Hanneke van Make-A-Wish: 'Ik wil zo graag dat we een kind structureler wegnemen uit de ellende'

Hanneke Verburg is Algemeen Directeur van het jubilerende Make-A-Wish, een – zoals ze zelf zegt – ‘bijzonder goed doel’. Wat drijft haar en hoe gaat ze om met hoop, vreugde, verdriet en verlies?

Ze balanceert voortdurend op de grens van ultiem genieten en de dreiging van het grootste verdriet. Hanneke Verburg, algemeen directeur van het dertigjarige Make-A-Wish, het goede doel dat wensen van kinderen met een levensbedreigende ziekte laat uitkomen: ‘Ik heb compassie, gevoel. Toen ik begon als directeur ben ik meteen een wens gaan halen. Bij Yassir, een jongen die zo graag naar een wedstrijd van NBA-kampioen Golden State Warriors wilde. Een halfjaar later is hij overleden. Dat deed me veel. Toch heb ik sterk het besef dat dit mijn werk is, ik moet en kan het loslaten. Ik houd me eraan vast dat wij echt iets kunnen doen. Over Yassir is een prachtige documentaire gemaakt, er leeft iets van hem voort, zijn moed, zijn begeestering, zijn levenslust, de liefde rondom hem. Maar het blijft soms heel verdrietig. Als kinderen bijvoorbeeld opnieuw ziek worden, is het echt slikken, je huilt, het raakt me vaak diep.’

Alles vanuit gevoel

Ze is een stevige, een doorgewinterde. Een vrouw die weet wat ze wil, een visie heeft. Maar het mooie aan Hanneke is dat door alle vastberadenheid heen haar warme hart schijnt. Zoals zij speechte tijdens de Make-A-Wish-Kids’ Night, daar stond geen directeur, daar stond een moeder, een mens. Niets van het papier, zelfs geen spiekbriefje, alles vanuit gevoel. Haar verhaal beklijfde, maakte diepe indruk.

Misschien is het wel haar oorspronkelijke wens die nu tot wasdom komt. ‘Ik wilde altijd lerares worden. Dan deed ik thuis mijn huiswerk en speelde dat ik als juf beurten gaf. Na het atheneum heb ik de lerarenopleiding gedaan en op mijn 22ste stond ik voor de klas. Ik ging al jong trouwen, tot groot verdriet van sommige jongens in de klas – die waren een beetje verliefd. Ik was een beetje een van hen. Ik ging altijd mee, naar zeilkampen, schoolfeestjes. Ik klikte met ze.’

De kunst van het verbinden

Helaas. Er stak in de jaren negentig een storm op in onderwijsland en dat beviel haar maar matig. ‘Allerlei fusies en maatregelen vanuit de overheid. De afstand tot het primaire proces werd zo groot. Toen ben ik een heel andere wereld in gestapt.’ Ze maakte, gedreven en doortastend als ze is, serieus carrière. Ging geen uitdaging uit de weg, combineerde het moederschap met imposante leidinggevende functies, nam nooit langer dan drie weken vakantie. ‘Enkele jaren geleden liep ik nog mee in de procedure om directeur van de Ster te worden. Maar ik kwam met mezelf in de knoop: wat vond ik nou werkelijk interessant? Ik heb een sabbatical genomen en gooide het in het universum: ik wil een baan met zingeving. Toen belde een headhunter. Of ik directeur wilde worden van Make-A-Wish. Alles kwam bij elkaar in die baan, het raakte me in mijn hart. Ik kreeg het gevoel van het onderwijs terug, dat je echt het verschil kunt maken in het leven van een kind.’

Ze waren niet zomaar bij haar uitgekomen. Hanneke verstaat de kunst van het verbinden. ‘Het toenmalige bestuur van Make-A- Wish had tijdens de sollicitatieprocedure een case aangedragen: hoe zou ik die aanpakken? Ik zei: zo werk ik niet. Ik verzin nooit iets achter mijn bureau. Iets moet organisch groeien, ik voel meestal aan: die kant moeten we uit. Ik kwam hier in een hiërarchisch model en in twee jaar hebben we het omgeturnd tot een platte, flexibele organisatie. Dat had ik vooraf niet bedacht, maar ik voelde dat het zo moest worden.’

