg waren en ik die tatoeage op mijn arm heb laten zetten. Mijn moeder zei: “Nu wil ik ook jouw naam”, maar die heeft ze nog steeds niet durven zetten. Mijn vader heeft zelf niks met tattoos, maar de mijne vindt hij natuurlijk wel heel bijzonder.

Als hij niet zo ziek was geweest, had ik misschien nu ook die tattoo niet gehad. Dit alles heeft ons nog closer gemaakt: ik spreek mijn ouders elke dag, deel alles met ze en ben graag bij ze. Het besef dat het leven een keer ophoudt, is er hard in geramd bij mij. Ik zeg altijd tegen mijn vader: “Je hangt met draden aan elkaar, maar je bent er nog...” He’s still standing.

Mijn ouders zijn nu begin zestig en ik weet dat er een dag komt dat ze er niet meer zullen zijn; dat maakt me weleens bang. Maar ik heb liever de band die ik nu heb en dat ik er dan straks helemaal kapot van ben, dan dat het me allemaal niet zo boeit. Als ik naar mijn tatoeage kijk, voel ik heel veel liefde. Deze twee mensen zal ik voor altijd bij me dragen. Ik heb niemand nodig, want ik heb mijn ouders, en dat is een heel rijk gevoel.’