De afgelopen maanden deelden we elke twee weken - meestal vrolijke - artikelen van Minou Hexspoor over haar leven in Beirut. Op 4 augustus was ze getuige van de afschuwelijke explosie en werd alles anders. Ze vertelt hoe het nu met haar gaat en met de stad. 'Dit verhaal heeft geen laatste regel om iemand op te beuren. Dit verhaal is rauw en pijnlijk, en dat gaat het nog een hele tijd blijven.'
Nog geen twee weken geleden schreef ik een paar regels op de Instagram van Wendy Online:
Ineens schudde het huis op en neer en mijn deur klapperde alsof het een gordijn was. ‘Een aardbeving!’ riep ik, terwijl ik van mijn stoel sprong en de deur opentrok. In de gang kwam een dikke laag stof, samen met mijn man Mohamad, me tegemoet gesneld. Wat was dat?! Een aardbeving? Waar is het veilig?! Een tweede explosie volgde. ‘Naar buiten!’, riep Mohamad. Glas en stof vlogen door de open ramen naar binnen terwijl hij de voordeur opentrok. Ik greep mijn telefoon en schoenen en rende op blote voeten de trap af. Overal lag glas. Hinkelend schoof ik mijn schoenen half aan en rende verder. Buiten lag de parkeerplaats vol met glas en stukken balkon. Mensen stroomden uit alle hoeken en gaten naar buiten. ‘What is happening?!’ Een aanval?! Aardbeving?! Explosie?! Boven ons torende een gigantische rood-roze gifwolk hoog uit boven de stad.
Inmiddels gaan de beelden van de bizarre explosie op 4 Augustus in de haven van Beirut de wereld over en is de internationale hulpverlening op gang gekomen. Nederland haalde bijna 12 miljoen euro bij elkaar tijdens een 24 uur LIVE event voor Giro 555. Wat een enorm bedrag van zo’n klein landje. En hoe veel meer is er nog nodig. Inmiddels staat het dodental op 178 en zijn er meer dan 6000 gewonden. Sommige ziekenhuizen zijn overvol, anderen verwoest. Beelden, cijfers, bedragen, verhalen, nummers, landkaarten, mensen in paniek, grafieken, gewonden. Het is overweldigend en wordt overal uitgezonden. Beelden worden gedeeld en nog eens gedeeld. Heb je dit filmpje al gezien of deze foto?
Maar dan is daar de echte realiteit. Zo velen krijgen ongevraagd deze vernietiging te verwerken, de kwaadheid een uitlaadklep zoekend, levens die voor de zoveelste keer weer bij elkaar geraapt moeten worden, terwijl de stad Beirut al zuchtend het leed probeert te dragen. Maar kan dat nog wel wanneer de verwoesting zo genadeloos, schaamteloos en beschamend is?
Ik keek naar haar te midden van de chaos. Links van haar, de opgestapelde, kapotte, losgevlogen deuren, rechts de spullen die eens haar eigen zaak definieerden. Dat haar medewerkster het overleefd heeft is een mirakel. Ze laat me zien waar die stond en waar ze geland is. Van het balkon, dwars door de kamer, door de deuropening van een deur die even hard weggeblazen werd als zij, heeft ze in haar vlucht een wapperend gordijn weten vast te pakken dat vervolgens losscheurde en samen met haar om de hoek tegen de muur vloog. Haar collega vloog in een andere kantoorruimte op gelijke wijze door de ruimte en brak een dozijn botten. Om nog maar niet te beginnen over de wonden die al dat rondvliegend glas veroorzaakten.
We dragen een kratje met wat teruggevonden waardevolle spullen en een schilderij naar de auto. Bij terugkomst staat een andere vriendin buiten te wachten. Ze woont tegenover het bedrijf van de eerste vriendin en is nog niet echt haar appartement binnen geweest na de explosie. Met grote ogen kijkt ze zijdelings naar haar balkon dat we vanaf beneden kunnen zien. Chaos. Gedrieën beklimmen we de trap naar haar appartement op de eerste verdieping. Opgedroogd bloed op de grond en bloedvegen op de muren leiden ons als een macaber Hans-en-Grietje spoor naar boven, terwijl we ons in stilte afvragen wie zich hier uit deze puinhoop heeft weten te redden. De voordeur is niet meer, en we lopen door het verwrongen gat naar binnen. Overal ligt glas, losse stukken raamkozijn, spullen, planten, huisraad. Het lijkt wel of er een tornado IN haar huis heeft plaats gevonden. In de hoek staat een tafeltje nog op z’n plek. Het ligt vol met glas en puin. We kijken er alle drie verbaasd naar: in het midden staat nog steeds op dezelfde plek, een fles Moët Rosé; een bizarre aanblik tussen alle brokstukken.
Onze vriendin heeft sinds binnenkomst haar hand voor haar mondkapje en heeft nog geen woord uitgebracht. Alleen maar die grote ogen die boven dat kapje meer zeiden dan welk woord in welke taal dan ook. Verschrikking, en tegelijkertijd de diepe realisatie dat dit heel anders had kunnen aflopen als ze op het moment van de explosie thuis was geweest. We liepen de slaapkamer in, waar de gordijnen en een aantal avondjurken verscheurd om de lamp aan het plafond hingen.
‘Hallo?’ Zeven jonge, onbekende gezichten stonden in wat over is van de deuropening. ‘Kunnen jullie hulp gebruiken?’ Onze vriendin vroeg hen met dankbaarheid binnen te komen en met zet z’n tienen gingen we aan de slag. Puinruimen en nog meer puinruimen. Urenlang.
