Veel mensen denken dat je met yoga alleen maar aan het ontspannen bent. Het tegendeel is waar! Je kunt met yoga ook je spieren trainen. In de verschillende asana’s (yogahoudingen) wisselen inspanning en ontspanning elkaar af. Perfect voor een goede workout dus!
Iedere asana is gericht op bepaalde spiergroepen. Je spant bepaalde spieren aan en tegelijkertijd ontspan je daarmee de tegengestelde spiergroep.
Met de salambashana (de sprinkhaan) span je de voorkant van je bovenbenen, de quadriceps, aan. Daardoor kunnen de hamstrings, aan de achterkant van je bovenbenen, zich ontspannen.
De Vasisthasana (zijwaartse plank) is een goede oefening voor krachtopbouw en versterkt de rug. Houd je arm recht onder je schouder en span je lichaam aan. Houd dit 20 seconden vol. Wissel dan van kant.
De Eka pada vasisthasana (de zijwaartse plank met gestrekt been in de lucht) is een variant van de zijwaartse plank, maar dit is een intensievere houding, namelijk met een gestrekt been. Dit vergt nog meer kracht, flexibiliteit en evenwicht.
Door de paripurna navasana (volledige boot) train je de buikspieren en vermindert het vet rond je middel. Probeer dit 20 tot 30 seconden vast te houden. Vind je het te makkelijk? Neem dan een gewicht in je handen. Dan train je ook gelijk je armen!
De Bhujangasana (cobra) traint je rug en opent je borstkas. Het is belangrijk om je rugspieren te gebruiken om je hoofd en bovenlichaam omhoog te brengen.
De Supta dandasana (liggende stafhouding) traint de spieren in de buik en in de onderrug. Dit is ook een fijne houding om je workout mee af te sluiten.
Lees hier waarom yoga zo goed voor je is.