Ook de rauwe kant

Wendy van Dijk was al een tijdje ambassadrice van Make-A- Wish, ze wilde ermee stoppen. Het was na al die jaren prima zo. Maar Hanneke liet Wendy met broer Mike naar de Kids’ Night komen, waar wenskinderen centraal staan, waar de emoties dansen van grenzeloze blijdschap naar tranen over de wangen omdat een kind uiteindelijk toch is overleden. Hanneke: ‘Mike kwam na die avond naar me toe en zei: “Dit verandert alles.” Wendy had ook gezien dat er een andere wind waaide. Dat we konden kijken hoe we gezamenlijk waarde konden toevoegen aan elkaars ambitie en dat zij in haar rol echt een verschil kon maken. Toen is ze bij ons gebleven, tot mijn grote blijdschap, zij past zo goed bij ons.’

Wat ze deelt met Wendy: ‘Wij zijn vrouwen die echt iets willen dóén. Ook al overlijdt een kind, voor de omgeving kan een wish journey nog heel veel impact hebben. Het is niet alleen de dag in de zon, het is ook de reis ernaartoe en het nagenieten.’ Juist daarom wil ze niet alleen de focus leggen op die mooiste dag van een kinds leven waarop de wens uitkomt. ‘De rauwe kant is er. Ik heb er heel bewust voor gekozen ook die kant te laten zien. Omdat je dan beseft: het moet niet bij alleen die wensvervulling blijven. Ik vind dat het hele verhaal verteld moet worden, wil af van het imago van “een leuk dagje uit”. Ik wil zo graag dat we een kind structureler wegnemen uit de ellende, vreugde brengen, dat het blijvend impactvol is. Daarom maken we face stories, waarbij dertig kinderen vertellen wat een wensdag voor ze heeft betekend, daarom brengen we boeken uit, maken we documentaires. Op momenten dat je het moeilijk hebt, pak je het boek met herinneringen erbij, dan heeft die wensdag echt iets gedaan.’

Strijdvaardig: ‘Deze organisatie heeft ambitie. Ik vind dat alle kinderen die in aanraking komen met een levensbedreigende ziekte, door ons bereikt moeten worden. Iedereen heeft een wens.’ Ze wil vooruit: ‘Ik wil niet op een winkel passen, ik vind het leuk als mensen meegaan in mijn visie. Er is een sterk team en ik ben de frontrunner, dat vind ik fijn.’

Het grote verheugen

Een harde leider is ze niet, een duidelijke wel: ‘Ik heb een heel grote overtuigingskracht, dat helpt om niet hard te hoeven zijn. Ik hoef niet op mijn strepen te staan, mensen vinden het een verademing dat ik zo snel beslissingen neem. Een zekere snelheid in verandering vind ik prettig. Als iemand binnenkomt met een goed idee, zeg ik heel snel: “Doe maar.” Onze grote ambitie is nu dat Make-A-Wish standaard in de behandelprocedure van de artsen komt, daar investeren we in. Dat iedere arts, iedere verpleegkundige of pedagogische medewerker tegen een ziek kind zegt: “Jij hebt een wens nodig.”’

Haar kinderen, een dochter van 31 en zoon van 28, zijn de grootste fans van haar werk. ‘Ze werken ook graag mee, het ontroert hen, al die verhalen. Make-A-Wish is natuurlijk ook een bijzonder goed doel omdat je zo in contact komt met kinderen. Het is niet van: pats, een pak geld. Nee, die kinderen zijn nú ziek en daar gaan we nú iets mee doen. De impact is elke dag voelbaar, de bedankbrieven komen elke dag binnen, dan lees je wat een verschil je maakt. We hebben nu een munt, de wish-coin, die de belofte dat we een wens gaan vervullen symboliseert. Laatst kregen we een fotootje van een jongen, twee dagen nadat hij de coin had gekregen, de munt lag op zijn kussen, het grote verheugen was begonnen. Zo lief.’

Het universum is goed voor haar geweest, de baan met zingeving is in optima forma langsgekomen. ‘Zo voel ik dat. Ik ben geen carrièretijger, maar wil wel heel hard werken. En dat het nu weer met kinderen is, vind ik fantastisch. Kinderen zijn zo eerlijk, zo puur, what you see is what you get. Hen beschermen, helpen, begeleiden, dat zit er enorm in. We hebben nu van die Insta-stories, er is een jongen, Amadi, die zo graag met een arrestatieteam mee wil. Wij hebben hem alvast een opdracht gegeven: los dit op! Alleen al het plezier dat hij nu heeft, een traject van vier maanden richting de wensdag: dat werkt! Zijn ouders zeiden: “We zien het kind in hem terug.” Wij proberen kinderen en ouders weer een beetje regie over hun leven terug te geven, dat is de psychische kracht achter een wens. Als dat lukt, geeft me dat zo veel voldoening. Gelukkiger kun je me niet krijgen.’