De dagen die volgden waren een emotioneel schouwspel: emotioneel vanwege alle leed en verwoesting, van alle kwaadheid hoe dit heeft kunnen gebeuren, de nalatigheid van de corrupte, politieke elite, en emotioneel vanwege de duizenden mensen die het getroffen deel van de stad instroomden met schep en bezem, om te helpen waar mogelijk: puinruimen, water uitdelen, eten maken. Grassroots; mensen voor en met mensen.
Later die middag en een paar straten verderop, bezocht ik het huis van de zoon van mijn man en diens vrouw, wat in eenzelfde staat verkeerde. Daar was inmiddels ook al heel wat puinruimwerk verricht. We plakten wat over was van de kozijnen dicht met plastic. Voorlopig verblijven ze bij ons totdat ze een nieuw appartement gevonden hebben. Teruggaan is geen optie. Die avond thuis huilde ik tranen met tuiten van de emoties, het verdriet van de stad, de mensen die gewond of dood waren, mijn eigen gevoelens en gedachten, en voelde me schuldig over mijn tranen. Survivor’s guilt? Ik cancelde mijn cliënten voor die week. Het leek een wereld zo ver van de realiteit die zich hier afspeelde dat ik niet zag hoe ik dat ging overbruggen.
Twee dagen later besloot ik door te gaan met mijn werk en dat ik daarnaast met mijn coach ervaring en achtergrond in crisis response een rol kon spelen voor anderen die emotionele en psychische ondersteuning nodig hadden, en hen die hulp pro-bono aan te bieden. Dat bleek nodig: de telefoontjes bleven binnenkomen met mensen die de meest verschrikkelijke verhalen kwijt wilden maar vooral ook op zoek waren naar het begrijpen van hun eigen gevoelens: slaapproblemen, emotionele opwellingen, flashbacks, gedachten die bleven terugkomen, huilen, kwaadheid, eetproblemen, enz. Is het normaal dat ik me zo voel? Wat kan ik eraan doen? Hoe lang gaan deze gevoelens duren? Mensen waren niet alleen op zoek naar antwoorden op grote vragen over het hoe en wat van deze explosie, en hoe hun leven weer bij elkaar te krijgen, maar ook naar het antwoord op kleine-grote vragen over hun eigen proces en een lichtpuntje in de donkere nacht die de nasleep van deze explosie is.
Uitgeput keek ze me met holle ogen aan. Ik ontmoette haar de dag ervoor voor het eerst. Overleefd heeft ze het, deze powervrouw. Midden in de meest getroffen wijk, werd haar huis vanbinnen wegeblazen terwijl ze thuis was. Haar twee kleine kinderen heeft ze bloedend het huis uit gedragen op zoek naar hulp. Anderhalf uur heeft ze rondgedwaald, niet wetende of ze het gingen redden. In haar hand bengelde een Turks oog aan een touwtje dat ze zojuist tussen het gruis in haar slaapkamer van de grond had geraapt. De steen brak en viel op de grond. Ze keek me verschrikt aan: ‘wat betekent dat?!’ Ik pakte de gebroken steen op. ‘Wat denk je zelf na alles wat je overleefd hebt?’. Ze lachte zowaar, al was het maar een beetje: ‘dat ik f***ing alles aan kan in deze wereld. Ik heb die steen echt niet nodig’.
Dit schrijven heeft geen mooi einde met een waardevolle les. Dit verhaal heeft geen laatste regel om iemand op te beuren. Dit verhaal is rauw en pijnlijk, en dat gaat het nog een hele tijd blijven. Laten we hopen, creëren, vechten, dat er een einde komt aan de eindeloze, nutteloze en uitputtende test waaraan de weerbaarheid en veerkracht van het Libanese volk steeds weer onderworpen wordt. Genoeg is al veel te lang genoeg.
Uitgeput loop ik de oplopende straat op terwijl ik met prikkende ogen van het stof mijn hoofd ophef om de voorbijkomende auto’s uit de weg te gaan. Voor me rijst de verwoeste Nederlandse Ambassade op en ik voel me vreemd dankbaar dat alle losgeslagen, boven het voetpad bungelende raamkozijnen verwijderd zijn. Ik denk aan het ambassadepersoneel dat hier gewond is geraakt. Ik denk aan onze ambassadeur, en aan zijn fantastische vrouw die het gruwelijke noodlot van deze stad niet overleefd heeft.
Libanon, het mooiste land in het Midden-Oosten dat de afgelopen maanden al de afgrond in gleed vanwege een economische crisis. Mijn hart is zwaar. Het verdriet en verlies, de tragedie, liggen als een loodzware deken over het land. Beirut, stad van mijn hart, we houden je allemaal vast.
Rust zacht, lieve Hedwig.
Over Minou
Minou woont en werkt sinds 12 jaar in Beirut, Libanon met haar Libanese man. Haar zoon studeert in Nederland. Ze reisde de hele wereld over en toert regelmatig samen met haar man in hun motorhome door de VS. Minou runt haar eigen bedrijf als gecertificeerd coach en werkt met mensen over de hele wereld die worstelen met stress, work-life balance en burnout. Kernwoorden: support, zelf-ontwikkeling, de kracht van toegepaste verbeelding, genieten, de maakbaarheid van het leven in eigen hand nemen en jezelf durven zijn. Kijk ook op haar site.
Meer artikelen van Minou lees je hier.