anorexia

Amber Brantsen over de periode dat ze anorexia had

Nieuwslezeres Amber Brantsen is een van de vaste gezichten van het NOS Journaal. De hoge standaarden die Amber haar zelf oplegde, hebben ervoor gezorgd dat ze na haar middelbare school periode in een allesverwoestende eetstoornis terecht kwam. Anorexia. Een intense, maar ook leerzame periode volgde. Niemand kon haar helpen, dat zou ze zelf moeten doen. Nu vertelt Amber haar verhaal in het boek Uit beeld. Een verhaal over de balans tussen gezond en ongezond en de kracht die je uit jezelf kunt halen, door je te concentreren op je allersterkste eigenschappen.

Uit beeld

'Er is weinig in mijn leven spannender geweest dan het schrijven van mijn boek Uit beeld, over de periode waarin ik anorexia had, nu ruim 10 jaar geleden. Zo vaak heb ik gedacht ‘waarom doe ik dit?’, ‘waarom is dit nodig?’ en ‘wie zit er nou op mijn verhaal te wachten?’

'Het schrijven ging gepaard met gevoelens van onzekerheid, ongemak en twijfel. Maar gaandeweg realiseerde ik me steeds meer: hoe oncomfortabeler het voelt, des te belangrijker het is om erover te schrijven.' 

'Want waarom is het nog altijd een taboe om te vertellen dat je een eetstoornis of andere mentale ziekte hebt (gehad)? Ik voelde dat taboe zoveel jaar nadat ik genezen was nog. Waarom kan of mag er niet over gesproken worden? Dat is niet alleen heel lastig, maar ook ronduit schadelijk. En dus wilde ik met Uit Beeld een veilige ruimte creëren voor mensen met eetproblemen, voor hun naasten en voor mensen die er juist helemaal niets mee te maken hebben.' 

Mijn verhaal

'Mijn verhaal is slechts het verhaal van een ervaringsdeskundige op het gebied van één ervaring. Eetstoornissen zijn complex en uiteenlopend in vorm. Door open te zijn over wat ik heb meegemaakt kan ik voor mensen met eetproblemen misschien wat herkenning en perspectief bieden. Kan ik voor naasten enig inzicht verschaffen in wat er in het hoofd van hun geliefde zou kunnen omgaan. En kan ik voor anderen wellicht enkele vooroordelen over anorexia wegnemen. Maar ik heb geen antwoorden, oplossingen of stappenplannen. Helaas. Als het zo simpel was, zouden er geen eetstoornissen meer bestaan.'

'Vele mensen noemen het ‘dapper’ of ‘stoer’ dat ik dit boek heb geschreven. Ik hoop dat het op een dag niet meer dapper of stoer hoeft te zijn om te vertellen dat er iets mis gaat (of ging) in je hoofd. Dan is het - net als met een lichamelijke ziekte - een vorm van zelfliefde om je verhaal te doen en zo snel mogelijk op zoek te gaan naar de juiste hulp.' 

Het weegmoment

'In de onderstaande passage uit Uit Beeld beschrijf ik hoe ik in de kliniek zenuwachtig wachtte op het weegmoment. Iedere week werden we gewogen. Als je drie keer niet genoeg was aangekomen, stond je een time-out te wachten en moest je een week naar huis. Ik had al twee weken mijn doel niet gehaald, dus dit was een extra spannend moment. Zou ik zijn aangekomen, dan zou mijn eetstoornis gaan protesteren. Zou ik mijn wekelijkse streefgewicht niet zou halen, dan stond me een flinke straf wachten.' 

De tijd kruipt voorbij. Ik probeer de klok te hypnotiseren, maar het lukt niet. Zal ik nog een glas water drinken? Voor de zekerheid? Nee, dat zou te veel opvallen. Bovendien zou dat pas écht eetgestoord zijn. Eén voor één zie ik de meiden de woonkamer uitlopen, op weg naar de ruimte hiernaast. Bij terugkomst probeer ik aan hun gezicht af te lezen wat het resultaat was.

‘En?’ vraag ik voorzichtig aan Lonneke. Ze lacht en steekt een duimpje op. De regel is dat we niks bespreken totdat iedereen is geweest, maar soms kan ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. Ik hou het niet meer en loop alvast naar het kantoor, waar Karen nog voor me is.

‘Succes,’ fluister ik wanneer ze naar binnen gaat, alhoewel ik niet weet wat dat betekent.

Ik wacht ongeduldig totdat de deur weer opengaat. 

‘Drie ons erbij,’ zegt ze als ze weer naar buiten komt. Ik reageer niet voordat ik haar reactie kan peilen. Ze ziet er tevreden uit. Ik glimlach.

‘Succes,’ zegt ze tegen mij.

‘Dankjewel.’

Ik weet inmiddels hoe dit gaat. Bij binnenkomst begin ik me meteen uit te kleden tot aan mijn ondergoed.

‘Ga maar staan,’ zegt de sociotherapeut die elke week de eer heeft.

Ik stap op de weegschaal en kijk naar hoe de cijfers bewegen. Totdat ze tot rust komen. Ik maak de rekensom en realiseer me dat mijn lot is bezegeld.

Het boek Uit beeld kan je bestellen bij bol.com