depressie

Column. Chimène van Oosterhout voelt zich down na het verlies van haar ouders en haar eigen ziekte: ‘Zal het een depressie zijn?’

Chimène van Oosterhout maakte veel mee het afgelopen jaar. Heel veel. Ze genas van borstkanker, maar verloor daarna kort na elkaar haar vader en toen haar moeder. En dat hakt er zo in dat er een sluier over haar hart ligt en ze zich afvraagt of ze misschien een depressie heeft.

Ik besluit het toch maar eens op te zoeken, de definitie van een depressie. Niet dat zo’n definitie tegen een depressie helpt, maar het biedt in ieder geval een beetje duidelijkheid. Althans dat hoop ik.

Twee jaar

Dan krijg ik te lezen dat een depressie ‘een stemmingsstoornis is, die zich kenmerkt door zware neerslachtigheid of verlies van levenslust. Het is een mentale aandoening, die effect heeft op je gevoelens, gedachten en gedrag. Er wordt van een depressie gesproken als de klachten langer dan twee weken duren, en ze niet verbeteren.’

Nou, bij mij duren de zware gevoelens en de stemmingsstoornis al meer dan twee jaar. Of het echt een depressie is, weet ik niet, want hoe stel je dat vast? Met testen? Met oefeningen? Door middel van een psycholoog of coach? Waarschijnlijk door eigen inzicht en gevoel.

Borstkanker

Precies twee jaar geleden, eind augustus, werd bij mij voor de derde keer borstkanker geconstateerd, nadat ik een paar maanden daarvoor al een schouder operatie had ondergaan, omdat mijn pees in mijn schouder voor 90% afgescheurd was. Ik zat letterlijk en figuurlijk niet zo goed in mijn vel en dat is een understatement. Ik voelde sinds maart 2020 al steken en prikkels in mijn borst, maar dat was volgens de arts compensatie van mijn schouderblessure. Niet dus. Het was borstkanker bleek een half jaar later.

Ik ging het traject van borstkanker niet geheel in volle conditie in zal ik maar zeggen. Zowel geestelijk als lichamelijk niet. Daar heb ik al het een en ander over geschreven en verteld in mijn documentaire.

Heel Nederland door

Tijdens mijn chemokuren, mijn operatie, mijn bestralingen en mijn immuno kuren, kreeg ik ook nog eens te horen dat mijn vader ongeneeslijke leukemie had en dat ook hij aan de chemokuren moest en nog maar een paar weken tot maanden te leven zou hebben. Dat zijn er uiteindelijk negen geworden. Ik heb papa negen maanden verzorgd. Hij woonde en werd behandeld in Eindhoven, ik in Amsterdam. In die periode reed ik dus half Nederland door terwijl ik ook nog eens zelf in een behandeltraject zat.

Leeg nest

Mijn zoon deed ondertussen eindexamen, gelukkig is hij onder deze zware omstandigheden, wel geslaagd, voor sommige vakken zelfs cum laude, en heeft hij zijn internationale VWO diploma in de pocket. Dat heeft hij toch maar geflikt. Zo knap. Precies 1 jaar geleden, ook eind augustus, verliet mijn zoon mijn huis om te gaan studeren en moest ik omgaan met het lege nest syndroom. Mijn zoon, met wie ik achttien jaar altijd samen was, gaat zijn eigen weg. Gelukkig, want dit is een natuurlijk proces. Voor mij echter niet minder pijnlijk en wel een proces wat te maken heeft met een soort afscheid van je kind, althans van de symbiose die we hadden tot een mindere dagelijkse verbintenis. Het ultieme loslaten.

Verhuizen en corona

Daarnaast moest ik zelf verhuizen en mijn spullen opslaan en verkopen of wegdoen. Ik ging naar een huis, waar ik niet zou kunnen blijven. Ook weer een proces van afscheid.
In de tussentijd was ik bezig met de stervensbegeleiding van papa, hij ging zijn laatste levensfase in. Nog maar een paar weken te gaan, voordat hij uiteindelijk overlijdt.

