Een aantal weken geleden deelden we het aangrijpende verhaal van Moses Johannes, die op bijna vierjarige leeftijd werd geconfronteerd met femicide. Hij was getuige van de moord op zijn moeder, gepleegd door zijn eigen vader. Deze traumatische ervaring heeft een grote impact gehad op zijn leven. In dit laatste deel van zijn verhaal vertelt Moses hoe deze gebeurtenis zijn leven heeft beïnvloed. Hij omschrijft de uitdagingen die hij heeft moeten overwinnen om zijn leven weer op te bouwen en hoe hij uiteindelijk zijn weg naar herstel heeft gevonden.
“Na die vreselijke gebeurtenis moest ik wennen aan het idee dat mijn moeder er niet meer was, terwijl mijn zusje voortdurend naar haar bleef vragen. Het vonnis van de rechter drukte als een loodzware last op mijn schouders en blijft een constante herinnering aan de verschrikkelijke gebeurtenis die mijn leven heeft verwoest. Plotseling stond ik er op 4-jarige leeftijd alleen voor, zonder ouders. De zes jaar die mijn vader uiteindelijk heeft vastgezeten, maken mij en mijn familie woedend. Het overweldigende gevoel van onrecht beheerste een groot deel van mijn leven.
Pleeggezin
Mijn zusje en ik werden al snel in het pleeggezin van Ineke Johannes geplaatst. Ik herinner me nog goed hoe we haar voor de eerste keer bezochten. Ik mocht haar mama of Ineke noemen, maar Ineke vond ik te zakelijk en mama te confronterend, dus maakte ik een combinatie van de twee namen: ‘mamiem’. Ineke accepteerde dit met een glimlach en vanaf dat moment was ze ‘mamiem’ voor iedereen in het gezin. Ze droeg deze naam met trots gedurende haar hele pleegmoederschap. We maakten deel uit van een groot gezin met tal van andere pleegbroertjes en -zusjes. Ineke was een pleegmoeder voor iedereen. Ondanks de chaos en drukte van zo’n groot gezin, wist ze een warme en liefdevolle omgeving te creëren. Ze wilde ons echt een thuis bieden, niet zomaar een tijdelijke opvang.
Muzikaal talent
Mijn moeder Ineke had lucht gekregen van het feit dat muziek in mijn familie zat en deed een pogin om te kijken of het wat was voor mij. Uiteindelijk was het een schot in de roos. Op een middag, terwijl ze rustig op een accordeon wat probeerde te pingelen, kwam ik uit school en werd ik aangetrokken door het geluid. “Voor mij?” vroeg ik verrast, terwijl ik naar haar toe liep. Ik pakte het instrument vast en verkende voorzichtig de toetsen. Binnen een uur speelde ik al melodieën. Muziek zat in mijn genen; mijn moeder en opa waren beiden bedreven muzikanten, dus het was geen verrassing dat ik zo snel mijn weg vond met dit instrument. Ik werd verlief op muziek maken. Ineke zag mijn potentie en hielp me mijn muzikale droom na te jagen. Ze regelde lessen, zorgde voor de beste instrumenten en reed me naar optredens door het hele land. Op zevenjarige leeftijd stond ik al stralend van trots op het podium, mijn eerste accordeon stevig in de hand.
Het eerste contact
Het eerste contact tussen mij en mijn vader na de moord was pijnlijk. Mijn zusje en ik ontvingen af en toe een kaart van hem uit de gevangenis. De kaarten leken allemaal hetzelfde: uitbundige afbeeldingen van ballonnen en taart, met glitters en vrolijke kleuren die in schril contrast stonden met onze sombere realiteit. Binnenin stond altijd dezelfde boodschap: “Papa houdt van jullie en mist jullie heel erg.” Voor mij voelden deze woorden hol en betekenisloos. Hoe kon iemand die ons leven zo verwoest had, ons werkelijk liefhebben?
Mijn zusje en ik stonden destijds nog onder voogdij van een andere vrouw dan Ineke. Deze voogd, die weinig besef leek te hebben van onze emotionele toestand, had een ‘ontmoeting’ met onze vader geregeld. We werden naar de gevangenis gebracht, zodat onze vader ons kon zien.
De reis naar de gevangenis voelde eindeloos. Mijn zusje raakte in paniek, haar angst overweldigend. Tijdens het autorijden rukte ze de klink van de deur open toen we een lage snelheid hadden en liet zich uit de auto vallen in de berm. Deze wanhopige actie van mijn zusje maakte echter weinig indruk op de voogd, die niet inzag dat wij absoluut geen behoefte hadden aan een bezoekje aan de gevangenis.
Eenmaal aangekomen werden mijn zusje en ik in een kille ruimte geplaatst, zonder te weten dat mijn vader aan de andere kant van een wand naar ons keek. Toen ik hier later achter kwam, voelde ik me bedrogen en misleid. Als een aapje in een dierentuin dat tentoongesteld en bekeken werd. Ik voelde me machteloos, overgeleverd aan de beslissingen van volwassenen die mijn angsten en trauma’s negeerden.
