In juli en augustus is het Concertgebouw in Amsterdam hét decor voor de Zomerconcerten. Eén van de artiesten van dit jaar is jazzvioliste Julia Phillippens (39). Zij zal deze editie twee concerten verzorgen, één met haar ensemble Fuse en één met pianist Mike Bodde. Julia vertelt over haar carrière en wat we van haar shows kunnen verwachten.
Hoe zou je jouw muziek omschrijven?
‘Ik ben jazzvioliste. Tijdens een concert speel ik stukken die van te voren zijn geschreven, maar ik improviseer ook veel. Dat past goed bij me, ik ben echt iemand die in het nu leeft. Ik ben heel klassiek opgeleid, maar luisterde in mijn privéleven altijd hele andere muziek, zoals jazz. Die vrijheid van jazz miste ik in het klassieke en daarom ben ik nog een opleiding gaan volgen in de jazz richting. Ik heb heel veel muziek geluisterd en geleerd van andere artiesten en hoe zij improviseren. Die twee werelden heb ik proberen te koppelen tot mijn eigen taal. Ik kan mijn eigen stempel op een concert drukken en ook eigen stukken componeren, dat is heerlijk.’
Wat vind je het leukste aan je vak?
‘Muziek is voor mij een manier van leven. Ik kan er enorm van genieten om muziek te maken, te schrijven of te luisteren, naar concerten te gaan en daarvoor te reizen. Muziek is overal, uit alles kan ik inspiratie halen. Zo was ik ooit in Bretagne, waar ik de zee tegen de rotsen hoorde klotsen, dat riep bij mij al ideeën op. Muziek kan zoveel betekenen voor mensen, het is mooi om daaraan bij te kunnen dragen.’
Je treedt zowel solo op als in een duo en ensemble Fuse, kun je daar iets over vertellen?
‘Fuse is een ensemble van zes muzikanten, dat ik mede heb opgericht. We treden regelmatig op bij het tv-programma Podium Klassiek en gaan de hele wereld voor shows. We spelen bestaande nummers of stukken die speciaal voor ons zijn geschreven, zelf componeer ik ook regelmatig voor Fuse. Ook treed ik zelf graag op met orkesten of een bigband, daar ben ik vooral bezig met repertoire opbouwen. Verder speel ik vaak in duo’s met verschillende pianisten, zoals de Cubaanse pianist Ramon Valle. Muziek maken kan op zoveel verschillende manieren, die afwisseling is heel fijn.’
Wat is voor jou een hoogtepunt in je carrière tot nu toe?
‘Dat is het jazzvioolorkest ‘Concerto in Technicolor’. Dit stuk is speciaal voor mij gemaakt en combineert mijn twee achtergronden van klassiek en jazz op een geweldige manier. Het is een droom die is uitgekomen. Het is fantastisch om dat met een groot orkest te mogen spelen. Ook het feit dat Fuse nu tien jaar bestaat, is echt een hoogtepunt. Je leert elkaar in die tijd zo goed kennen, zowel op muzikaal vlak als daarbuiten. Alle hoogte- en dieptepunten beleef je samen. Je leert van elkaar en daar wordt je zelf ook weer beter van.’
Dit jaar ben je onder andere samen met Fuse te zien tijdens de Zomerconcerten in Het Concertgebouw, wat maken de Zomerconcerten voor jou zo leuk?
‘Vooral het feit dat het in het Concertgebouw plaatsvindt, dat is voor mij echt de mooiste zaal van Nederland. Ik ben geboren in Amsterdam en als klein meisje kwam ik daar al met mijn ouders. Het is altijd mijn wens geweest om in het Concertgebouw op te mogen treden. De akoestiek in de zaal is fantastisch en het zit bijna altijd vol. De Zomerconcerten trekken ook vaak een nieuw soort publiek, mensen die normaal misschien niet zo snel naar klassieke muziek zouden gaan. Het is heel erg leuk om voor hen te mogen spelen.’
Wat kunnen we van jouw shows verwachten?
‘In de show met Mike Bodde zullen de beste stukken voorbijkomen uit het programma Podium Witteman. Tijdens onze show met Fuse zullen we veel gaan spelen van ons nieuwe album. Dat album bestaat uit twaalf stukken die speciaal voor ons zijn geschreven door verschillende componisten van over de hele wereld. De show is een opstapje naar de klassieke muziek, stukken duren bijvoorbeeld niet langer dan zeven minuten. Het zijn hele uitdagende en moderne nummers. Die wisselen we dan weer af met oudere nummers van bijvoorbeeld Miles Davis. We laten ons niet beperken door één genre en spelen allerlei soorten muziek die we zelf mooi vinden. Het is leuk voor mensen die nieuw zijn in de wereld van klassieke muziek, maar ook voor de doorgewinterde fans.’
Heb je nog leuke tips voor de zomer?
‘Wat ik altijd erg leuk vind, is naar een festival gaan. In augustus organiseer ik mede het ‘Festival Veenhuizen’. Daar zullen veel jonge talenten komen, allemaal muzikanten komen met een bijzonder verhaal. Zelf wil ik bijvoorbeeld een symfonie gaan spelen in het donker.
Als ik mensen nog een tip zou mogen geven voor hun bucketlist: bezoek een keer een symfonie. Je hoeft niet bang te zijn dat je het niet zal snappen. Je moet gewoon gaan zitten en het over je heen laten komen. Het is zo’n bijzondere ervaring.’