Elk jaar op 4 en 5 mei herdenken we in Nederland de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en vieren we onze vrijheid. In tijden waarin vrijheid steeds meer onder druk staat en de dreiging van oorlog toeneemt, is het belangrijker dan ooit om de herinnering aan onze geschiedenis levend te houden. Daarom besteedt WENDY extra aandacht aan verhalen uit de Tweede Wereldoorlog.
Het Nationaal Vrijheidsonderzoek 2024 toont aan dat de steun voor herdenken en vieren in Nederland onverminderd hoog is. Ondanks de uitdagingen van deze tijd, blijven de Nationale Herdenking en Bevrijdingsdag voor veel Nederlanders van grote waarde.
We delen daarom graag het bijzondere verhaal van Gerrit Hoopman, met een persoonlijke connectie voor Wendy's hoofdredacteur Odette van Wageningen. Haar overgrootmoeder speelde een heldhaftige rol in Gerrits ontsnapping aan de nazi's.
De ontsnapping van Gerrit Hoopman
‘Aalten, in de Achterhoek, is in de Tweede Wereldoorlog een dorp met een paar bijzondere kenmerken. Op de eerste plaats lijkt het alsof er een soort Scheveningse enclave is gevestigd: begin 1943 zijn er ongeveer vijfhonderd evacués uit de vissersplaats neergestreken. Dat heeft te maken met de ingrijpende sloopwerkzaamheden die de bezetter laat uitvoeren langs de kust. Uit vrees voor een geallieerde invasie bouwen de nazi's aan de Atlantikwall, de betonnen muur die van West-Europa een onneembare vesting moet maken. Daar moet alles voor wijken, ook een groot deel van Scheveningen.
De bezetter wéét dat er veel illegalen in Aalten verblijven en gaat op 30 januari 1944 over tot een wel heel drieste actie, een kerkrazzia.
Voor zover bekend is het systematisch oppakken van kerkgangers in bezet Nederland een aantal keren voorgekomen. Er is een grootscheepse operatie in Noord-Limburg bekend, waar in het najaar van 1944 op zondagochtenden in totaal wel drieduizend jongemannen zijn opgepakt nadat ze de heilige mis in de katholieke kerk hadden bezocht. In. Aalten gaat het om razzia's in twee kerken tegelijk, de Westerkerk en de Christelijk Gereformeerde Kerk.
Het resultaat is voor de Duitsers boven verwachting: ze vangen op deze zondagmorgen 48 jonge mannen. Hun vrijheid is ten einde, ze worden via Arnhem afgevoerd naar concentratiekamp Amersfoort of naar de strafgevangenis in Scheveningen, het zogeheten Oranjehotel.
Er is er één die op een bijzondere manier aan arrestatie weet te ontkomen. Dat is de negentienjarige Gerrit Hoopman. Hij zit tijdens de overval in de Westerkerk aan de Hogestraat naast mevrouw Visser-Taal (links op foto, rechts dochter Neeltje), een evacué uit Scheveningen, die tijdelijk bij de familie Hoopman in huis woont. Mevrouw Visser-Taal schiet Hoopman, die geweigerd heeft zich te melden voor de arbeidsinzet, direct te hulp. Zij geeft hem onopvallend haar cape, haar kap met hoofdijzer en haar overrok. Ongezien kan Hoopman zich omkleden. Als de kerkbezoekers aan het eind van de razzia toestemming krijgen de kerk te verlaten, slaagt Hoopman erin, als vissersvrouw vermomd, de kerk uit te schuifelen.
Buiten het zicht van de ordetroepen springt hij op een herenfiets en verdwijnt. Hij blijft de hele bezetting uit handen van de Duitsers.’
Bron:
Dit verhaal is eerder in een bijlage van Trouw gepubliceerd.