Inmiddels gaan we het nieuwe jaar in. Dit jaar 2022 zou mijn jaar worden, heb ik mijzelf beloofd.
Deze belofte had ik nauwelijks met mijzelf gesloten of ik krijg COVID-19, inmiddels COVID-22 dus. Het viel niet mee met mijn herstellende, geopereerde en bestraalde chemo lijf. Maar, ook dat heb ik overleefd.

Vervolgens moet ik van de huurbaas in mei van dit jaar mijn tijdelijke huis verlaten. Gelukkig is er ook een positieve wending in mijn leven, want ook in dit jaar mei heb ik mijn nieuwe eigen huisje gevonden. Ik kan er nooit meer uitgezet worden en ik kan het geheel eigen maken. Hoe fijn is dat.

Papa’s huis

Echter, tegelijkertijd moet het huis van papa leeg gemaakt worden, want wij hebben het verkocht per medio mei. Dus een dubbele verhuizing. En papa heeft heel veel spullen verzameld blijkt. Dus dat was ook een paar weken doorwerken en emotioneel afscheid nemen van al die spullen en dus van papa. Daarna werd het dozen uitpakken en spullen wegdoen bij mij, in mijn eigen huis.
Als ik het zo allemaal opschrijf, denk ik hoe dan?
Maar, ik ben er nog niet.

Mama

Ik ging weer voorzichtig aan het werk, en probeerde alles ‘een plekje te geven’, zoals dat zo mooi heet. Heel voorzichtig, met vallen en opstaan, met vooruitgang en terugvallen, lukt dit. En dan blijkt dat mijn moeder in Zuid Spanje zware gezondheidsproblemen gekregen heeft. Ze woonde daar. Ik denk geen seconde na, boek een ticket en tref mijn moeder in een toestand aan die erg zorgelijk is. Ze blijkt zware herseninfarcten te hebben gehad.

Ik ben uiteindelijk drie keer naar mama in Spanje gevlogen om haar te verzorgen en uiteindelijk te begeleiden bij haar sterven, blijkt nu achteraf. Daarover heb ik mijn twee vorige columns geschreven.
Vorige maand is zij dus ook overleden. Ik had nog zoveel met haar willen bespreken en ik had haar nog zoveel willen vragen. Het ging allemaal zo snel, zo onwerkelijk, zo verdrietig. En nu door.

Weg levensvreugde

Met pijn en moeite sta ik ‘s ochtends op. Ik ontbijt, poets mijn tanden, neem een douche en begin de dag. Aan het einde van de dag hetzelfde ritueel, zonder ontbijt, maar een bord avondeten, en dan plof ik mijn bed in.
Ik ga door.

Hoe? Dat weet ik nog niet. De ene dag beter dan de andere dag. Ik doe leuke dingen met vrienden en vriendinnen en doe daarbij ook mijn best om echt te genieten. Bewust te zijn en bewust te ZIJN. Ik werk af en toe en ik probeer te leven, ofschoon het nu meer voelt als overleven. De levensvreugde is een beetje weg. Het leven voelt een beetje zwaar. Ik zou zo graag de vreugde weer willen voelen en de lichtheid van het bestaan. Blij willen zijn met de positieve dingen die ik doe en die wel op mijn pad komen.

Voorlopig ben ik er nog. Iedereen zegt dat dit maar een fase is. Dat het overgaat en dat het ‘wel goed komt’. Mijn antwoord is dan steevast de vraag: ‘Wanneer?’
Er staat geen tijd voor verwerking.
Er bestaat geen limiet voor een rouwproces.

Het proces van doorgaan. Weliswaar met een sluier over mijn hart en wat scheurtjes in mijn gevoel en met melancholie en zware emoties op z’n tijd. Die laat ik komen en die laat ik er zijn. Ondertussen tikt de klok door.
Er komt een tijd dat ik terug kan kijken op deze bijzondere processen die ik doorloop en doorlopen heb. Denk ik. Hoop ik.

Ik kijk naar de ondergaande zon en verwonder mij over de prachtige natuur. De flora en fauna, de kleuren en de pracht.
Mijn neerslachtigheid wordt iets lichter, mijn levenslust neemt iets toe en mijn gevoelens, gedachten en gedrag maken plaats voor een serene stilte.

Zolang ik dat nog kan en voel, hoop ik dat ik geen depressie heb.