Uit onderzoek van het CBS en het Trimbos-instituut blijkt dat vier op de tien Nederlanders last hebben van angst- of depressiegevoelens. Hoewel dit aantal licht is gedaald ten opzichte van 2022, blijft het hoger dan voor de coronapandemie, vooral onder jonge meisjes. Maar liefst 46 procent van de meisjes tussen 12 en 18 jaar ervaart deze klachten. Als ouder kan het moeilijk zijn om je kind de juiste hulp te bieden. In dit artikel bespreken we hoe je angst- en depressiegevoelens bij je kind herkent en hoe je hen kunt ondersteunen.
Angstgevoelens zijn normaal bij kinderen en jongeren, zoals de angst om er niet bij te horen of vreemde mensen die tegen hen praten. Dit hoort bij hun ontwikkeling. Maar als deze gevoelens aanhouden, intensiveren, of het dagelijks leven beïnvloeden, is het belangrijk om actie te ondernemen.
Zo herken je angst- of depressiegevoelens bij je kind
- Angsten uitdrukken in boosheid, opstandig gedrag, huilen, slecht slapen
- Lichamelijke klachten melden zonder dat daar een oorzaak voor is, bijvoorbeeld buikpijn of hoofdpijn.
- Zich terugtrekken; je kind praat weinig en wil veel alleen zijn
- Nergens zin in hebben
- Erg negatief over zichzelf denken, positieve gebeurtenissen negatief uitleggen of voorspellen dat het toch wel mis zal gaan
- Spijbelen van school
Merk je dat je kind last heeft van angst- of depressiegevoelens? Maar weet je niet hoe je de juiste hulp kunt bieden? Hieronder vind je een aantal tips om je kind te kunnen helpen.
1. Neem angst- en depressiegevoelens serieus
Laat je kind weten dat je zijn of haar angst- of depressiegevoelens serieus neemt en graag wilt helpen om ervoor te zorgen dat ze zich beter gaan voelen. Geef je kind het vertrouwen dat ze altijd bij je terecht kunnen om erover te praten. Luister niet alleen naar je kind, maar vraag ook door om beter te begrijpen wat ze precies ervaren en hoe ze zich voelen.
2. Geef complimenten
Overwint jouw kind zijn of haar angst, of doen ze iets wat ze spannend vinden? Geef je kind dan een compliment zoals: ‘Ik vind het knap dat je dit tóch gedaan hebt’.
3. Bedenk dingen die je kind kan doen in spannende situaties
Misschien raakt je kind in paniek als gevoelens van angst of depressieve gevoelens opkomen. Bedenk daarom samen dingen die je kind kan doen op zo’n moment. Spreek bijvoorbeeld af dat je kind het met je deelt wanneer ze deze gevoelens ervaren en er met je over praat of vertel dat ze rustig in en uit moeten ademen. Op deze manier leert je kind rustig te blijven in zo’n situatie.
4. Een veilige omgeving
Zorg voor een plek waar je kind zich veilig voelt. Creëer daarom thuis een plek met aandacht voor elkaar, waar iedereen zichzelf kan zijn, kan praten over gevoelens en waar rust en regelmaat is.
Merk je dat de angst- of depressiegevoelens van je kind niet weggaan of minder worden? Op Thuisarts.nl of bij het Nederlands Jeugdinstituut kun je terecht voor meer informatie. Of maak een afspraak bij de huisarts voor advies of een doorverwijzing naar een psycholoog.