Babette Dunkelgrün van de Wereldwijven woonde in San Francisco, maar kwam vanwege onrust op haar persoonlijke en op politiek gebied terug naar Nederland. Door haar terugkomst komt ze achter de verschillen tussen de landen en moet ze zich toch nog erg aanpassen.
Ik sta met mijn ogen vol slaap naast het bed en mijn mobieltje in de hand. Het is al na tienen, dus toch nog vier uur meegepakt. Een voicemail bericht van Marieke, na tien jaar buitenland nog steeds een bekende stem. Ik bel terug.
“Goedemorgen!” zeg ik, als ze opneemt.
“Good morning! Ben je nacht twee beter doorgekomen?”
“Ik lag nog steeds wakker, dat wel, maar het is oké.”
“Ja, negen uur tijdsverschil. Dat duurt vast even.”
“Komt goed. Vannacht heb ik Netflix maar opgezet, een foute film over een paaldanser met Jim Bakker…”
“Jim Bakkum?”
“Ja, die bedoel ik…”
Er is een voortdurende stroom van deze momenten. Na al die jaren weggeweest, is mijn thuisland zowel vertrouwd als vreemd en meestal zelfs tegelijkertijd. Terwijl elk van die gevoelens de ander hoort uit te sluiten.
Veranderen is langzaam en plotseling tegelijk
Het begon bij aankomst op Schiphol. In het vliegtuig had ik een autobiografie uitgelezen, mijn favoriete genre. Het is soms makkelijker het verhaal van een ander in te stappen dan in je eigen verhaal. Dit keer van een vrouw die was afgekickt van alcohol. De keuze om je leven te veranderen gaat volgens haar langzaam en ook plotseling, in een keer. Zo was het ook met mijn besluit na een decennium in Amerika de retourvlucht te boeken. Ondanks de regelingen door het Coronavirus, kon ik daar bij de douane meteen doorlopen. Hij bladerde door mijn paspoort en keek mij kort aan. “Wel thuis, mevrouw.” Thuis, dacht ik. Waar wordt dat?
Bij mijn tijdelijke Airbnb aangekomen, fietste mijn zwager en neefje voorbij. “Hoi tante Babs!” Ik zwaaide terug vanaf het balkon. Het voelde goed om dichterbij te zijn, maar voor nu nog even op vier verdiepingen afstand. Beneden zag ik de kleine handjes van mijn vijfjarige neef het stuur weer vastpakken. En de hoek om waren ze.
Op dag één liep ik aan de overkant door een groot park, probeerde op vaste tijden te eten en tot een redelijke bedtijd wakker te blijven. Van mijn zus en ouders kreeg ik een tas aangereikt van de Albert Heijn: met mijn geliefde eierkoeken, salade, brood, kaas, fruit en chocola. Ik zag in auto’s die voorbij reden en onder de fietsers wat meer mensen met een sigaret, jong en oud, “that’s so euro,” zouden mijn vrienden zeggen. Maar die waren hier niet; ik liep alleen.
Gratis advies
Op dag twee ging ik de hele middag een rondje memory lane wandelen: langs mijn Haagse middelbare school en buiten het Escher museum. De kunstenaar stond bekend om zijn ongeloofwaardige taferelen, een plafond dat ook de grond kan zijn. Soms werd ik er duizelig van. Dat perspectief sprak mij opeens meer aan dan voorheen.
Tegen de derde dag, ging ik op zoek naar kraampjes buiten, waar ik voorzichtig wat lekkers kon kopen. Mijn eerste aankoop? Een broodje filet Americain, niet omdat de naam gepast is al was dat ook zo. “Wel meteen opeten” gaf de man mij nog mee, terwijl hij de pinpas weer in mijn hand stopte. “Dat warme broodje moet je niet te lang bewaren met rauw vlees.” Ik nam zijn advies aan en at mijn pistolet terwijl ik op afstand een vriend van mijn ouders tegen kwam. Dat gebrek aan anonimiteit, en de smaak van mijn lunch, benadrukten dat ik hier toch echt vandaan kwam.
Verderop tijdens mijn wandeling, kwam ik een vistentje tegen. Ik bestelde een haring om mee te nemen en een portie kibbeling. De bekende geur en nostalgie bleven mij trek geven. Ook hier weer kreeg ik gratis advies bij mijn bestelling. “De haring niet tegen je kibbeling houden,” zei de jonge vrouw. “Dan wordt ‘ie warm.” Al die raadgeving kon ik mij niet herinneren. In San Francisco was het gewoon thanks, ma’am, have a nice day.
Rutte’s vaderlijke toon
Ik voelde me omarmd door mijn thuisland. Ook tijdens Rutte’s persconferentie later, sprak hij mij vanaf het scherm ouderlijk aan, alsof ik een klein kind was dat op haar knie viel. “Ja, dat is pijnlijk zo’n schaafwond. Maar de pijn gaat voorbij. Wil je een knuffel?” Hij sprak over zijn begrip voor het feit dat de maatregelen voor allemaal lastig blijven, zelfs met zoveel minder beperkingen dan ik sinds maart gewend was. Daarbij stelde de gouverneur van Californië ons Amerikanen niet gerust: hij besprak de corona cijfers met een officiële en objectieve toon.
Ik stelde het op prijs, de gemoedelijkheid die vanuit elke hoek op mij afkwam. Het vormde een medicijn tegen de verwarring die ik voel in mijn huidige omgeving, omringd door vriendschappen die ik heb laten verwateren, vrienden met kinderen waarvan ik de namen nooit ken, gevuld met verre herinneringen waar ik niet meer precies bij kan, met af en toe een oud nummer van Acda of Bløf dat mij vanaf de terrassen doet herinneren aan teksten die achter in mijn hoofd in slaap waren gevallen.
It’s like Holland has my back, dacht ik nog, terwijl ik naar mijn tijdelijke huis terugliep. Verder hield ik de haring en kibbeling gescheiden. En dat hielp.