De kinderen van WENDY’s hoofdredacteur Robert hebben dyslexie. Een keer in de twee weken blogt hij daarover. Dit is deel 6, over een mission impossible die Maastricht heet.
Het was even flinke stress, want Floris moest zijn spreekbeurt houden over Maastricht. Een spreekbeurt van een kwartier. Hoeveel woorden zijn dat wel niet? Tegelijk mocht 'ie een werkstuk over deze prachtige stad inleveren, inclusief voorwoord, nawoord en wat hoofdstukken, alles met vulpen en geïllustreerd met toffe tekeningen. Hij had er niet echt veel zin in.
De perfecte papa wordt dan in mij wakker. Help hem! Sleur je dyslectische zoon door deze mission impossible met raad, slimme vragen en wijze tips! Ik had er wel zin in. Echt heel veel zin. En maakte in hoog tempo vijf heerlijke blunders. Die ik graag deel, want blunders zijn vaak de gouden lessen voor de perfecte papa.
- Doe nooit te enthousiast
Ga nou niet tegen je dyslectische zoon zeggen hoe grappig het is dat Maastricht eigenlijk ook Mestreech (waarom dan?) heet en dat je in die bonbon-zaak Engelenzoenen koopt die feitelijk Ingele Poene heten en Um te Puune zijn. ‘Snap je wel, Floris? Poene en puune betekent allebei zoenen!’ Nee, dat snapt Floris niet. En eigenlijk is dat heel begrijpelijk en moet ik achteraf bekennen dat ik werkelijk niet weet waarom je daar zo overdreven enthousiast over moet worden. Eén taal begrijpen is al meer dan moeilijk genoeg voor een dyslectische zoon en Limburgse taalgrappen zijn dan heus niet grappig. Houd het simpel, papa’s!
- Ga geen dingen uitleggen die je zelf ook niet begrijpt
Danig onder de indruk van de Sint Servaas Basiliek wilde ik Floris maar al te graag uitleggen wie die man was. Maar hoe meer ik hem er over (voor-)las hoe minder ik het begreep. Heb je wel vaker met legendes, het zijn niet voor niks legendes. Alle zinnen beginnen dan met: ‘Men denkt dat…’ ‘Het zou kunnen dat toen…’ en ‘De verhalen willen dat…’ en uiteindelijk heeft je zoon geen idee meer waar zijn vader eindeloos over bazelt. Aandacht allang weg. Heb je nog vragen, Floris? ‘Gaat Dolberg weg bij Ajax, pap, wat denk jij?’ Eh….
- Maak geen stomme grappen over friet
Floris heeft een talent voor eten. Hij lust alles, is een fijnproever. Maar patat is altijd fijn. Dus toen we samen het Vrijthof opliepen en ik overspannen gilde: ‘Hey, ze hebben hier friet!’, want op het bordje Vrijthof staat ook op zijn Limburgs Vriethof, is dat a. Een garantie voor honger (pap, waar is dat Friethof dan?) en b. schrijf je Friet met een F en dat is al lastig genoeg. Dus doe gewoon normaal papa en leg uit dat ze in Maastricht twee talen spreken en dat je dat meteen weer kunt vergeten en dat Vriethof niks met friet te maken heeft en dat een echte Bourgondiër… ach wat, we kopen gewoon een frietje.
- Doe niet enthousiast over een ster
Als jochie was ik fan van Cees Schapendonk, de spits van MVV en die droeg een vijfpuntige ster op zijn shirt, wapen van Maastricht. Dus toen ik zag dat het nog steeds zo was dat die ster een grote rol in het straatbeeld speelde, raakte me dat diep. Maar Floris is tien. En zijn wereld bestaat uit Juventus, Ajax en Go Ahead Eagles. Je leert een kind echt niks door overdreven met jeugdsentiment aan te komen. Verdiep je toch eens in de ware betekenis van die ster, begin op Wikipedia en dan besef je al snel: dit valt ook al niet uit te leggen aan een kind. Zeg gewoon dat het zo is, zie hem afwezig knikken en…. Next!
- Zet hem niet de hele tijd op de foto, zo van: leuk voor je werkstuk!
In de wereld van twitter, instagram en ‘kijk mij eens weer schattig op de foto staan’, dacht ik dat het wel leuk was als Floris overal liet zien: I was here! Dus Floris bij alle kerken, het Vrijthof op dribbelend met zijn nieuwe bal, Ingele Poene smikkelend, voor de roodgeelgroene vlaggen van het Rijnlandse carnaval poserend, leuk joh. Totdat bleek dat helemaal niemand zijn of haar werkstuk met eigen foto’s had verrijkt…Alleen hij. Kwam ie aan met allemaal foto’s van zichzelf… ’Pap, dit is beschamend!’ Hm, misschien een nieuwe –nooit selfie- generatie?
Al met al, alle gekheid op een stokje, het is de spreekbeurt en het werkstuk van je zoon en hoe dyslectisch hij ook is, hij moet er doorheen. Geef tips, stel vragen, geef aandacht en luister, allemaal prima, maar les 1: Het Is Niet Jouw Ultieme Opdracht.
Toch voelde ik een traan opwellen en viel er een pak van mijn hart, toen hij opbelde en zei: ‘Pap, die spreekbeurt ging best heel goed!’ ‘Ja, héél goed?’ vroeg ik veel te snel. ‘Nou…. Best goed.’ Ik vond dat meer dan goed genoeg.