Deze week is het de week tegen pesten. Het is natuurlijk erg lastig als je kind wordt gepest. Als kind voel je je niet geaccepteerd en als ouder voel je je machteloos. Toch is het belangrijk dat je blijft praten met je kind om misschien een oplossing te kunnen vinden. De volgende tips zorgen ervoor dat je een goed gesprek kunt houden met je gepeste kind:  

1. Wees begripvol.

Het is belangrijk dat je aan je kind laat zien dat je hem of haar accepteert, het is immers al moeilijk genoeg voor ze dat ze gepest worden. Wees begripvol en geef erkenning.

2. Pesten of plagen?

Sommige kinderen vinden het lastig om te zien of iets pesten of plagen is. Vraag aan je kind of de pester weet dat hij jou pijn heeft gedaan. Bespreek wat het verschil is tussen plagen en pesten en laat je kind bepalen wat hij denkt.

3. Zorg voor een open houding.

Vooral luisteren is belangrijk. Laat je mening, emoties of oplossingen nog even achterwege als ouder.

4. Waarom denkt je kind gepest te worden?

Alles moet bespreekbaar kunnen zijn, zo dus ook waarom je kind denkt dat hij gepest wordt. Dit bespreken zorgt ervoor dat je kind erachter komt dat het niet aan hem persoonlijk ligt, maar dat de pester zelf ook niet lekker in zijn vel kan zitten.

5. Vraag hoe het pesten in z’n werk gaat.

Het is belangrijk om de wie, wat, hoe en waar vragen te stellen. Met dit soort vragen ontdek je bijvoorbeeld hoe je kind zich voelt als het wordt gepest.

6. Bedenk samen een oplossing.

Bedenk hoe je kind voortaan gaat reageren op het pesten, luister hierbij vooral naar wat je kind aangeeft. Vraag ook wie of wat zou helpen tegen het pesten en of je als ouder misschien iets kunt doen.