Michèle en Roman werken als verpleegkundigen: ‘Het einde van een leven zou niet zo koud en eenzaam mogen zijn, dus hebben we ingegrepen.’

Michèle en Roman werken als verpleegkundigen: ‘Het einde van een leven zou niet zo koud en eenzaam mogen zijn, dus hebben we ingegrepen.’

Voor Internationale dag van de verpleging (12 mei) spreekt WENDY met Michèle en Roman, verpleegkundigen van het Amsterdam UMC, over de uitdagingen die het vak kent en de ontroerende contactmomenten met patiënten.

Hoe ziet een dag als verpleegkundige eruit?

Roman: Bij ons op de IC werken we met drie verschillende diensten: dag-, nacht- en middagdiensten. Elke shift begint met een overdracht en een reanimatiecode, waarbij we horen wat er tijdens de vorige shift allemaal is gebeurd en wie we nog kunnen helpen. Afhankelijk van mijn dienstvorm, begin ik altijd met het opzoeken van de patiënt en zijn of haar familie. Ook maak ik constant prioriteitenlijstjes in mijn hoofd: wie heeft er als eerste zorg nodig en wie kan even wachten? Dit is niet altijd makkelijk, want je kunt niet iedereen tegelijk helpen. Verpleegkunde is heel divers en elke dag ziet er weer anders uit. Ondanks dat ik de nachtdiensten wel eens vervloek, ben ik blij dat ik geen standaard werkweek heb. Tijdens mijn HBO-studie kreeg ik op zondag al een dip, wetende dat er een nieuwe standaard week aankwam.

Michèle: Ik werk op een niet-gespecialiseerde afdeling waar we een redelijk vast stramien hebben: we beginnen met o.a. medicatie, basiszorg en artsenvisite. De zorg is tegenwoordig echter zo complex dat we vaak van onze planning moeten afwijken. Het bepalen van wie op dat moment het snelst zorg nodig heeft, is lastig maar ook van cruciaal belang. Er komt veel meer bij kijken dan alleen de directe patiëntenzorg, en dat trekt mij enorm aan.

Wat is het mooiste aan het beroep?

Roman: Bij deze vraag heb ik een mooi voorbeeld van patiëntencontact.

Tijdens de pandemie ontvingen we alarmerende signalen uit andere landen over het hoge aantal sterfgevallen en de extreme besmettelijkheid van het virus. Dit betekende dat we dag in dag uit in beschermende blauwe isolatiepakken door het ziekenhuis liepen. Op dat moment had ik een patiënt die op sterven lag, terwijl zijn familie het niet redde om er optijd bij te zijn. Hij lag helemaal alleen in een kamer met twee artsen in witte pakken. Via een tablet kon hij zijn familie bellen om afscheid te nemen. Het voelde allesbehalve goed. Het einde van een leven zou niet zo koud en eenzaam mogen zijn, dus hebben we ingegrepen. We zijn naast hem gaan zitten, trokken onze handschoenen uit en pakten hem stevig vast. Samen hebben we op een respectvolle manier afscheid genomen. De emotie van dat moment voel ik nog steeds en ik wist meteen: dit is waarom ik dit werk doe.

Wat zijn de grootste uitdagingen op het werk?

Michèle: We merken als team dat de druk op de zorg toeneemt: vergrijzing (zorgvraag neemt toe en zorgpersoneel gaat met pensioen), de innovatie, waardoor we nu meer behandelingen kunnen doen, maar daardoor vaker voor ethische vraagstukken komen te staan en patiënten die mondiger worden. Het is niet meer zo eenvoudig op de werkvloer. Ik denk dat er daarom ook wat meer waardering getoond mag worden en dat zit niet alleen in lieve woorden van patiënten. Wij hebben erkenning nodig vanuit de politiek en bijvoorbeeld van de artsen die beslissingen nemen over onze patiënten. Wij doen veel meer dan enkel het verzorgen van zieke mensen.

Roman: Michèle heeft al enkele belangrijke punten genoemd. Ik heb ook het gevoel dat het verpleegkundig beroep meer onder druk komt te staan. Hopelijk komt er in Nederland een kantelpunt waarin er meer waardering komt voor ons werk. De gezondheidszorg vormt een pijler van onze maatschappij en we zijn het als vanzelfsprekend gaan beschouwen, terwijl wij dagelijks hard werken om dit in stand te houden. Het gaat niet vanzelf.

Waarom hebben jullie voor de studie verpleegkunde gekozen?

Roman: Ik woonde vroeger naast een ziekenhuis en toen mijn zusje haar been brak, kwam ik regelmatig in het ziekenhuis. Het thuisgevoel dat ik daar ervaarde had ik nog nooit gevoeld. Ik wist meteen dat het ziekenhuis een fijne plek was en dat gevoel is nooit meer weggegaan. Met deze baan kan ik mensen ondersteunen in de moeilijkste momenten van hun leven, dit schept een speciale band. Dit gevoel, gecombineerd met de medische aspecten van het vak, maakt verpleegkunde mijn droombaan.

Michèle: Biologie is altijd al mijn ding geweest en ik kwam er al vrij snel achter dat ik die richting interessant vond. Ik zie mezelf als iemand bij wie mensen zich op hun gemak voelen. Het is een beroep waarin je het verschil kunt maken. Tijdens de coronaperiode, toen alles stil leek te liggen, bleef ons werk doorgaan. Verpleegkunde en de zorg in het algemeen staan nooit stil. Het gevoel dat ik impact kan maken en dat mijn werk waarde heeft, is wat mij energie geeft.

Hoe zou je het beroep omschrijven in drie woorden?

Roman: Voldoening, blijdschap, energie

Michèle: Voldoening, energie, krachtig

Wat zou je mee willen geven aan mensen die erover denken om dit pad in te slaan?

Samen: Als je echt het gevoel hebt dat dit beroep bij je past, moedigen we je aan om ervoor te gaan. We zien tegenwoordig veel studenten die onzeker zijn over zichzelf en twijfelen aan hun kunnen, maar dit is nergens voor nodig. Heb vertrouwen in jezelf en laat je niet ontmoedigen. Als dit beroep echt iets voor jou is, dan voel je dat snel genoeg.