Een dreigende periode
Ik was amper negen jaar oud toen de politie Ineke waarschuwde dat mijn vader weer op vrije voeten kwam. Hij dreigde ons op te halen bij ‘die hoer Ineke’. Ik herinner me nog levendig hoe Ineke met de politie sprak. Haar stem was kalm, maar vastberaden. “Laat hem maar komen,” hoorde ik haar zeggen. Ze was duidelijk nergens bang voor en zou tot het uiterste gaan om ons te beschermen.
Ineke zette in samenwerking met de politie zorgvuldig plannen op, elk detail doordacht en uitgewerkt. Ook op school werd de dreiging serieus genomen. Mijn leraren gedroegen zich nerveus en bespraken nooduitgangen voor het geval mijn vader op school zou verschijnen. Ineke nam geen enkel risico en regelde zelfs een onderduikadres, ver weg van het gevaar. Ze was tenslotte een dochter van een politie Sergeant en wist heel goed wat ze moest doen in dit soort situaties.
Het was een periode van onzekerheid en angst, maar ook van onvoorwaardelijke liefde en bescherming van Ineke, die vastbesloten was om mijn zusje en mij te beschermen. Ik heb me nooit werkelijk geïntimideerd gevoeld door mijn vader, waardoor de dreiging weinig indruk op me maakte. Op dat moment had ik al een afkeer tegen hem. Dat je uit de gevangenis komt en roept dat je je kinderen weghaalt bij ‘die hoer’. Die hoer, die de moederrol op zich heeft genomen over jouw kinderen, omdat jij hun moeder hebt vermoord.
Toevlucht in muziek
Ondanks de voortdurende dreiging van mijn vader vond ik troost in mijn muziek. Ineke steunde me onvoorwaardelijk en bracht me naar optredens door het hele land. Ik bleef vastberaden mijn passie volgen. Mijn talent bracht me op televisie en in kranten, waardoor ik op jonge leeftijd bekendheid verwierf als een van de jongste muzikanten die regelmatig optrad. Met mijn groeiende bekendheid kwam ik steeds meer in contact met bekende Nederlanders, wat me veel plezier gaf. Voor mij was muziek niet alleen een bron van troost, maar ook een manier om mijn innerlijke strijd te verlichten. Nachten lag ik wakker. Ik voelde me vaak diep verdrietig en verward. Ik vond het moeilijk om mijn weg te vinden in deze wereld.
Muziek hielp me lange tijd door een moeilijke fase van mijn leven. Maar naarmate ik ouder werd, begonnen verdriet, boosheid en verwarring langzaam de overhand te krijgen. Ik raakte verstrikt in pijn, drugs en verkeerde vrienden. Deze veranderingen bleven niet onopgemerkt door Ineke. Ze zag hoe ik langzaam veranderde en voelde zich steeds machtelozer. De jongen die ze had grootgebracht leek zich meer en meer af te sluiten, gevangen in een gevoel van vervreemding en gebrek aan erkenning. Het werd steeds duidelijker dat ik een andere richting insloeg, een die zij niet kon begrijpen of sturen.
Ondanks al haar inspanningen en liefde, moest Ineke uiteindelijk toegeven dat ze niet kon voldoen aan wat ik nodig had. Met pijn in haar hart nam ze de beslissing om me te laten gaan. Het was een ontzettend moeilijke keuze voor haar. Maar op dat moment wist ze dat ze me niet kon tegenhouden en me moest loslaten. De muziek, ooit mijn toevlucht, verdween naar de achtergrond, tot grote teleurstelling van Ineke. Op vijftienjarige leeftijd verliet ik het pleeggezin en raakte ik steeds dieper verstrikt in drugs.
Zoektocht naar identiteit
Tijdens mijn tienerjaren en vroege volwassenheid bevond ik me in een voortdurende zoektocht naar mezelf, vooral als het ging om mijn mannelijkheid. Op een gegeven moment kreeg ik de baard in de keel en ik schrok mijn eigen lage stem. Voor mij waren de stereotypen van mannelijkheid een bron van diepe angst en verwarring. Een man was agressief, intimiderend, een moordenaar. Ik was bang om een man te worden als mijn vader.
Ik wilde geen man zijn, want ik dacht dat mannen alleen maar vrouwen misbruikten en vernederden. Mannen mochten geen gevoelens tonen, niet emotioneel of creatief zijn en ze moesten stoer zijn en zich stoer houden. Ik durfde mijn mannelijkheid niet toe te laten en ik werd daardoor een beetje vrouwelijk.
In mijn jeugd werd ik geconfronteerd met een gebrek aan vaderlijke rolmodellen, wat mijn zoektocht naar identiteit bemoeilijkte. Ik verlangde naar een vaderfiguur die me accepteerde en liefhad, die me eenvoudige genegenheid toonde zoals een vaderlijke kus of een troostende omhelzing. Dit gemis versterkte mijn worsteling met mijn begrip van mannelijkheid. Ik wees mezelf af, ik raakte mezelf kwijt. Op een gegeven moment wist ik niet eens meer wanneer ik mijn voeten moest neerzetten terwijl ik liep en voelde me totaal losgekoppeld van mijn lichaam. Het was alsof ik buiten mijn lichaam was. Achteraf kunnen we concluderen dat dat symptomen zijn geweest van dissociatieve problematiek.
