fbpx

Frouke had het door haar eetbuistoornis altijd extra moeilijk tijdens de feestdagen: ‘Het liefst zat ik alleen thuis op mijn kamer’

De feestdagen zijn niet voor iedereen een leuke periode, zo weet Frouke (42). Zij had dertien jaar lang een eetbuistoornis, omdat ze kampte met eenzaamheid. Het is soms lastig om daar rekening mee te houden als naasten, daarom geeft ze je tips om hiermee om te gaan tijdens het kerstdiner.

‘Toen ik een jaar of dertien was, speelde er veel binnen ons gezin. Het zorgde ervoor dat ik in een pleeggezin in een andere stad werd geplaatst. Alles was nieuw; de woonplaats, brugklas en familie waar ik in terecht kwam. Al die tijd voelde ik mij eenzaam en onbegrepen. Door te eten kon ik mijn gevoelens dempen. Daarom was ik daar van minuut tot minuut mee bezig. Ik leefde naar het moment toe waarop ik weer zakgeld kreeg. Maar het ging steeds verder, want soms was het geld op en wilde ik blijven eten. Ik begon geld te stelen. Vijf gulden, meer was het niet, om cake en koek te kopen. Ik nam het mee naar mijn zolderkamertje om het daar stiekem op te eten. Als ik dan weer naar beneden kwam, deed ik alsof er niks was gebeurd en at ik ook gewoon gezellig mee met het avondeten. Bij een gemiddelde eetbui ging het om koek, chips en zachte snoepjes, daar hield ik ook zo erg van. Er gingen wel vier tot zes verpakkingen tegelijk doorheen.’

Eten om het eten

‘Op het moment dat ik op mezelf ging wonen, kreeg ik nog meer verantwoordelijkheden. Zoveel mogelijk suikerrijk en vet eten haalde ik in huis. Als ik niks had liggen, kon het ook voorkomen dat ik juist een hele bak druiven at, of een pak droge crackers. Het was voor mij vullen in plaats van voelen. Zelfs een bevroren boterham ging erin, ik nam niet eens de tijd om het brood te laten ontdooien.’

Eigen schuld

‘Ik dacht altijd dat het mijn eigen schuld was, dat ik een slapjanus was. Op zo’n moment was ik overspoeld door emoties. Na het eten, kwam er meteen een gevoel van schaamte in mij op. Dikzak je kan ook niks, dacht ik dan. Ik zat vast in een vicieuze cirkel. Tussendoor waren er periodes van lijnen en diëten, maar ik hield niks vol. Omdat ik er oprecht iets aan wilde doen, besloot ik naar de huisarts te gaan. Hoewel ik hulp zocht met afvallen, was ik er zelf nooit op gekomen dat het eraan lag hoe ik met mijn emoties omging. In 2006 zat ik op de bank een televisieprogramma te kijken waar het over eetverslaving ging. Er ging een wereld voor mij open. Ik voelde angst, verdriet en blijheid. Daar zette ik mijn eerste stap naar verandering. Ik ging opnieuw naar de huisarts, maar dit keer met een ander verhaal dan afvallen. Uiteindelijk heb ik vier jaar lang verschillende therapieën gehad, van groepstherapie tot fysiotherapie en traumatherapie. Mijn patronen moesten worden omgegooid en ik ging opeens liefde voor mezelf voelen, wat ik nog nooit eerder had gevoeld.’

Feestdagen periode met een eetstoornis

‘Rondom de feestdagen is er meer stress. Iedereen maakt goede voornemens, wil afvallen en de beste versie van zichzelf worden. Dan hebben we de familieperikelen nog niet eens benoemd. Zo’n lading stress is voor iemand met een eetstoornis heel heftig. Wanneer je voor een langere periode mensen niet ziet, komt de gedachte al snel op wat ze van je vinden. Dat was ook zo bij mij. Mensen zagen alleen maar dat ik dikker werd. Die gedachtes spookten in oktober al door mijn hoofd. Het liefst zat ik tijdens de feestdagen in mijn eentje op mijn kamer.

Naar de maand december toe zijn er steeds meer verleidingen, dat begint met pepernoten. Ineens is het voor een periode toegestaan om veel te eten. De kans dat je je dan overeet, is veel groter. Bij anorexia creëer je juist angst om dikker te worden, dan wil je al die verleidingen niet. Er ontstaat een conflict in je hoofd.

Vanuit mijn eigen ervaring weet ik hoe lastig het is en daarmee kan ik naasten helpen met tips en adviezen. Zo had ik liever gewild dat er niet zo’n ding van kerst werd gemaakt. Het was gemakkelijker geweest als het een normale zondag en maandag waren. Vaak zie je namelijk dat mensen na de kerst terugvallen, omdat ze of nog meer moeten afvallen, of doorgaan met veel eten.’

Tips

‘”Schep je nou al voor de tweede keer op?” Of: “Eet nog maar een halve boterham”, zijn niet helpende uitspraken. Opmerkingen maken over iemands lijf en wat iemand eet, dat vind ik het hele jaar door niet kunnen. Ik zou adviseren om het openlijk te bespreken, hoe moeilijk dat soms ook kan zijn. Als ouder of partner van de persoon met de eetstoornis kun je bijvoorbeeld vragen of diegene ervoor open staat dat zij of jij het vertelt tegen ome Cor en tante Ria, zodat zij er rekening mee kunnen houden. Als ze dat niet willen, vertel dan dat ze er rekening mee moeten houden dat familieleden iets zeggen over hun eetgedrag. Spreek ook een codewoord af. Zodra de persoon deze noemt, zoals: ik ga even mijn handen wassen, weet jij dat diegene even wil ontsnappen aan die situatie. Doe het samen.

Hoe lastig het ook is om een eetstoornis te hebben, probeer iemand te vinden die naar je luistert en waar jij je veilig bij voelt. Er is online veel informatie over eetstoornissen te vinden. Bij Stichting Kiem, waar ik voor werk, deel ik ook tips voor naasten van iemand met een eetstoornis, speciaal voor de feestdagen. Daarnaast organiseren wij het hele jaar door online bijeenkomsten voor ouders van kinderen met een eetstoornis en geven wij workshops op scholen. Ik ben het levende voorbeeld hoe je kan veranderen. Maar de eerste stap ligt bij jezelf.’
Foto: Anoesjka Minnaard



WENDY Zomer special

Zomer op een eiland!


Een special vol eilandliefde en eilandinspiratie.


 

LAAT JE INSPIREREN DOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF