fbpx

Lily Monori groeide als zwarte vrouw op in een blank pleeggezin: ‘Ik durfde nooit tegen iemand te zeggen dat ik een pleegkind was’

Na mishandeling en verwaarlozing, werd de Lily Monori van Dijken (42) in een pleegezin geplaatst op de Veluwe. Ondanks dat ze zich jarenlang schaamde voor het zijn van een pleegkind, wil ze momenteel met haar boek anderen inspireren om je stem te laten horen.

‘Mijn moeder was een jaar of zestien, toen ik werd geboren. Omdat ze niet voor mij kon zorgen en mijn vader uit beeld was, werd ik na een half jaar naar mijn opa en oma in Suriname gebracht. Daar werd ik met liefde opgevoed, tot mijn oma ziek werd en ik na een paar jaar alweer bij mijn moeder in Nederland kwam te wonen. Ik kwam bij een – voor mij – wildvreemde in huis. Ik werd mishandeld en verwaarloosd. Mijn broertje werd aan mij overgedragen. Ik was nog maar vier en moest op hem letten. Eén keer verloor ik hem uit het oog. Voor mijn ogen is hij verongelukt. Hij was opslag dood.’

Blank gezin

‘Een week na het ongeval werd ik uit huis geplaatst. Tegenwoordig zoeken ze een gezin met dezelfde achtergrond en cultuur, maar ik werd als zwart meisje in een blank christelijk gezin geplaatst in ’t Harde. In eerste instantie zou dit tijdelijk zijn, maar gelukkig mocht ik blijven. Vanaf het moment dat ik bij het pleeggezin was, kwam ik in een warm bad terecht. Ik wilde zo graag liefde ontvangen, omdat ik helemaal geen band had met mijn biologische moeder.’

‘Op een gegeven moment heb ik voor mezelf gekozen.’

Contact

‘Jarenlang heb ik geen contact gehad met mijn biologische moeder, omdat ze in de gevangenis zat. Ik kwam in contact met mijn biologische tante, waar ik het goed mee kan vinden. Op het moment dat mijn moeder uit de gevangenis kwam, moest ik alsnog naar haar toe. Tijdens mijn jeugd was ik verplicht om in weekenden en in vakanties mijn moeder te bezoeken. Ik was gelukkig niet bang voor haar, ondanks haar grensoverschrijdende gedrag voordat ik uit huis werd geplaatst. Maar leuk vond ik het niet. Het hoorde er nou eenmaal bij. Op mijn 20ste heb ik het contact verbroken met haar. De liefde die de moeder bij een kind heeft, is er bij ons nooit geweest. Op een gegeven moment heb ik voor mezelf gekozen.’

Schaamte

‘Voor mijn omgeving hield ik altijd verborgen dat ik een pleegkind was. Het zou vragen oproepen, als ik dat zou zeggen. Het was ook een soort schaamte. Ik wilde niets liever dan erbij horen. Als vriendinnen bij mij thuiskwamen, stelden ze geen vragen. Ze dachten allemaal dat ik was geadopteerd. Mensen vullen dat zelf voor je in. Ik was allang blij dat ze geen vragen stelden.’

Verrijking

‘Voor mij is het een verrijking dat ik op de Veluwe ben opgegroeid. Het was voor mij een veilige omgeving. Hoewel ik ook ben uitgescholden, maar dat was niet veel anders dan iemand met flaporen. Ik hoor niet bij de Surinaamse cultuur, maar ook niet bij de witte cultuur. Ik zie mezelf als halfbloedje, die leeft tussen twee culturen. De normen en waarden die ik thuis heb meegekregen, hebben mij gevormd. En ik heb mijn liefde gevonden in het christendom. Van kleins af aan geloof ik in God. Ik geloof dat er een kracht of energie is die over je waakt. Regelmatig keer ik mij daar naartoe. Met mijn biologische tante ga ik vaak mee naar de kerk. Ik heb daar mijn kracht gevonden.’

‘Ik ben zwart en een pleegkind, maar wat maakt het allemaal ook uit?’

Opkroppen

‘Voor een lange tijd kon ik niet over mijn ervaringen praten. Altijd kropte ik alles op. Ook de blokkades waar ik telkens tegenaan liep. Toen ik een autobiografisch boek ging schrijven, werd ik daarmee geconfronteerd. Ik kwam erachter dat het niet erg is om kwetsbaar te zijn. Toen ik erover ben gaan praten, voelde ik mij bevrijd.

Ik ben zwart en een pleegkind, maar wat maakt het allemaal ook uit? Aan alle pleegkinderen wil ik meegeven dat ze niet verborgen hoeven te zijn. Iedereen heeft een stem. Ik had allang een verslaving kunnen hebben, maar toch zag ik een lichtpuntje om verder te gaan. Ik heb ook depressies gehad en momenten waarop ik het leven niet meer zag zitten. Ik wist niet waar mijn emoties vandaan kwamen. Over mijn stervende broertje, heb ik bijvoorbeeld nooit kunnen praten. Door erover te schrijven en te dichten, kan ik het wel kwijt.’

Openheid

‘Tijdens het schrijven van mijn boek Het verborgen meisje – waar ik drie jaar geleden mee begon – ben ik meer gaan praten met mijn pleegouders. Zij zijn mee geweest naar de plek waar mijn broertje is overleden. Mijn pleegouders wilden mij graag helpen om het boek verder te schrijven. Ik heb hen alles vertelt. Vriendinnen wisten veel van me, maar sinds het boek begrijpen ze mij beter.’

pleegkind

Terugblik

‘Mijn leven is echt een achtbaan. Het leven heeft leuke en minder leuke dingen. Je kan kiezen tussen het licht en het donker. Ik ben bang in het donker, dus kies ik voor het licht. Licht staat voor leven. Je kan de ergste dingen meemaken in je leven, maar uiteindelijk moet je zelf de kracht vinden en durven om hulp te vragen.’



WENDY Zomer special

Zomer op een eiland!


Een special vol eilandliefde en eilandinspiratie.


 

LAAT JE INSPIREREN DOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF