Fien vluchtte als kind al in haar fantasiewereld om zich te beschermen tegen de grote boze buitenwereld. En nog steeds is het ene fijn verdedigingsmechanisme als dingen even moeilijk zijn.
De eerste keer kan ik me nog levendig herinneren. Op de basisschool, in groep 6. Ik was dat enigszins betweterige kindje in de klas. Die ene die in de schoolvakanties een extra werkstuk wilde maken, gewoon omdat het leuk was. Die altijd nieuwe spelletjes bedacht en de andere kindjes daarin mee wilde nemen. Erg klein voor mijn leeftijd maar toch een hoge boom. Die vangen nu eenmaal veel wind. Achteraf gezien snap ik best dat ik het kind was dat door een aantal anderen gepest werd af en toe. Gelukkig had ik genoeg leuke vriendjes en vriendinnetjes. Hoewel ik het kon hebben, waren er momenten dat het heel moeilijk was.
Bubbel
Op een van die momenten, begon het: mijn enorme fantasie. Een verhaal ontstond in mijn hoofd. Een verhaal waarbij ik voor mijn verjaardag een kudde leeuwen zou krijgen. Ze zouden me elke dag naar school toe brengen. Ik zag mezelf al helemaal lopen met mijn beschermers. Ze waren zo zacht en knuffelig voor mij, maar tegelijkertijd hielden ze iedereen die onaardig was op afstand. Ik kon erop rijden, ze sliepen bij me in bed en samen gingen we overal naar toe. De beelden in mijn hoofd werden zo echt, dat ik mijn leeuwen bijna bij me kon voelen. Natuurlijk wist ik wel dat het nooit echt zou gaan gebeuren, maar dat idee in mijn hoofd, hielp gewoon om de dagen door te komen die niet leuk waren. Het was net alsof die fantasie een soort beschermlaagje om mezelf heen was. Iets wat niemand kon zien, maar het was er wel. Mijn eigen veilige bubbel.
Fantasiewereld
Toen ik 11 was, werd ik vervolgens meegetrokken in de magische wereld van Harry Potter. Ik was even oud als hij, voelde me ook altijd anders dan de rest en heb me suf gefantaseerd over Zweinstein. Het ontsnappen aan mijn dagelijkse realiteit ging zo ver dat ik in mijn eigen tovenaarsgewaad dat mijn moeder voor me had gemaakt zat te wachten bij de brievenbus tot mijn toelatingsbrief zou komen. Die kwam niet. Dus maakte ik zelf spreukenboeken, toverdrankjes en wisselde ik van gedaante. Iedere situatie waarin ik angstig of verdrietig was, werd beter met zo’n magische oplossing. Al wist ik dat het niet echt was, het idee ervan hielp.
Zingeving
Dat magisch denken was een fijne afleiding als kind en tiener. Een logische ook, denk ik. Maar als volwassene ging het niet weg. Bij veel grote mensen niet, denk ik. Op het moment dat dingen ons als mens te veel worden of we iets niet kunnen uitleggen, dan schakelen we over op een beschermingssysteem. Iets dat buiten onszelf ligt. Denk aan het geloof in een religie of het universum, het idee dat toeval niet bestaat of iets simpels als jinxen of bijgeloof. Daarmee zeg ik niet dat ze permanent onwaar zijn, want dat weet ik niet. Wat ik wel weet is dat veel mensen zingeving nodig hebben.
Houvast
Belangrijk denk ik, aan die dingen, is om niet de grip te verliezen op het feit dat soms dingen en gebeurtenissen gewoon zo zijn. Zonder uitleg, zonder bijbedoeling, zonder reden, zonder dat ze je iets duidelijk proberen te maken, zonder dat je ze ergens aan verdiend hebt, zonder dat ze iets anders betekenen dan precies gewoon wat ze zijn. En laat dat nu net zijn, wat ik zo lastig vind als ik bang ben. Dan zoek ik juist naar houvast. Naar iets dat me richting geeft. Iets dat me zegt dat het goedkomt. De uitslag van mijn controle is volgende week en mijn magisch denken heeft zich inmiddels van de leuke Harry Potter variant, omgetoverd in Voldemorts Zwarte Kunsten.
Angst
Vorige week had ik corona. Ik voel me nog steeds niet goed. Mijn onderzoeken zijn geweest en ik wacht nu op de uitslag. Dan is het voor mij erg belangrijk dat alles gaat, zoals het altijd ging. Eén keer ging mijn moeder niet mee naar een uitslaggesprek en toen was het meteen mis. Dus sinds die tijd moet ze erbij zijn. Zij en niemand anders. Maar mama is ook niet lekker, dus die durf ik niet te vragen. Mijn uitslag is daarbij altijd op 3 of 4 april, en dit jaar is mijn arts er op die dagen niet. Dan is het ook nog zo dat voor het eerst dit jaar, mijn afdeling in het ziekenhuis opeens verplaatst is. Gewoon naar een heel ander gebouw in het Meander. Mijn magisch denken neemt dus al dagen een loopje met me. Ik vecht tegen het idee dat dit slechte voortekenen zijn. Natuurlijk weet ik diep van binnen wel dat dit allemaal onzin is. Al die dingen, behalve mijn corona-erfenis misschien, hebben geen invloed op de uitslag die ik zal krijgen. Maar uit pure angst probeer ik overal maar lifelines uit te gooien.
Onzin
De afgelopen dagen heb ik er veel over nagedacht. Ik zou dit moment kunnen aangrijpen om tegen mezelf te zeggen: stop met dat magisch denken want het is onzin. Het punt is dat als ik dat zou doen, ik bang ben dat het het een of het ander is. De zingeving die ook in magisch denken zit en het vermogen om een fijne betekenis aan dingen te geven die zich openbaren in mijn leven – is me teveel waard. Buitenspelen doen we als volwassenen misschien niet meer op de manier zoals vroeger, maar er soms een fantasiewereld op nahouden, dat wil ik me niet laten afnemen. Zeker niet door de nare dingen in het leven, die er ook bij horen. Weglopen voor de realiteit is geen goede strategie en daar gaat dit denk ik over. Aan jezelf durven toegeven dat dingen spannend en verdrietig zijn en dat je het daar even mee moet uithouden. Ik mag mezelf vertellen dat ik dat aankan, want al voelt het niet altijd zo, het is wel waar. Dan kan ik ook blijven genieten van mijn magische wereld, op de momenten dat het een fijne plek is. Waar mooi toeval, nooit bestaat.
Lees hier alle columns van Fien.
Over Fien
Qmusic radiopresentatrice Fien Vermeulen overleefde lymfklierkanker en wil mensen nu inspireren op het gebied van gezondheid, geluk en survivallen. Elke maand schrijft ze een column op wendyonline.nl. Ook schreef ze een boek over leven na kanker: Het regent zonnestralen.