fbpx

Jasmine (28) belandde in buitenlandse gevangenis: ‘De eerste uren huilde ik alleen maar, ik kon niet bevatten wat er was gebeurd’

Vijf jaar geleden werkte Jasmine (28) als reisleidster voor TUI in Egypte. Onderweg naar haar werk veroorzaakte ze een ongeluk, waarbij een kind gewond raakte. De plaatselijke politie bracht haar direct naar de gevangenis. Na een week werd ze vrijgelaten. Ze kreeg een andere kijk op het leven, en tekende haar ervaringen op in het boek ‘Een nacht in een kooi.’

‘Ik reed die dag heel gehaast naar mijn werk. In alle haast reed ik verkeerd, dus reed ik een stukje achteruit om te kunnen keren. Opeens rende er een kind de weg op, die ik niet meer kon ontwijken. Er volgde een harde klap, waarna ik in shock raakte en alleen maar kon huilen. Ik dacht dat het kind dood zou zijn. Gelukkig was het alleen een gebroken arm. Ik heb wel honderd keer mijn excuses aangeboden aan de moeder van het jongetje, ik vond het zó erg wat ik had gedaan.’ 

Een omstander kwam naar me toe om te vragen of hij me naar mijn werk moest brengen omdat ik zelf niet in staat was om te rijden. Ik nam zijn aanbod aan, maar in plaats van naar de luchthaven – waar ik moest zijn – werd ik naar het politiebureau gebracht. Ik had er een raar gevoel bij en wist dat er iets niet klopte. Ik moest een verklaring afleggen aan een agent, maar daarna werd ik door een bewaker meegenomen naar de gevangenis. Daar heb ik de eerste uren alleen maar gehuild en ik kon niet bevatten wat er zojuist was gebeurd. Er spookten allerlei vragen door mijn hoofd; Gebeurt dit echt? Heb ik iets verkeerd gedaan? Of is er gewoon een fout gemaakt in het rechtssysteem?’

Vreselijke omstandigheden

‘Ik kwam in een betonnen bunker van nog geen vierkante meter terecht met vier andere vrouwen. De omstandigheden in de cel waren verschrikkelijk; de hitte was ondraaglijk en het krioelde van de insecten. In de hoek was een putje waar we onze behoeftes moesten doen en we hadden alleen een bekertje water en een kraantje om onszelf schoon te maken. De bewakers behandelden ons met weinig respect; hun fouilleringen leken eerder op betastingen. Slapen deden we op de harde, betonnen vloer. Gelukkig deelde mijn Somalische celgenoot – die mijn vriendin was geworden – haar hoofddoek met mij, zodat ik niet rechtstreeks op het kille beton sliep.’

Uren achter elkaar zingen

‘Mijn celgenoten waren alleen fysiek nog aanwezig. Geestelijk waren ze er al lang niet meer bij. Zij hadden al maanden aan een stuk niets om handen, waardoor ik vermoed dat ze in een soort slaapstand terecht waren gekomen om zo met de situatie om te kunnen gaan. Om mijn geest bezig te houden en te voorkomen dat ik ook in zo’n slaapstand terecht zou komen, ben ik veel gaan zingen. Soms wel uren achter elkaar. Gelukkig konden de andere gevangenen het waarderen, want als ik zong, kreeg ik applaus.

Dat ik hen in deze omstandigheden dit kleine beetje geluk kon geven, gaf me moed. Mijn Syrische celgenoot vroeg me altijd om het liedje van de Titanic, My Heart Will Go On, te zingen nadat de bewakers ons fouilleerden. Ze raakte hier altijd heel erg overstuur van. Als ik dan begon te zingen werd ze weer rustig. Als ik dit nummer nu op de radio hoor, komen alle herinneringen uit de gevangenis weer terug. Maar ik denk dan vooral aan mijn Syrische celgenoot, die het geweldig vond als ik begon te zingen.’

Gevoel van vrijheid

‘Na een week werd ik vrijgelaten, nadat mijn baas begon te dreigen. Mijn moeder werkte voor de overheid in België. Als aan het licht zou komen dat haar dochter in de Egyptische gevangenis werd vastgehouden, zou dat weleens een flinke deuk in het Egyptische toerisme kunnen slaan. Dus werd ik vrijgelaten. Mijn baas – op dat moment ook mijn vriend – kwam me ophalen met een bos bloemen. Ik kon niet stoppen met huilen. Alle spanning van de afgelopen tijd kwam er uit.

De eerste maand nadat ik weer vrij was, voelde ik me echt fantastisch. Ik had meer waardering voor de dingen die ik eerst heel normaal vond. De zon op mijn gezicht, buiten in vrijheid kunnen lopen en zelf bepalen hoe mijn dag eruitziet. Maar na die maand drong eigenlijk pas echt tot me door wat me was overkomen. Ik kwam namelijk tot vele inzichten. Ik was altijd keihard aan het werk, en had altijd haast. Deze gebeurtenis heeft een knop bij me omgezet. Ik besefte dat die haast totaal geen nut heeft. Ik doe het nu een stuk rustiger aan.’

Er sterker uit komen

‘De tijd in de gevangenis heeft me ook sterker gemaakt als persoon, en me bepaalde inzichten gegeven. Die had ik ook echt nodig. Het voelde voorheen altijd alsof ik het leven leidde dat anderen me bewust of onbewust oplegde. Na mijn celstraf bedacht ik me dat ik het leven zou leven zoals ik het wilde en niet zoals anderen het me oplegden. 

Ook snap ik niet waarom mensen altijd zo klagen. Je hebt niet in een gevangenis gezeten, je kunt in vrijheid leven, dus waar zeur je over? En ik besef: het kan altijd erger. Als er iets erg gebeurt, denk ik terug aan de momenten in de gevangenis. Die waren nog veel erger.’

‘Een nacht in een kooi’

‘Mijn baas zei dat schrijven me wellicht zou kunnen helpen om alles te verwerken. Ik had veel paniekaanvallen, bijvoorbeeld als er een deur in mijn appartement hard werd dichtgeslagen. Dit gebeurde in de gevangenis ook. Ik begon met een gedichtje, en bedacht daarna dat ik mensen ook zou kunnen inspireren met een boek.

Ik merkte dat het schrijven therapeutisch werkte. Door dingen op te schrijven zat het niet meer in mijn hoofd, en dat maakte me rustiger. Bij het schrijven van de laatste pagina’s van mijn boek ‘Een nacht in een kooi’ heb ik gehuild. Pure ontlading, omdat er met het schrijven van dit boek een einde is gekomen aan deze periode.’

Foto: Elien van den Brande



WENDY Zomer special

Zomer op een eiland!


Een special vol eilandliefde en eilandinspiratie.


 

LAAT JE INSPIREREN DOOR ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF