Lindsay van Zundert

Oud-Olympisch kampioene Joan Haanappel begeleidde kunstrijdster Lindsay van Zundert op weg naar Beijing: 'Ik zag meteen haar talent'

Joan Haanappel (81) zorgde vanaf de jaren 50 voor successen in de kunstschaatssport. Twee keer deed ze mee aan de Olympische Spelen. Haar opvolgster is Lindsay van Zundert (16), de kunstrijdster die voor het eerst sinds 45 jaar ons land mag vertegenwoordigen op de Olympische Spelen, die aanstaande vrijdag beginnen. Samen met Kjeld Nuis zal Lindsay de vlag dragen van het Nederlandse team. Joan zag meteen het talent van Lindsay en begeleidde haar op weg naar Beijing. Wendyonline interviewde de jonge Lindsay aan de vooravond van de Olympische Spelen samen met haar 'leermeester' Joan Haanappel.

De ijsbaan in Antwerpen is een locatie waar de dames elkaar vaker zien. Lindsay traint er een aantal keer in de week en Joan komt haar dan regelmatig een bezoekje brengen. We ontmoeten de dames in het restaurantje boven de ijsbaan. Zodra Joan de ruimte binnen komt lopen, krijgt Lindsay een glimlach van oor tot oor. Aan gespreksstof geen gebrek; de twee vriendinnen hebben genoeg te bespreken.

Joan, zag je meteen dat Lindsay talent had toen je haar voor de eerste keer zag?
Joan: ‘Ik was niet degene die haar voor het eerst zag. Dat was Sjoukje Dijkstra. Ik zag haar op het ijs bezig tijdens een wedstrijd op een jeugd-NK en zei tegen Sjoukje: “Wie is dat en waar komt ze vandaan?” Sjoukje had me al eens over haar verteld, maar ik was het vergeten. En daar was ze dan: onze Lindsay. Ongeveer tien jaar oud. Wat me aan haar opviel was hoe muzikaal ze was. En haar mooie houding op het ijs. Wat ze moest doen, deed ze gewoon goed. Na die wedstrijd ben ik naar Lindsay en haar moeder gegaan om uit te leggen wat we met Stichting Kunstrijden Nederland, SKN, doen en om te vragen of ze zich bij ons wilde aansluiten.’
Lindsay: ‘Ik leerde jou goed kennen op het eerste kamp van SKN. Dat was heel gezellig, ook met de andere meiden. Het is ook belangrijk om het gezellig met elkaar te hebben naast het harde werken.’
Joan: ‘Je keek niet op of om als ik even kwam kijken hoe het met je ging. Je bleef maar doorgaan met trainen. Sommigen gaan zich juist uitsloven als ik ze merken dat ik ze bekijk. Maar jij zag me niet eens staan.’

Wat was je eerste reactie toen je hoorde dat je je had gekwalificeerd voor de Olympische Spelen?
Lindsay: ‘Het was ontzettend leuk om te horen. Ik moest als eerste de korte kür rijden en was daardoor ook als eerste klaar. Dan zit je op de tribune naar de anderen te kijken en denk je: o, weer eentje die onder mij is geëindigd. Uiteindelijk kreeg ik te horen dat ik bij de laatste 24 zat. Ik was niet naar de wedstrijd gegaan om me te kwalificeren. Ik wilde gewoon mijn ding doen en kijken hoe het zou lopen. Maar het heeft supergoed uitgepakt.’
Joan: ‘Dat is het beste, anders zet je veel te veel druk op jezelf. Ik zat op mijn zolderkamertje achter de computer naar je te kijken. Vaak zit ik met spanning te kijken omdat ik weet hoe glad het ijs werkelijk is. Ik zie natuurlijk ook de andere kant. Ik heb SKN opgericht met het doel om het kunstrijden op de kaart te zetten. Als je dat wilt bereiken, moet je wel meedoen aan de Olympische Spelen. Anders hoor je nog steeds niet bij de top. Voor mij is het een feestje, maar dit is nog maar het begin voor jou, hè Linds. Het is erg spannend. Ook voor mij.’

Voel je nu extra spanning door de hoge verwachtingen?
Lindsay: ‘Ik heb die spanning altijd wel nodig om te presteren. Anders lukt het me niet. Eigenlijk zie ik het als gezonde druk. Als ik niet het gevoel heb dat ik moet presteren doe ik het ook niet. Verwachtingen zet ik om in kracht.’
Joan: ‘Iedereen zegt altijd: “Lindsay doet het altijd weer.” Dan denk ik: hallo, je moet het eens proberen. Het is leuk gezegd, maar de spanning wordt vergroot als iedereen denkt dat jij makkelijk het klusje klaart. Zo makkelijk is het nou ook weer niet.’

‘Lindsay maakt mijn dromen waar’

Herken je jezelf in Lindsay?
Joan: ‘Ik herken de spanningen natuurlijk waar Lindsay nu doorheen gaat. Zelf ben ik ook twee keer naar de Olympische Spelen geweest en daar moest ik me ook gewoon voor plaatsen in die tijd. Alleen zij werkt wel harder dan ik, haha. Dat moet nu ook wel, omdat de sport is veranderd. Ik besef heel goed dat het niet niks is wat ze doet. Als kunstrijders lijken we wel op elkaar. Dat elegante wat zij uitstraalt had ik ook vroeger.’
Lindsay: ‘Daar kan ik me wel in vinden. Wij maken het ook echt af.’
Joan: ‘Wij pakken ze allemaal in, hè Linds.’