Mijn dieptepunt
Vanaf dat punt kwam ik eigenlijk in een neerwaartse spiraal terecht. Het voelde alsof ik aan het verdrinken was, maar ik had een grote vechtlust. Ik bleef vechten om mijn hoofd boven water te houden. Ik wilde niet ten onder gaan. Maar hoe harder ik vocht, des te zwaarder het werd. Elke inspanning kostte me steeds meer moeite. Ik dacht veel na over het leven en ik begreep niet waarom ik zoveel pijn moest verdragen. Waarom was mij dit onrecht aangedaan? Waarom had ik geen vader en moeder? Waarom stond ik er alleen voor?
Na jaren van hard vechten, gooide ik de handdoek in de ring. Ik merkte dat ik niet aan de pijn kon ontsnappen. Alles wat ik probeerde op te bouwen, stortte als een kaartenhuis in elkaar. Langzaam drong een pijnlijk besef tot me door. Ik realiseerde me dat het lijden in mij veel groter was dan ik had gedacht. Het nam de overhand en ik ging eraan onderdoor. Vaak zocht ik mijn toevlucht in een lege kerk in de stad. Omringd door de stilte liet ik mijn tranen vrijuit stromen. Ik had geen idee wat ik moest doen en hoe ik uit deze situatie kon ontsnappen. Ik wist het niet, mijn familie wist het niet en zelfs de zorgverlening had geen antwoorden. Ik zat op een dieptepunt. Ik had alles geprobeerd, maar zonder succes. Mijn vechtlust was weg en ik stond op het punt om me over te geven aan de dood. Ik was klaar met proberen. Ik wilde niet meer.
Ik begon te twijfelen aan mijn bestaan. Waarom zou ik in zo’n oneerlijke wereld willen leven? Uiteindelijk wachtte ons allemaal hetzelfde einde. Wat had het dan voor zin? Voor mij hoefde het gewoon niet meer. Hoewel de gedachte aan de dood af en toe door mijn hoofd sloop, wees ik die snel af. Ik had mijn moeder voor mijn ogen zien sterven. De dood was lelijk, het bood geen antwoorden en het was geen oplossing.
Van dieptepunt naar hoop
Op een nacht besloot ik als laatste wanhopige poging te bidden. Als kind had ik gehoord over Jezus, de zoon van God die uit de dood was opgestaan. Als dit waar was, moest Hij mij kunnen horen. Die nacht riep ik hardop naar Jezus en plotseling begon er een zacht gezang. In de eerste instantie dacht ik dat het geluid uit de radio of tv kwam en maakte ik me zorgen over geluidsoverlast voor de buren. Het gezang werd steeds luider en mooier en ik besefte me dat ik iets bovennatuurlijks meemaakte. Op dat moment realiseerde ik me dat er nog meer voor mij in het leven zat. Dit was geen toeval.
Vanaf dat moment kwam er een bovennatuurlijke kracht en vechtlust in mij vrij. Ik wilde niet langer verslaafd en gebroken zijn. Ik wist dat ik recht had op een eerlijke kans op een goed leven, dus besloot ik de strijd aan te gaan met mijn drugsverslaving en zocht ik hulp voor mijn psychische klachten want ik wist dat ik er niet meer alleen voor stond. Het heeft me zeker zeven jaar gekost om er weer bovenop te komen, maar het is me gelukt.
Ik ben al bijna 10 jaar drugsvrij, heb een eigen huis en auto en heb al mijn schulden afbetaald. Ik zit lekker in me vel en ben een gelukkig en dankbaar mens. Onlangs kreeg ik de kans om mijn studie aan het Conservatorium te beginnen. De kleine muzikant van vroeger die ik door alles heen was kwijtgeraakt, heb ik nu eindelijk weer teruggevonden.
Net als mijn moeder speel ik ook piano en accordeon. Op die manier leeft haar liefde en passie in mij voort. Ik weet zeker dat ze trots op mij zou zijn en dat haar verhaal blijft bestaan. Hoewel ik het verleden los probeer te laten, blijf ik trots op mijn moeder. Ze heeft zich altijd sterk gehouden en voor ons gevochten. Haar moed en doorzettingsvermogen blijven een bron van inspiratie voor mij en ik hoop dat haar verhaal anderen ook mag inspireren.
Mijn moeder – Angela Youkhana – vocht in een wereld waarin femicide een harde realiteit is. Haar vastberadenheid, zelfs te midden van zulke duisternis, is iets wat ik bewonder en wil doorgeven. Haar verhaal herinnert ons eraan om niet te zwijgen over onrecht en vastbesloten te zijn te vechten voor een wereld waarin vrouwen veilig en gerespecteerd worden.”