Heb jij weleens naar de jongere Joan op het ijs gekeken?
Lindsay: ‘Ik heb zeker weleens fragmenten voorbij zien komen.’
Joan: ‘O, god, zoek het maar niet op. Dan kan ik nooit meer wat tegen je zeggen en denk je dat ik er geen zak van kon, haha.’
Lindsay: ‘Haha, ik zoek het niet op! Maar tijdens interviews zie ik regelmatig wat beelden voorbijkomen van hoe Joan vroeger schaatste. Ik vind het wel grappig om te zien. Zeker als je het verschil ziet tussen hoe de sport toen was en hoe het nu is.’

Lindsay van Zundert en Joan Haanappel

Hoe vaak spreken jullie elkaar?
Lindsay: ‘We bellen wel drie à vier keer per dag. Laatst zat in ik de spagaat bij de fysiotherapeut en toen belde je me weer. “Ho, ik moet even opnemen”, zeg ik dan. Dat vindt mijn therapeut gelukkig niet erg, haha.’
Joan: ‘Het is echt onze Linds. Ik heb een heel goede band met haar hele gezin en spreek vaak met haar moeder, oma en zusje. Samen vormen we een team. Zij maakt mijn dromen waar.’
Lindsay: ‘Ik zie Joan als mijn beste vriendin. Tegen haar kan ik alles zeggen. Mijn oma zegt ook weleens: “Bel maar even naar Joan”, als ze het even niet weet.’
Joan: ‘Je mag me altijd bellen hoor, schat. Dat vind ik helemaal niet erg. Ik heb geen kinderen en daarom zie ik Lindsay als een cadeautje in mijn leven. Echt een groot geschenk.’

Wat is de kracht van jullie vriendschap?
Joan: ‘Ik ben een jonge geest’.
Lindsay: ‘En ik gedraag me dan weer ouder dan dat ik werkelijk ben, haha.’
Joan: ‘Mijn vriendinnen denken dat ik niets veranderd ben vergeleken met toen ik jong was, omdat ik geen kinderen heb. Ik heb nooit de lasten en zorgen om een kind ervaren. Ze kunnen daar weleens gelijk in hebben. Ik mag Lindsay af en toe even lenen van haar oma en moeder. Echt mijn leenkind, haha.’

Trekken jullie ook met elkaar op buiten de schaatsbaan?
Joan: ‘Ja, zeker. Toevallig komt ze dit weekend bij me logeren in Brussel. We gaan er een gezellige tijd van maken. Het leukste wat je met haar kunt doen is shoppen, dus dat staat op de planning. We gaan ook lekker uit eten en ik wil haar Brussel laten zien.
Lindsay: ‘Het is al een verrassing dat ik mag komen logeren, dus wat we gaan doen maakt me niet zoveel uit. We gaan vaker samen een hapje eten. Dan gaat het niet alleen over mijn prestaties of het schaatsen, maar ook over het dagelijks leven.’

Wat is een les van Joan die je bijblijft?
Lindsay: ‘Dat ik vooral mezelf moet blijven; dat zegt ze altijd tegen me. Vooral voorafgaand aan wedstrijden heb ik dat even nodig.’
Joan: ‘En dat is nog niet zo makkelijk. Hoe beter je wordt, hoe meer mensen je ophemelen. Je werkt er keihard voor, en tot nu toe gaat het allemaal goed. Maar je krijgt nu veel belangstelling en het belangrijkste is dat je dan niet gaat denken: kijk mij nou. Want het kan ook weer allemaal zo gedaan zijn.’
Lindsay: ‘Dan is het goed dat ik jou heb, want je zet me dan weer even met beide benen op de grond.’

Bespreek je ook jouw twijfels met Joan?
Lindsay: ‘Ja, juist dan bel ik haar. Stel dat ik een slechte wedstrijd heb gereden, wat ook gewoon kan gebeuren, dan bel ik Joan. Ze stelt me dan gerust en geeft me opnieuw de motivatie om er weer volledig voor te gaan.’
Joan: ‘Het ligt dan al achter ons en de wedstrijd is al geweest. Wat is dan de volgende stap? Juist, bedenken wat we morgen weer gaan doen. Tegenslagen gebeuren ook. Je mag ook fouten maken, je bent maar een mens.’

Zijn jullie het altijd met elkaar eens?
Lindsay: ‘Eigenlijk wel, volgens mij. We hebben nog nooit onenigheid gehad. Natuurlijk vertellen we elkaar wat we vinden, en dat kan van elkaar verschillen. Maar het is juist goed dat Joan soms ook kritisch is en me scherp houdt.’
Joan: ‘Soms doet zij een beweging of sprong op haar manier. Dan moet ze dat vooral doen. Ieder lichaam is anders en een andere beweging kan net weer het verschil maken. Daar kunnen we het ook over hebben samen, daar ontstaat geen wrijving door.’

Hoe begeleid je Lindsay met haar Olympische droom?
Joan: ‘Buiten dat ik haar dagelijks spreek en support, steunen we haar namens SKN ook op financieel vlak. Kunstschaatsen is een ontzettend dure sport. Het huren van het ijs en het inzetten van coaches en choreografen kost gewoon veel geld. Door middel van sponsors kunnen we dit voor haar bekostigen.’
Lindsay: ‘Ik ben superblij dat ik deel mag uitmaken van het SKN-team en met alle steun en hulp die ik van Joan krijg. Zonder haar had ik niet kunnen zijn waar ik nu ben.’
Joan: ‘En ik ben dankbaar dat jij en jouw familie op mijn pad zijn gekomen, want we hebben het erg gezellig met elkaar.’